R&D

Academisch onderzoek gaat naar de markt

30.05.2022
door Tom Cassauwers

De academische wereld en haar onderzoek worden soms een ivoren toren genoemd. Maar niets is minder waar volgens deze academici. Zij ontwikkelen spitstechnologie, maar zorgen er ook voor dat die in de echte wereld een plek vindt. Hoe ze die transitie waarmaken, leggen ze hier uit.

onderzoekEmmanuel Vander Poorten
Professor aan de KU Leuven gespecialiseerd in chirurgische robots

Wat voor technologie ontwerpen jullie?

“Wij ontwikkelen robotica om chirurgen te helpen. Weinig van onze instrumenten worden echter al helemaal in de praktijk gebruikt, want medische technologie vraagt veel tijd om te ontwikkelen. Iets wat je vandaag ontwerpt, kost vijf à tien jaar om in een product terecht te komen. De regelgeving is streng, en het duurt even voordat zulke instrumenten op grote schaal toegepast mogen worden. Een van de door ons ontworpen instrumenten gaat in de retina van de mens, het oog dus, om daar geblokkeerde bloedvaten te ontstoppen. Zo behandelen we een retinale ziekte. Daarmee hebben we in de experimentele fase al vier patiënten behandeld, wat met de hand onmogelijk zou zijn geweest.”

Hoe brengen jullie die innovaties naar de praktijk?

“Na de ontwerpfase testen we in samenwerking met de ziekenhuizen de instrumenten al op patiënten. Eens dat gebeurd is, proberen we via een spin-off of een ander bedrijf de technologie te licentiëren. Zo brengen we het instrument naar de markt. Wij hebben een complexer traject naar de praktijk dan andere onderzoeksvelden, want door regelgeving moeten we veel hogere investeringen doen. We moeten bewijzen dat een instrument veilig is en een meerwaarde heeft. Daarnaast zijn er complexe regels rond terugbetalingen, die verschillen per land. Dat doorlopen vraagt tijd. Maar eens het lukt, kun je een erg grote impact hebben en ook wereldwijd werken.”

Hoe ziet de toekomst van jullie veld eruit?

“Het aantal bedrijven in robotische chirurgie neemt de laatste jaren sterk toe, en de interesse stijgt. Vroeger was er argwaan tegen robotica bij chirurgen, maar die ebt weg. Er komen ook grotere budgetten vrij. Een technologische trend is daarnaast automatisatie. Artificiële intelligentie kan zo een deel van de procedure automatiseren, denk maar aan de interpretatie van beelden of de controle van de instrumenten. Een deel van de chirurgische taken kan op die manier overgenomen worden door AI in de nabije toekomst, zodat de chirurg zich op andere aspecten kan focussen.”

biotechnologieRamon Ganigué
Professor aan de UGent en specialist in milieu-biotechnologie

Wat voor technologie ontwerpen jullie?

“Met ons team ontwikkelen we technologieën waarmee we bijvoorbeeld afvalstoffen recupereren of grondstoffen hergebruiken. Onze technologie helpt ons om een circulaire maatschappij te bouwen. We dichten de kloof tussen ons huidig grondstoffengebruik en toekomstige noden. Zo ontwikkelen we bioprocessen die moleculen vanuit organische afvalstromen transformeren naar chemicaliën die dienen als voorlopers voor polymeren. Vandaag heb je daarvoor vaak petroleumgebaseerde processen nodig. Met onze technologie kunnen we ook CO2 omzetten naar dat soort moleculen. We werken ook aan projecten om afval te valoriseren, zoals bio-oliën op basis van afval die nuttig zijn voor de chemische industrie.”

Hoe brengen jullie die innovaties naar de praktijk?

“Academisch onderzoek gebeurt meestal in de vroege fasen van technologieontwikkeling, gaande van het uitbouwen van een ‘proof-of-concept’ tot de fase van opschaling. Dat laatste gebeurt vooral samen met bedrijven. Naarmate je dichter bij de markt komt, kom je in de ‘valley of death’ terecht, waarbij je technologie nog pril is maar de subsidies afnemen en je een businesscase moet tonen. Dat is een moeilijke fase, waarin een nieuw concept makkelijk kan falen. De succesvolle opname van de technologie door de private sector is dus cruciaal. Daarom werken we al vroeg in de ontwikkeling samen zodat bedrijven zicht hebben op ons onderzoek. Als universiteit mogen we geen ivoren toren zijn.”

Hoe ziet de toekomst van jullie veld eruit?

“Er bestaan vandaag voornamelijk twee aanpakken voor bioproductie. Gemengde cultuurbiotechnologie, traditioneel gekoppeld aan ‘vuile’ biotechnologie zoals afvalverwerking en bioremediatie, en pure cultuurbiotechnologie, die plaatsvindt in laboratoriumomstandigheden met behulp van geraffineerde substraten. In de circulaire economie, waarin afval nieuwe grondstoffen zal worden, zal de scheiding tussen de twee moeten vervagen. Succesvolle bioproductietechnologieën die circulariteit mogelijk maken, kunnen namelijk van beide domeinen leren.”

onderzoekAnn Nowé
Professor aan de VUB en hoofd van het AI Lab van de universiteit

Wat voor technologie ontwerpen jullie?

“Ons AI-lab werd opgericht in 1983. We werken rond meerdere aspecten van AI, van meer theoretische onderwerpen tot de praktijk, vanuit een interdisciplinaire invalshoek. Je vindt bij ons filosofen en linguïsten terug, niet enkel computerwetenschappers. Een van onze centrale thema’s is hernieuwbare energie. We ontwerpen coördinatiemechanismen om groene stroom lokaal uit te wisselen, die ervoor zorgen dat het netwerk niet overbelast raakt terwijl de gebruikers ervan eerlijk vergoed worden. Ons onderzoek brengt ons ook bij de windmolens in de Noordzee, waarbij we maanden op voorhand voorspellen wanneer ze onderhoud nodig hebben. Maar we doen evengoed theoretisch onderzoek naar basis-algoritmes.”

Hoe brengen jullie die innovaties naar de praktijk?

“In 2019 richtten we het AI Experience Centre op. Daar laten we een brede waaier aan AI-toepassingen zien, zoals demo’s en educatieve tools. Bezoekers, van beleidsmakers tot de industrie, kunnen er meekijken met de algoritmes. Zo leggen we uit wat je al wel en niet kunt doen met AI. Dat is een van de grote problemen die we zien rond de technologie. Er is veel rond te doen, maar vaak is het moeilijk om uit te leggen aan niet-technische personen. Een algoritme kan bijvoorbeeld erg contextgevoelig zijn, en afhankelijk van de situatie wel of niet goed werken. Communicatie is dus cruciaal om ons onderzoek naar de praktijk brengen. We moeten in dialoog gaan met de industrie, en hen inspireren.”

Hoe ziet de toekomst van jullie veld eruit?

“De toekomst ziet er goed uit (lacht). Er is erg veel interesse in AI, en er bestaan veel kansen. Maar tegelijk zijn er ook veel misverstanden. De meningen over AI zijn ook niet altijd even correct. Waar we vandaag op inzetten, zijn zaken zoals mobiliteit en hernieuwbare energie. AI kan meehelpen om klimaatvraagstukken aan te pakken. De AI-systemen van de toekomst zullen opnieuw meer aandacht hebben voor de interactie met de mens, om zo enerzijds beter aan te sluiten bij de voorkeuren van de gebruikers en anderzijds ook te zorgen voor een transparantere communicatie van de beslissingen.”

Vorig artikel
Volgend artikel