oceaan
Milieu

Een warm hart voor de oceaan

03.06.2021
door Maxene Willems

Ondanks het wisselvallige weer van de afgelopen weken kijkt iedereen stilaan uit naar de hete zomerdagen. Of dat nu in het binnen- of buitenland is, de kust zal altijd een aantrekkelijke plek zijn om zonovergoten dagen te spenderen. Een duik of het dippen van je teentje in de oceaan zal voor de nodige verfrissing zorgen. Het is wel minder fijn als er aan dat teentje een stuk plastic of een mondmasker hangt. 

Wereldoceanendag

8 juni is het Wereldoceanendag. Deze dag heeft als doel de mensen bewust te maken over hoe het met onze wateren gesteld is. “Planetaire problemen ontsnappen niet aan de oceaan”, steekt Jan Seys van wal. Hij is marien bioloog en woordvoerder van het Vlaams Instituut voor de Zee (Vliz). “Er is overigens geen sprake van meerdere oceanen, maar van één grote wereldoceaan.” Dat is een van de hoofdprincipes van de Ocean Literacy-beweging. Zij streven naar een minimale kennis over de oceaan voor iedereen. 

“Klimaatwijziging en vervuiling tekenen onze oceaan. Plastic is een grote boosdoener en de hoeveelheid stijgt onwijs snel. Elk jaar komt er 5 à 13 miljoen ton plastic bij”, waarschuwt Seys. 3 tot 10 procent van de totale plasticproductie komt in de zee terecht, onder andere via rivieren. Vooral in Azië, waar 13 van de 15 meest vervuilde rivieren stromen. Door de coronacrisis is de plasticproductie opnieuw opgevoerd. Momenteel worden massaal latex handschoenen en wegwerpmondmaskers gebruikt, waardoor de druk op de oceanen alleen maar toeneemt.

Franse milieuorganisaties berekenden dat 300.000 ton extra afval in de Middellandse Zee is gekomen sinds de start van de coronacrisis. Hoeveel plastic hierdoor in de oceaan is geraakt, is nog niet duidelijk. Milieuorganisaties zijn bang voor de gevolgen, want het afbraakproces van de stof propyleen, een vrijwel onbreekbaar plastic, zou maar liefst 450 jaar duren. Vooral dieren in de oceaan ondervinden er de gevolgen van. Volgens de Britse organisatie City to Sea komen jaarlijks 100.000 zeezoogdieren en schilpadden om door verstikking in plastic.  

The Ocean Cleanup

The Ocean Cleanup is een voorbeeld van een mooi project dat toont hoe je als individu niet bij de pakken hoeft te blijven zitten”, gaat Seys verder. “Puur wetenschappelijk gezien is het dan weer een druppel op een hete plaat. Veel plastic verdwijnt de diepte in, slechts 5 procent blijft in de oppervlakkige laag. Fragmentering is een ander issue. De kleinere deeltjes vallen letterlijk door de mazen van het net. Het effect op de menselijke gezondheid is nog niet duidelijk, maar het is zeker dat je in alles plastic vindt. Alle producten eroderen en die microdeeltjes komen overal in terecht.”

Mooimakers, het Vlaams initiatief tegen zwerfvuil en sluikstorten in Vlaanderen, wijst erop dat bijvoorbeeld plastic flesjes een langdurige impact kunnen hebben op het milieu. Deze breken namelijk in kleine deeltjes uit elkaar en worden opgenomen in de bodem, waardoor ze als microplastics in drinkwater terecht komen. 

Tegen 2030 zou de verzuring oplopen tot 60-130 procent. Dat zal nefast zijn voor de helft van al het leven in de zee.”

- Jan Seys, Vlaams Instituut voor de Zee (Vliz)

Klimaatproblematiek nog hoger

“De klimaatproblematiek rank ik nog een stap hoger. Zelfs als we morgen met zijn allen alles goed doen, duurt het herstel nog tientallen jaren. Het zit een beetje in onze aard dat we pas in actie schieten als het bijna te laat is”, stelt Seys vast. “Als onze maatschappij in al zijn logheid, geledingen en diversiteit in beweging moet komen, duurt dat te lang.” Maar de zee vormt gelukkig wel een sterke buffer. Zonder zou er 30 procent meer CO2 in de atmosfeer terechtkomen. De gevolgen daarvan dragen zorgt ervoor dat de oceaan verzuurt. “Het is nog niet ten volle merkbaar, daarom blijft het onder de radar”, gaat Seys verder.

“Koraalriffen lijden hieronder en ook oesterkwekerijen gaan op de schop. Tegen 2030 zou de verzuring oplopen tot 60-130 procent. Dat zal nefast zijn voor de helft van al het leven in de zee.” Met name leven dat kalk nodig heeft lijdt onder die verzuring. Vergelijk het met een koffiezetapparaat dat je schoonmaakt met azijn. Dat heeft ernstige gevolgen voor koralen, pijlinktvissen en plankton, omdat hun hele werking overboord wordt gegooid.

Voortzetten van tendens

Veranderingen komen altijd voor, maar nu gaat het sneller dan ooit, aldus de woordvoerder van het Vliz. “Organismen hebben wellicht geen tijd om te adapteren, genetische aanpassingen treden niet snel genoeg op nu. Dat zet zich ook door op zuurstofniveau. Er is een daling van zuurstof in de zee en die tendens zal zich alleen maar voortzetten.”

Dat is een logisch gevolg van de verwarming van de oceaan. Bij hogere temperaturen kan er minder zuurstof oplossen in het water. Met name in de grote subtropische oceaanbekkens. “Dat zijn dezelfde plaatsen waar de grote plasticophopingen zitten”, legt Seys uit. “Dat zijn al warme gebieden. Als de temperatuur nog zal stijgen, zullen er zeewoestijnen ontstaan. Er is al weinig voedsel of plankton. Tegenwoordig is er sprake van mariene hittegolven, met extreme uitschieters die de zaken kunnen doen wankelen.” 

Zeespiegelstijging

Die warmte zorgt eveneens voor een zeespiegelstijging. Een stijging van maximaal 1 meter tegen 2100 werd voorheen berekend, maar nieuwe inzichten waarschuwen voor mogelijke rampscenario’s. Door de instabiliteit van de ijskappen op de Zuidpool, schatten we in het ergste geval een toename van 3 meter. Seys: “Al het ijs opgeslagen op land is goed voor 70 meter zeespiegelstijging en 60 meter daarvan ligt op Antarctica. De Belgische overheid neemt die stijging erg serieus.” De zeeweringen zijn wel voorzien op die ene meter, maar niet op driemaal zoveel.

“We worden geconfronteerd met zaken die er niet beter op worden. De stijging werd rond 2000 op 3 millimeter per jaar geschat, maar met die nieuwe inzichten zou het over centimeters gaan, wat echt catastrofaal zou zijn.” Maar zelf blijft de marien bioloog optimistisch. “Het heeft geen zin om ons hoofd in het zand, of in het zeewater, te steken. Het zal veel moeite kosten, maar ook geld, energie en heel veel samenwerking.”

Positieve tendensen

Je zou al bijna denken dat alles bergaf gaat, maar er zijn ook positieve tendensen. “Als je kijkt naar de olievervuiling in het Belgische deel van de Noordzee, blijkt dat er een significante daling is van de olie die er drijft de laatste 50 jaar”, aldus Seys. In de jaren 60-80 was de trefkans om olie te vinden voor de Belgische kust 100 procent, vandaag is dat minder dan 10 procent. “Nu is de architectuur van de tanks beter en wordt er streng toegezien op het overboord zetten van operationele olie. De aanwezigheid van havenontvangstinstallaties maakt het mogelijk je olie aan land te zetten en anders krijg je een boete.”

oceaan

Blauwe economie

“Mensen benutten de zee ook steeds breder en dieper. Niet enkel vissers en een paar toeristen maken gebruik van de oceaan. Kijk naar wind, olie en gaswinning: tendensen van de blauwe economie”, zegt de woordvoerder. “Het is wenselijk dat wetenschappelijk onderzoek dat monitort, zodat het op een duurzame manier gebeurt. We moeten de volgende generatie nog een kans geven en niet nu alles opsouperen.”

Iedereen kan actie ondernemen, hoe klein dan ook. Elke duurzamere houding of aangepast gedrag helpt. “Probeer op een duurzame manier beslissingen te nemen. Als je vis eet, kun je de Viswijzer checken en voor een soort kiezen die niet overbevist is”, geeft Seys raadzaam mee. Het verleden heeft ook aangetoond dat mensen die goed geïnformeerd zijn, betere beslissingen maken. “Daarom dat wij oceaangeletterdheid zo hoog in het vaandel dragen, er is een draagvlak nodig voor een sturende mentaliteit. Daarom is Wereldoceanendag zo belangrijk.”

“Ik denk dat iedereen een warm hart draagt voor de zee en beseft dat er zaken niet lopen zoals het hoort. Als we met zijn allen beter op de hoogte zijn, kunnen we samen verontwaardigd zijn en erop aansturen dat er verandering komt”, sluit Seys af. “We zullen moeten evolueren naar een maatschappij die herbruikbaarheid vooropstelt en een circulaire economie in zich draagt. Momenteel strekt de maatschappelijke bezorgdheid zich nog niet uit over alle lagen van de bevolking. Er zijn ook mensen die de moed hebben opgegeven. Je kunt niemand kwalijk nemen dat ze op een zeker moment afhaken uit onmacht. Het zijn net die mensen die we mee aan boord moeten krijgen.”

Vorig artikel
Volgend artikel