elektrische wagens
Moderne Stad

De elektrificatiegolf van ons wagenpark is haalbaar

30.05.2022
door Bavo Boutsen

Ons wagenpark zal de komende jaren drastisch veranderen. Het ambitieuze tijdspad dat de overheid ons voorspiegelt is technisch haalbaar, maar zal zeker nog grote extra inspanningen vergen. “Correcte en realistische informatie delen met bedrijven en burgers is essentieel.”

Op 1 augustus 2021 waren er 40.851 elektrische wagens ingeschreven in België. Dat komt overeen met 0,69 procent van het totale wagenpark. Wetende dat er vanaf 2029 enkel nog maar elektrische wagens zullen mogen worden ingeschreven, staan we de komende jaren voor een gigantische evolutie. 

Die evolutie heeft uiteraard gevolgen voor ons elektriciteitsnet, dat veel meer bevraagd zal worden. “De recente politieke keuzes dat bedrijfswagens vanaf 2026 elektrisch moeten zijn en dat er vanaf 2029 enkel nog elektrische voertuigen zullen mogen bijkomen, zijn een gamechanger. Daarom werken wij momenteel aan een plan van aanpak dat in kaart zal brengen hoe wij die te verwachten versnelling willen aanpakken”, verduidelijkt Björn Verdoodt, woordvoerder van netbeheerder Fluvius

Dat plan zal nog voor de zomer worden voorgesteld. “Tot eind vorig jaar was ons investeringstempo begroot op 1 miljoen elektrische wagens tegen 2030, maar door de politieke keuzes zullen we dit cijfer naar boven moeten bijstellen. Het investeringstempo zal dus verder omhoog moeten”, gaat Verdoodt verder. 

Maar in tegenstelling tot wat soms gefluisterd wordt, is deze opschaling technisch dus perfect realiseerbaar, benadrukken ze bij Fluvius. “Het is natuurlijk ook geen nieuw verhaal. We zijn vandaag al volop bezig met de modernisering van het elektriciteitsnet”, aldus Verdoodt. 

Een gezonde ‘stroomstoot’ in de ambities zou welkom zijn.

- Maarten Van Houdenhove, DATS 24

Dat verschil tussen realiteit en perceptie voelen ze ook bij energie- en brandstofleverancier DATS 24. “Correcte en realistische informatie delen met bedrijven en burgers is essentieel. Dat is een taak die voor de industrie is weggelegd, maar ook voor de overheid. Vandaag ontbreekt het daar toch wat aan”, vertelt Raf Flebus, Business Unit Manager van DATS 24. “Wij zijn ervan overtuigd dat al wie de juiste inzichten meekrijgt, bewust kiest voor een properdere wagen.” 

Die informatie heeft ook een belangrijke sensibiliserende werking. “Het succes van de evolutie van de komende jaren staat of valt bij de manier waarop we als samenleving omgaan met het elektriciteitsnet”, aldus Verdoodt, die hiermee doelt op het feit dat we niet alle elektrische auto’s op hetzelfde moment zullen kunnen laden. “Hier moeten we ook niet naar streven. Dankzij de inzet van de digitale meter en het nieuwe capaciteitstarief, gekoppeld aan intelligente software, zullen we dit veel beter kunnen spreiden. Op die manier kunnen we als samenleving de kostprijs van de investeringen in de elektriciteitsnetten gevoelig drukken”, klinkt het. 

Dit geldt natuurlijk enkel voor het thuisladen, wat volgens Fluvius ongeveer 70 procent van alle laadbeurten zal uitmaken. DATS 24 legt dit aandeel iets lager en houdt het op zo’n 60 procent. De rest van de laadbeurten zal via publieke of semipublieke laadpalen moeten gebeuren. 

Wat betreft de installatie van semipublieke laadpalen, bijvoorbeeld op bedrijventerreinen of parkings van supermarkten, lijkt de benodigde versnelling ingezet. “DATS 24 gaat bijvoorbeeld het aantal laadpunten op winkelparkings van Colruyt Group verdriedubbelen op de tijdsspanne van een jaar, van 340 naar 1000 semipublieke laadpunten”, legt Flebus uit. Naar verwachting zal tegen 2030 ongeveer 20 procent van de laadbeurten op deze manier worden ingevuld. 

Het overige deel – zo’n 10 à 20 procent van het totaal – zal hoe dan ook moeten worden opgevangen door publieke laadpalen. Dit vormt vandaag het grootste zorgenkind. De overheidsambities op dit vlak worden hier voorlopig slechts moeizaam gerealiseerd. Het vooropgestelde doel van 30.000 publieke laadpalen in Vlaanderen tegen 2025 lijkt vandaag veraf. “De grote uitdaging is inderdaad de uitrol van het publiek netwerk. Het is vandaag maar de vraag of dit allemaal gehaald zal worden. Een gezonde ‘stroomstoot’ in deze ambities zou welkom zijn”, besluit Maarten Van Houdenhove, pr- en persverantwoordelijke van DATS 24.

Vorig artikel
Volgend artikel