openbaar vervoer
Moderne Stad

De shift van openbaar vervoer

28.02.2024
door Amaryllis De Bast

Steden over de hele wereld worden geconfronteerd met de uitdaging om oplossingen te vinden voor (openbaar) vervoer. Ook in Vlaanderen zorgt dit voor de nodige herzieningen. Hoe worden verkeersproblemen in stedelijke gebieden aangepakt?

De ellenlange files en treinen die niet op tijd komen… op vlak van mobiliteit hebben we in Vlaanderen nog heel wat varkentjes te wassen. Maar hoe kan het beter?

Zelfrijdende shuttles

Een interessante evolutie zijn de zelfrijdende shuttles, waarvan sommige pilootprojecten al worden gesubsidieerd vanuit Europa, vertelt Maarten Van Acker, professor Stedenbouw en woordvoerder van de Onderzoeksgroep Stedelijke Ontwikkeling aan de Universiteit Antwerpen. Landen zoals Frankrijk, Denemarken en Zwitserland maken reeds gebruik van deze zelfrijdende shuttles rondom stations.

Deze shuttles zijn ook interessant voor Vlaanderen, vertelt de professor. “In België beschikken we over een uitgebreid spoornetwerk. In specifieke gevallen, vooral wanneer vaste bestemmingen op korte afstand veelvuldig worden gebruikt, zouden deze shuttles een interessante oplossing kunnen zijn. Zo kunnen ze een lus van ongeveer vijf kilometer rijden en steeds dezelfde route volgen. Dat zou in België op sommige plaatsen heel handig zijn.”

Het is hierbij echter van cruciaal belang dat deze zelfrijdende shuttles een eigen baan krijgen en niet vast komen te zitten in het reguliere verkeer. Dit heeft enerzijds te maken met de technologie die nog niet volledig is aangepast aan het chaotische stadsverkeer. Anderzijds moeten we voorkomen dat we dezelfde problemen ervaren als met onze huidige bussen. “Wanneer er file is, zit de bus ook vaak vast. Eigen rijstroken voor deze shuttles zijn daarom essentieel om soepel en efficiënt te kunnen opereren.”

Het Belgische openbaar vervoersbedrijf Keolis is een pionier op het gebied van autonoom rijden, met bijna 100.000 kilometer succesvol autonoom rijden en duizenden passagiers die al gebruik hebben gemaakt van dit systeem. Ondanks het feit dat autonoom rijden dus bijna op punt staat, lopen de wetgeving en infrastructuur achter, vertelt Ben Roels, docent aan KDG Hogeschool en onderzoeker aan het onderzoekscentrum Duurzame Industrie. “Regelgeving zal altijd een uitdaging blijven, maar ik voorspel sterke vooruitgang in de nabije toekomst.”

Hoewel het een grondige studie vereist, kunnen we leren van landen zoals Luxemburg, waar het openbaar vervoer volledig gratis is.

- Ben Roels, docent aan KDG Hogeschool en onderzoeker aan het onderzoekscentrum Duurzame Industrie

Slimme technologie

Slimme technologie draagt aanzienlijk bij aan de efficiëntie van het openbaar vervoer. Hoewel we indrukwekkende vooruitgang hebben geboekt, realiseren we ons mogelijk niet volledig hoe ver we zijn gekomen, zegt Roels. “Denk aan de overgang van fysieke tickets naar online tickets. Vijf jaar geleden zaten we nog met papieren kaartjes. Nu maakt de app het proces duurzamer, sneller en biedt die mogelijkheden voor dataverzameling.”

De voordelen van online ticketverkoop zijn divers. Maar er is sprake van een gemiste kans om de kosten van het openbaar vervoer te verlagen. “De afschaffing van grote ticketprinters leidt tot aanzienlijke besparingen, wat niet alleen voordelig is voor de eindgebruiker maar ook voor openbaarvervoermaatschappijen zoals De Lijn en NMBS. Die kunnen hun kosten optimaliseren. Hoewel dit een grondige studie vereist, kunnen we leren van landen zoals Luxemburg. Daar is het openbaar vervoer volledig gratis.”

Een toekomstperspectief

De uitdagingen waarmee het openbaar vervoer in Vlaanderen kampt, zijn in eerste instantie meer gerelateerd aan ruimtelijke ordening dan aan mobiliteit, zegt Van Acker. Technologie op zich zal dit probleem niet oplossen: we moeten gezamenlijk met onze steden oplossingen ontwerpen. Ondanks alle uitdagingen is Van Acker optimistisch. “Momenteel werk ik aan ‘Metropolis II’, een project in samenwerking met onder meer Infrabel, NMBS, de Vlaamse Bouwmeester en het Departement Omgeving over de toekomst van onze kleine stations.”

Er wordt gewerkt aan twee extreme scenario’s: “Scenario één verkent het sluiten van sommige kleine stations, waar treinen niet meer stoppen, maar wel trams of autonome shuttles. Zo kunnen treinen sneller rijden tussen grote steden. Scenario twee behoudt alle kleine stations, terwijl snellere verbindingen tussen grote steden op andere manieren worden aangepakt, zoals extra sporen of ondergronds. In beide scenario’s bekijken we hoe de stationsomgevingen de woningnood en extra voorzieningen kunnen herbergen.”

Vorig artikel
Volgend artikel