bio-economie
Agri & Food

Biotechnologisch onderzoek zit in stroomversnelling

07.02.2022
door Sophie Pycke

Bio-economie is een middel om voedselverspilling tegen te gaan, maar ook een tool om de klimaatcrisis te lijf te gaan. Dankzij doorgedreven onderzoek heeft de Vlaamse bio-economie gigantisch veel potentieel om incontournable te worden.

De vezels van tomatenloof als grondstof voor papier, zaadolie van goudsbloem als toepassing in de verfindustrie of biomassa als grondstof voor plastieken bekers: bio-economie is overal: van landbouw of visserij tot chemie. “Bio-economie is het hergebruiken of omzetten van biomassa en biologisch nevenstromen tot waardevolle producten zoals voedsel, biogebaseerde producten en bio-energie”, schetsen Peter Goeman en Emily Verhelst van VLAIO. “Aangezien zo’n twintig procent van de bederfelijke gewassen, zoals groenten en fruit, in de vuilbak belandt, zijn reststromen uit de voedingsindustrie een belangrijk deel van bio-economie. Zo is HoGent bezig aan casestudies waarin ze nagaan hoe bedrijven broodverlies voedselveilig kunnen verzamelen, triëren en opslaan.”

Alternatief voor fossiele brandstoffen

Bio-economie is bovendien een cruciale schakel om de Vlaamse economie klimaatneutraal te maken. Denk aan nieuwe bio-gebaseerde alternatieven met een minimale klimaatimpact, als alternatief voor producten op basis van fossiele grondstoffen. “Maar om die shift te maken, moet er nog werk worden verzet”, zeggen Goeman en Verhelst. “Biologische grondstoffen “leven” waardoor heel wat uitdagingen rond kwaliteit, bewaring, opslag en verwerking moeten worden overwonnen. En dan moet de mindshift komen, zowel bij de industrie als bij de consument.”

Nichemarkt

Meer en meer bouwbedrijven zijn geïnteresseerd in bio-gebaseerde producten, zoals gras of hennep dat dienst doet als isolatiemateriaal. “Voorlopig nog een nichemarkt, maar als die boomt, vinden we hopelijk een natuurlijk alternatief voor minder duurzame materialen”, klinkt het positief. “Alle fossiele brandstoffen vervangen door bio-gebaseerde oplossingen, zal een utopie blijven, maar bio-economie zal wél bijdragen aan een oplossing voor de klimaatproblematiek.”

Dankzij toponderzoekers sijpelt innovatie vanuit labo's door naar de bedrijfswereld.

— Dries Maes, Departement Economie, Wetenschap en Innovatie

Circulaire economie

Om die kentering te verwezenlijken, moeten we de link tussen bio-economie en circulaire economie naar waarde schatten. “Elk circulair project dat gebruik maakt van organische materialen valt binnen de bio-economie. De grote meerderheid van de bio-economie projecten richt zich ook op een evolutie naar gesloten materiaal-, en waterkringlopen”, klinkt het. “We willen verantwoord omgaan met onze hernieuwbare en organische grondstoffen en ze zo lang mogelijk in de levenscyclus houden. De circulaire en bio-economie evolueren dus sterk naar elkaar toe en bevorderen elkaar.”

Voortrekkersrol

Onderzoek naar bio-economie is al drie decennia bezig – dat men uit suikerbieten plastic kan maken, is al lang geweten – maar het biotechnologisch onderzoek zit de laatste jaren wel in een stroomversnelling. Vlaanderen bekleedt dan ook een voortrekkersrol. “We zitten al decennialang in de voorhoede van biotechnologisch onderzoek”, schetst Dries Maes, beleidsmedewerker bij departement Economie, Wetenschap en Innovatie van de Vlaamse Overheid. “Dankzij toponderzoekers aan universiteiten sijpelt innovatie vanuit labo’s door naar de bedrijfswereld. Vlaanderen telt bovendien een breed scala aan pilootinstallaties waar nieuwe producten worden getest. De interesse vanuit de industrie neemt alleen maar toe en heel Europa kijkt naar ons. De Vlaamse Overheid trok dit jaar nog eens tien miljoen euro uit voor bio-economie in Vlaanderen en ook via het Europees herstelfonds wordt zwaar geïnvesteerd in bio-economische projecten. Het zijn spannende tijden.”

Cultuurbarrière

Uiteraard zijn er ook uitdagingen. “Innoveren betekent risico nemen en geld investeren”, weet Maes. “Maar het is nog belangrijker om alle spelers met elkaar te laten samenwerken. Tussen landbouwers en de voedselverwerkende bedrijven heerst al langer een entente. Maar tussen landbouwers en de non-food of chemische sector is er een cultuurbarrière. Er moet wel nog wat werk verzet worden om die werelden, die zo hard van elkaar verschillen, op één lijn te krijgen. Bio-economische ketens zijn lang en tellen veel tussenschakels. Vertrouwen en transparantie zijn sleutelwoorden.”

Vorig artikel
Volgend artikel