biotechnologie
R&D

De steile opmars van biotechnologie

16.04.2019
door Daan Vanslembroeck

Vlaanderen: pionier in de biotechnologie. Je leest het, je hoort het, maar ondertussen is het ook gewoon bewezen. Ons kleine landsdeeltje verricht baanbrekend onderzoek binnen de biotechnologie, waardoor wetenschappelijk onderzoek bijdraagt tot toepassingen in de geneeskunde, landbouw en industrie.

Biotechnologie. Het woord zegt het eigenlijk zelf al, maar we hebben hier – inderdaad – te maken met technologische ontwikkelingen gebaseerd op biologie. Biotechnologie maakt gebruik van dieren, bacteriën en planten voor de ontwikkeling van medicijnen, voedsel of nieuwe stoffen. Dat gaat van het maken van kaas tot het kweken van bacteriën die uiteindelijk leiden tot vaccins.

Biotechnologisch ecosysteem

Waarom Vlaanderen de voorbije decennia steeds Champions League speelde binnen dit segment, legt Philippe Muyters uit, Vlaams minister van Werk, Economie, Sport en Innovatie: “Vlaanderen heeft een aantal bijzondere troeven. Op een kleine oppervlakte, op een kruispunt in Europa, vind je hier een dichte concentratie aan hooggeschoold personeel, innovatieve kmo’s, multinationals en sterke kennisinstellingen. Met het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) als belangrijke motor zijn we erin geslaagd om een ecosysteem rond biotechnologie te creëren waar bedrijven graag deel van willen uitmaken.”

Johan Cardoen is managing director van dat Vlaams Instituut voor Biotechnologie en vertelt dat er in de jaren 80 slechts twee biotechbedrijven in Vlaanderen waren. Ondertussen is dat aantal gestegen tot boven de 200. “Daarmee stellen we ruim 20.000 mensen tewerk, en met de toeleveranciers loopt dit aantal zelfs op tot 75.000. Dat bewijst de economische impact van de biotechnologie.” Er zijn verschillende redenen die deze explosieve groei verklaren: “De biotechsector is kennisgedreven. Succesvolle clusters worden rond kenniscentra gebouwd.  We hebben hier in Vlaanderen uitstekende kenniscentra -VIB en universiteiten – die een bron zijn van innovaties en talent. De sector werkt nauw samen met de expertise van VIB en de universiteiten, wat zich vertaalt in een dynamisch ecosysteem met kernen in Gent en Leuven. De voorbije jaren werd er gewerkt rond de uitbouw van een biotechnologisch kenniscentrum dat wereldwijd naam en faam verkreeg.”

“We staan op Europees vlak mee aan de top qua innovatie. Maar het is ook een uitdaging om daar te blijven. Philippe Muyters

Vruchtbare grond

Cardoen prijst ook de financiële slagkracht van de sector. “Enerzijds is er de steun van de overheid geweest, over de legislaturen heen, en anderzijds is er heel wat durfkapitaal. Dat moet je hebben om innoverende projecten te kunnen uitbouwen.” Die fondsen komen vaak ook uit Amerika. Ze komen hier kijken omdat we wereldwijd op de kaart staan. “Vlaanderen is een steengoede grond voor biotech.”

Het is een open deur intrappen, maar innovatie gaat vandaag razendsnel. Muyters: “We staan met Vlaanderen op Europees vlak mee aan de top qua innovatie. Maar het is uiteraard ook een uitdaging om daar te blijven.” Vanuit de overheid werd de voorbije jaren vooral ingezet op samenwerking tussen biotechbedrijven, -sectoren en kennisinstellingen. “Die innovatieve samenwerking is voor een groot stuk onze Vlaamse kracht. Met initiatieven zoals het Flanders Future Tech Fund willen we er bovendien voor zorgen dat innovaties vanuit onze strategische onderzoekscentra versneld naar de markt kunnen stromen.” De grootste uitdaging blijft dan ook om die positie op zijn minst te kunnen handhaven. Geen sinecure. Cardoen: “Blijven investeren in innovatie is de boodschap. Op die manier moeten we onze wereldwijde status vasthouden.”

Talent klaarstomen

De wereld wordt echter steeds kleiner, waardoor de competitie naar talent zal aanhouden. Opleidingscentra worden daarin onmisbaar. “We moeten het talent van de toekomst klaarstomen zodat bedrijven én geschoolde werknemers naar hier komen. Momenteel is er per jaar 1000 vierkante meter ruimte nodig voor groei-infrastructuur rond Leuven en Gent”, aldus Cardoen. Inderdaad, rond die steden, want investeerders willen echt in die kenniscluster zitten. Investeren op een afstand van dat ‘episch centrum’, doen ze namelijk minder graag. “Daar gebeurt het, daar willen ze bij zijn. Niet onlogisch. Samen met de aanwezigheid van groeikapitaalfondsen moeten we bedrijven ook in de toekomst financieel ondersteunen en financieel verankeren, om stabiliteit te kunnen garanderen. Zo moeten we ook de komende decennia een speerpunt blijven inzake biotechnologie.”

Vorig artikel
Volgend artikel