pleegbaby
Gezin

Tom De Cock: “De roze pleegwolk”

25.06.2022
door Fokus Online

Een zevende hemel van dutjes, knuffels en wandelen in de zon. Zo zag ik de komst van onze gezinsuitbreiding: een pleegbaby. Mijn man was iets nuchterder en rekende al op voorhand het aantal gemiste uren slaap uit dat ons stond te wachten. We kregen allebei gelijk.

Onze dochter was tien weken toen we haar adopteerden. Drie minuten later is ze zeven. Jasmijn wordt sneller groot dan de gemiddelde rondetijd van Max Verstappen. En zoals in elk jong gezin dient zich dan de vraag aan: willen we een tweede kind?

Als mijn man een vrouw was geweest, was ze nu voor de derde keer zwanger. Mijn biologische klok tikt stevig. Verlangen naar een goedgevuld huis, een eigen familie. En wat zou het heerlijk zijn nog eens voor zo’n kleine baby te zorgen. Een soulmate voor Jasmijn, om mee te ravotten. Later samen voor die twee bejaarde papa’s te zorgen. En ruzie te maken over de erfenis. Het hele pakket!

Alleen duurt adoptie vandaag al snel acht jaar. Tegen die tijd is Jasmijn meer met puistencrème en opgevoerde elektrische steps bezig dan met een babyzusje. En zijn wij te oud om nog met de juiste swag aan de schoolpoort staan. Mijn man, die zijn hormonen beter onder controle heeft dan ik, stond ook wat op de rem: paste zo’n nieuw jong leven wel in ons drukke bestaan?

Uiteindelijk landden we op een oude liefde: pleegzorg. Dat waren we al van plan vóór we Jasmijn adopteerden, maar het leek ons toen vooral iets voor superhelden die dat hele gezinsding al onder de knie hadden. Na zeven jaar zelf opvoeden voelden we ons eindelijk klaar.

Het engagement is fors, maar Baby B’s bijdrage aan ons gezin is onmeetbaar.

In vergelijking met adoptie is de screening kort maar degelijk. En toen was hij er: Baby B. Een guitige brok energie van intussen tien maanden. Zijn mama zorgt voor hem als een leeuwin, maar haar netwerk is erg klein en dus kan ze alle extra handen gebruiken. Baby B logeert elk ander weekend bij ons. We vielen in een vast ritme van halen en brengen. Vrijdag zeul ik alle babyspullen naar beneden, zondag weer naar boven.

Zo’n pleegbaby om de twee weken is niet hetzelfde als een tweede kind. Ons gezin leeft niet permanent in babymodus, en dus is elk Baby B-weekend een aanslag op ons bioritme. En als je al vond dat opgroeien snel gaat, dan moet je eens een baby proberen die je maar om de twee weken ziet. Plots heeft-ie een mond vol tanden! En het volgende weekend kruipt hij! Gelukkig kijken we via WhatsApp elke dag mee in het leven van B. Onze pleegrelatie is een lotje uit de loterij. 

Het engagement is fors. Maar pleegbaby B’s bijdrage aan ons gezin is onmeetbaar. Jasmijn is de vertederendste grote zus uit de geschiedenis. Ze leert aandacht én speelgoed delen. Voor ons, als drukbezette millennials, is het een oefening in prioriteiten, rust en regelmaat. Het uitzetten van onze laptop. Het geven van echte, waardevolle aandacht aan die beide kinderzielen die ons zijn toevertrouwd.

We tellen af naar elk logeerpartijtje. Baby B maakt ons gekke, door het universum samengebrachte gezin compleet. En dan is die slapeloosheid snel vergeten. 

Vorig artikel
Volgend artikel