cloud
IT

De ene wolk is de andere niet

14.12.2021
door Frederic Petitjean

De cloud is “hot”, meer en meer bedrijven onderkennen de voordelen ervan en willen er mee aan de slag gaan. Niet elke cloud is echter dezelfde en ook in de manieren waarop die cloudtechnologie kan ingezet worden zitten grote verschillen. Een blik achter de schermen. 

Cloud computing

Dat “cloud computing” zich mag verheugen in de interesse van veel ondernemingen, hoeft niet te verbazen. Cloudapplicaties zijn eenvoudig uit te rollen, vergen geen voorafgaande investeringen, laten zich snel opschalen en je betaalt (meestal) naarmate je verbruik. “Je moet wel het onderscheid maken tussen private en publieke clouddiensten”, zegt Friso Haringsma, CEO van Datacenter United. “Een publieke cloud draait op hard- en software die niet jouw eigendom is en die je deelt met andere gebruikers. Bekende aanbieders zijn bijvoorbeeld Amazon, Microsoft en Google. Een private cloud draait voor één bedrijf: je hebt meer controle over je data, je weet op voorhand wat het je gaat kosten en je kiest zelf je apparatuur. Daar tegenover staat wel dat het een investering en moeite kost. De instapkost is bijvoorbeeld veel hoger, maar eenmaal alles afbetaald is, kost het zo goed als niks meer. Terwijl een publieke cloud een continue kostenpost is.” 

Hybride cloud

Overigens: er bestaat ook een mengvorm, de zogenaamde “hybride” cloud. “Dat mag je letterlijk beschouwen als een mix tussen de private en de publieke cloud”, zegt Fredriek Van Hoornick Manager Solution Engineering bij het IT-bedrijf VMware. “Bepaalde clouddiensten ga je zelf draaien, andere besteed je uit. Je kunt het zelfs nog verder drijven en “multi-cloud” gaan: daarbij zet je niet een bepaalde cloudprovider in, maar verschillende. Alweer: naargelang je behoefte en de use case.” 

Die use case is inderdaad een belangrijke factor, beaamt Haringsma. “De publieke cloud heeft voor- en nadelen, maar de private cloud is ook niet zaligmakend. Veel hangt af van welke type bedrijf je bent, wat voor data je hebt en wat voor applicaties je gebruikt. Een voorbeeld: een e-mailprogramma. Dat werkt zo goed in de cloud, het sop is eigenlijk de kool niet meer waard omdat volledig zelf te gaan draaien en te onderhouden. Heb je echter heel gevoelige research-data die van levensbelang is voor je bedrijf…dan lijkt het me geen slecht idee omdat zo dicht mogelijk bij je te houden.” 

Een online-dienst opschalen van 5.000 naar 500.000 gebruikers is in een publieke cloud kinderspel, maar dat zelf klaarspelen is bijna ondoenbaar.

– Frederiek Van Hoornick

Uitzonderlijke omstandigheden

“Soms spelen ook wel uitzonderlijke omstandigheden mee”, pikt Van Hoornick in. “Ik ken een bedrijf dat zijn volledige test- en ontwikkelomgeving naar de publieke cloud heeft gebracht door de huidige schaarste aan chips. Op die manier moeten zij zelf geen apparatuur meer kopen, maar is dat het probleem van een externe partij geworden. Soms is het ook een kwestie van schaal: stel dat je een online-dienst aanbiedt die op een paar weken tijd moet schalen van 5.000 naar 500.000 gebruikers. In een publieke cloud is dat kinderspel. Dat zelf klaarspelen is bijna ondoenbaar.” 

SaaS, IaaS en PaaS

Overigens is ook niet elke softwaredienst die via de cloud binnenkomt dezelfde. Er zijn drie grote groepen, leggen onze specialisten uit: SaaS (Software-as-a-Service), IaaS (Infrastructure-as-a-Service) en PaaS (Platform-as-a-Service). Die laatste richt zich vooral op softwareontwikkelaars en is vrij gespecialiseerd, maar de twee andere zijn zeer courant. “SaaS wil zeggen dat je, om het programma te draaien, zelf geen enkele infrastructuur op poten moet zetten”, zegt Van Hoornick. “Geen servers, geen databases, geen netwerk…niks. Je moet enkel configureren. Je hebt dus geen controle over hoe of waar die software draait.” 

“Bij IaaS heb je die controle veel meer”, zegt Haringsma. “Je huurt als het ware je computerinfrastructuur op afstand en je voegt, naargelang je behoeft, bijvoorbeeld extra servers of backupschijven toe. Dat gaat heel eenvoudig, met slepen en klikken. En daarna gebruik je die infrastructuur om je software te laten lopen.” 

Wat het best geschikt is voor wie, is opnieuw niet eenduidig. “Het hangt alweer af van wat de eindgebruiker nodig heeft, wat zijn budget is en of het bedrijf de kennis en mankracht heeft om die infrastructuur nuttig te gebruiken”, duidt Van Hoornick. 

Vorig artikel
Volgend artikel