bouwinfrastructuur
Milieu

Naar een duurzame bouwinfrastructuur

27.03.2024
door Fokus Online

We leven in een maatschappij waarin duurzaamheid steeds belangrijker wordt. Dat is zeker ook het geval in de bouwinfrastructuur, van oudsher een van de sectoren met de grootste CO₂-voetafdruk.

Materialen die gebruikt worden in de infrastructuursector, hebben vaak een grote ecologische voetafdruk. “De bouwsector werkt er hard aan om zelf duurzamer te worden”, zegt Kim De Jonghe, verantwoordelijke duurzaamheidscertificatie bij COPRO. “Dat uit zich zowel in de productieprocessen, maar ook in de logistiek en de gebruikte grondstoffen.”

Kwaliteitscontrole van product, proces én uitvoering

Om na te gaan of producenten, aannemers en bouwheren doorheen de volledige flow wel kwaliteitsconform werken, worden certificatieorganismes in de toekomst steeds belangrijker. Elke actie dient stuk voor stuk gecontroleerd, getraceerd, gemeten en gekwantificeerd te worden. “Alle bouwproducten moeten gecertificeerd zijn. Onpartijdige organisaties coördineren deze kwaliteitscontroles”, vertrouwt De Jonghe ons toe. “De aanbestedende overheid is namelijk wettelijk verplicht om te controleren of alle producten die op een bouwplaats worden verwerkt, voldoen aan de voorwaarden van het bestek.”

Maar kwalitatieve producten zijn niet voldoende, bouwbedrijven moeten er ook correct mee omspringen. Teerhoudend asfalt, bijvoorbeeld, moet correct worden afgevoerd. Een andere stof die men uiterst voorzichtig moet behandelen, is asbest. Als u een woning wilt verkopen die gebouwd is voor 2001, dan hebt u een attest nodig dat zegt dat de woning veilig is. Zo een asbestattest kan u enkel verkrijgen bij een instelling die erkend is door afvalbeheerder OVAM.

Alle bouwproducten worden gecertificeerd door onpartijdige organisaties.

- Kim De Jonghe, verantwoordelijke duurzaamheidscertificatie

Nee tegen CO2

Ook op de CO2-uitstoot wordt streng toegekeken. “De systeemcertificatie ‘CO2-prestatieladder’ stimuleert bedrijven om hun CO2-uitstoot structureel te verminderen, zowel binnen het eigen bedrijf als in projecten en de ruimere toeleveringsketen”, legt Bernard Cornet, Business Development Engineer bij COPRO, uit. “Op Belgisch niveau is dit systeem getest door de aanbestedende diensten in Vlaanderen en Wallonië, waarop men in Vlaanderen besloot om het op grote schaal toe te passen in haar overheidsopdrachten. “Dit CO2-bewust certificaat kan het bouwbedrijf een gunningsvoordeel bij overheidsopdrachten en een duurzaam imago opleveren”, zo vervolgt Cornet.

Duurzame allianties

Een duurzame wegenbouw- en infrastructuursector bestaat niet zonder samenwerking. Daarom zijn er verschillende duurzame initiatieven op poten gezet. De Belgian Alliance for Sustainable Construction (BA4SC) wil toekomstgericht en klimaatbestendig duurzaam bouwen stimuleren. Het referentiesysteem Green BENOR brengt dan weer verschillende organismen samen om – naast de productkwaliteit – ook de ecologische duurzaamheid van producten op te volgen. De nationale werkgroep opgericht voor de ontwikkeling van een Belgische PCR (product category rules) voor asfalt zal op haar beurt de richtlijnen beschrijven voor de opmaak van een LCA (Life Cycle Analysis) en geeft aan wat moet overwogen worden om een EPD (Environmental Product Declaration) voor asfalt te maken. Het VOKA Charter voor Duurzaam Ondernemen (VCDO), ten slotte, stimuleert het certificatieorganisme zelf om steeds verdere stappen te zetten. Deze allianties zijn slechts een greep uit de vele initiatieven die er steeds naar streven om de bouwsector te vergroenen.

Vorig artikel
Volgend artikel