De interieurbalans tussen nieuw en oud: ‘Beter één knaller dan een dozijn’

Stijl heeft in veel gevallen te maken met identiteit. We willen origineel uit de (kamer)hoek komen door een persoonlijke twist te geven aan ons interieur. Hoe pakken we dit nu best aan? 

Wanneer je je intrek neemt in een nieuw appartement of huis, heerst er vaak de drang om alles zo snel mogelijk in te richten. Dit heeft echter tijd nodig, een interieur moet kunnen groeien. Dat doe je onder meer door nieuw meubilair te combineren met antieke of vintage stukken. “Een evidente plaats om op zoek te gaan naar een authentiek stuk is de Kringwinkel”, zegt Nathalie Posson, oprichtster van hout- en meubelrestauratie-atelier De Klopperij en bekend van het programma De Repair Shop.

“We hebben niet voor niets de slogan: ‘Het trottoir is onze grootste leverancier.’ Het klinkt misschien extreem, maar we willen er vooral mee aangeven dat je moet durven openstaan voor originele meubelstukken. Het is meestal interessanter om de Kringwinkels van welgestelde gemeentes zoals Brasschaat en de rand rond Brussel te bezoeken omdat je hier de kans hebt om kwaliteitsvolle meubelstukken te vinden. Aan de andere kant kan een bezoek aan het containerpark ook soms voor mooie verrassingen zorgen. Zo heb ik er de salontafel van muzikant Mauro Pawlowski overgenomen.”

Je hoeft dus niet steeds naar officiële meubelzaken om iets waardevols te vinden. “Tijdens deze zoektocht stuit je natuurlijk ook op veel stukken die duidelijk hun beste tijd hebben gehad”, zegt Yves Chung, vintage-dealer, uitbater van Pellegrini Design en bekend van het programma Stukken van Mensen. “Bij vintage – ik spreek dan over stukken van minimaal 30 jaar oud – heersen er soms andere regels in vergelijking met ander meubilair, maar veel heeft ook met persoonlijke voorkeur te maken. Zo heb je mensen die op zoek zijn naar een echte vintage klassieker zoals de Eames-loungestoel, en dan ook vooral waarde hechten aan het gepatineerde en karaktervolle leer. Anderen zijn dan weer op zoek naar een zo proper mogelijk stuk. Je kunt beide kanten beargumenteren, maar wat vaststaat is dat je in beide gevallen kunt rekenen op een toekomstvaste investering.” 

Een uniek meubelstuk, of het nu vintage is of niet, kan initieel zorgen voor een meerkost door een hogere aankoopprijs of restauratiekosten, maar wanneer je naar de toekomst kijkt, is de kans heel groot dat net dat stuk nog deel zal uitmaken van je leefruimte. “Kwaliteit blijft kwaliteit”, zegt Nathalie Posson. “Massief hout kun je blijven repareren. Een kras kan hier zelfs geen kwaad. Het vertelt hier een verhaal, terwijl dit bij een nieuw meubelstuk het einde kan betekenen.” Tussen de verhalen door is het natuurlijk ook belangrijk om een gezond evenwicht te vinden tussen nieuw en oud. “Je living mag niet op een brocanterie beginnen te lijken”, vult Nathalie Posson aan. “Hoewel ik soms neig naar more is more, geldt op het vlak van interieur toch nog altijd less is more. Het komt veel straffer over om één knaller te bezitten in plaats van een dozijn”, besluit Yves Chung.