zorgmedewerkers
Gezondheid

Zorgen voor onze zorgmedewerkers: ‘Preventie en ondersteuning zijn cruciaal’

06.12.2023
door Daan Vanslembroeck

Meer dan ooit moeten we zorgen voor onze zorgmedewerkers. Ook zij kunnen door de toename van onze zorgeisen en het personeelstekort geconfronteerd worden met mentale problemen. In 2022 kreeg Arts in Nood 287 noodoproepen binnen van artsen die worstelden met hun mentale gezondheid. In de eerste 5 maanden van 2023 waren dat er al zo’n 190. 

zorgmedewerkersProf. Dr. Lode Godderis
Centrum voor Omgeving en Gezondheid (KU Leuven) en IDEWE

Waarom zien we zo’n stijging in de mentale problemen bij de zorgmedewerkers? Is de druk zoveel groter geworden?

“Tijdens de coronaperiode moest het zorgpersoneel werken in vaak moeilijke, snel wijzigende en onzekere omstandigheden. Na elke golf was het vervolgens vooral zaak om snel de uitgestelde zorg opnieuw in te halen. De druk kon dus nooit echt van de ketel. Momenteel kampt de zorg met een toenemend tekort aan personeel. De ervaren werkdruk ligt hoog. Daarnaast vinden veel zorgverleners dat de administratieve belasting te hoog is en ten koste gaat van patiëntentijd. Dat geeft het gevoel niet in staat te zijn de zorg te bieden die patiënten nodig hebben. Ook blijven de zorgnood en -vraag toenemen, samen met de vergrijzing van de bevolking.”

Welke oplossingen kunnen een meerwaarde bieden op korte en lange termijn?

“Door een combinatie van beleidsmaatregelen, institutionele initiatieven in ziekenhuizen en investeringen in infrastructuur en technologieën werken we aan een gezondheidszorgsysteem dat zorgprofessionals ondersteunt, hun welzijn bevordert en de kwaliteit van zorg voor patiënten verbetert. Het aanpakken van de uitdagingen voor zorgprofessionals is cruciaal om een veerkrachtig en duurzaam gezondheidszorgsysteem op te bouwen dat klaar is voor de uitdagingen van de toekomst. Op overheidsniveau zijn er maatregelen nodig om interprofessionele samenwerking te bevorderen, interne mobiliteit aan te moedigen, flexibiliteit in het rooster toe te staan en waardering van zorgprofessionals te bevorderen.”

In welke mate kunnen preventie en ondersteuning dit voorkomen?

“Preventie en ondersteuning van zowel de individuele zorgverlener als de instellingen zijn cruciaal. Er is nood aan een investering in de implementatie van welzijnsprogramma’s op de werkplek, zowel op individueel als op organisatieniveau. Primaire preventie moet proberen een burn-out te voorkomen door het identificeren en aanpakken van risico’s, het opvolgen van de (mentale) gezondheid en het opleiden van managers én werknemers. Secundaire preventie moet de veerkracht van mensen én teams verbeteren en hen leren om te gaan met de uitdagingen. Tertiaire interventies hebben tot doel mensen die een burn-out ervaren te re-integreren door het werk af te stemmen op hun noden en behoeften.​”

zorgmedewerkersDr. Raymond Vandebeek
Doctors4doctors

Waarom zien we zo’n stijging in de mentale problemen bij de zorgmedewerkers? Is de druk zoveel groter geworden?

“Er is inderdaad verhoogde druk vast te stellen binnen de zorg en dat weerspiegelt zich op drie fronten. Allereerst is er het grote basisveld van het tijdsgewricht waarin we leven met zijn specifieke, steeds complexere uitdagingen. Daarnaast is er het bijzondere maatschappelijke veld met zijn specifieke eisen en organisatie wat betreft structuur en gezondheidszorg. En ten slotte is er het individuele veld: de ‘maakbare’ mens. We staan voor de steeds grotere uitdaging om onszelf te vormen in overeenstemming met de vele eisen en verwachtingen van onszelf en de maatschappij.”

Welke oplossingen kunnen een meerwaarde bieden op korte en lange termijn?

“Een organisatiemodel ontwikkelen dat tegemoetkomt aan de noden van de patiënt en van de zorgverlener. Een inspirerend concept is het model van positieve gezondheid van Machteld Hubert. Het model van de arts als enige eindverantwoordelijke moeten we in vraag stellen. Is dit nog houdbaar? Moet een arts niet meer een ‘bruggenbouwer’ zijn, een gids met specifieke medische en technische kennis? Daarnaast dringt een vereenvoudiging van administratieve patronen zich op, een systeem van meer IT-support en minder attesten en regelgeving. Denk aan elektronische patiëntendossiers die met elkaar worden verbonden, een veilig mailsysteem en het elektronisch ondertekenen van documenten.”

In welke mate kunnen preventie en ondersteuning dit voorkomen?

“De rol van preventie is belangrijk en komt tot stand door het aanbieden van specifieke vormingen zoals verbindende communicatie, trainingen in het eigen functioneren en opleidingen die het zorgpersoneel moeten behoeden voor een burn-out. Deze geven inzicht en verbeteren het eigen functioneren. Ook de peer-support hierbij is een niet te onderschatten pijler om de veerkracht te verhogen. Het is belangrijk dat alle instanties de noodzaak van preventie inzien zodat we in de toekomst problemen kunnen voorkomen voor ze zich echt stellen.”

preventieDr. Jeroen van den Brandt
Voorzitter Domus Medica

Waarom zien we zo’n stijging in de mentale problemen bij de zorgmedewerkers? Is de druk zoveel groter geworden?

“Door de pandemie heeft de huisarts zich meer moeten richten op het beschermen van de grotere populatie in plaats van het een-op-eencontact. Het takenpakket werd hierdoor langere tijd enger (testen, telefonische triage, administratie) waardoor ook de relatie arts-patiënt verschraalde. Terwijl de huisarts op een goede wijze deed wat de maatschappij van hem verlangde, bleven waardevolle contacten uit die de ‘goesting’ van de huisarts op peil hielden. Na de pandemie was er een stuwmeer van problemen bij chronische patiënten die niet of onvoldoende waren opgevolgd. De vele psychosociale problemen die vaak moeilijker door te verwijzen waren vragen veel empathisch vermogen van huisartsen.”

Welke oplossingen kunnen een meerwaarde bieden op korte en lange termijn?

“Samen met de overheden moeten we het takenpakket van de huisarts goed bewaken. Wat is wetenschappelijk onderbouwd? Wat heeft de grootste impact voor burgers? Zeker als er meer taken vanuit de tweede lijn naar de eerste lijn gaan, zullen er meer huisartsen moeten kunnen afstuderen. Daarnaast zijn we in België helaas hekkensluiter qua samenwerking in onze praktijken. Taakdelegatie en dus samenwerking met praktijkassistenten en verpleegkundigen kunnen helpen meer te focussen op de kerntaken. Aangezien Vlaamse huisartsen terecht hun nabijheid tot hun patiënten koesteren, is het belangrijk dat dit gebeurt op het tempo van de huisartsen.”

In welke mate kunnen preventie en ondersteuning dit voorkomen?

“Huisartsen zoeken voor zichzelf vaak (te) laat hulp. We zullen in het kader van preventie dus vooral de arbeidsomstandigheden goed moeten houden. In die zin geven patiëntenstops meer belasting bij praktijken en veroorzaken ze soms een domino-effect. Het begeleiden van startende en stoppende huisartsen kan ervoor zorgen dat er een betere spreiding is van huisartsen over Vlaanderen. Het is belangrijk dat we met incentives jonge collega’s proberen te enthousiasmeren om naar landelijke regio’s te gaan. Huisartsenkringen kunnen hierin samen met gemeenten een rol spelen.”

Vorig artikel
Volgend artikel