Combimobiliteit: Met de fiets naar de trein naar de step
Duurzaam woon-werkverkeer is goed voor het milieu. De overheid stimuleert duurzaamheid met subsidies, bedrijven stellen mobiliteitsplannen op en ook de burgers leveren de nodige inspanningen. Er is steeds meer diversiteit in de vervoersmogelijkheden.
De mobiliteitsbarometer van Acerta geeft aan dat in 2022 nog altijd 23 procent van de bedienden in België met een bedrijfswagen reed, maar de overgang van klassieke verbrandingsmotoren naar elektrische alternatieven is definitief ingezet. Bovendien verliest de wagen een beetje van zijn machtspositie ten opzichte van andere vervoersmiddelen. In Vlaanderen is de switch vooral naar de (elektrische) fiets gemaakt. In Brussel neemt het openbaar vervoer meer dan de helft van het woon-werkverkeer voor zijn rekening, terwijl in Wallonië nog acht op de tien verplaatsingen naar het werk met de auto worden afgelegd.
Combimobiliteit is simpelweg verschillende vervoersmiddelen gebruiken om je te verplaatsen. Naast het openbaar vervoer kun je bijvoorbeeld autodelen, een elektrische fiets leasen of een abonnement op een step nemen. Heel wat werknemers nemen de fiets of auto tot aan het station om het laatste stukje traject met de deelfiets of -step af te leggen. Combinaties zijn legio. Bovendien kun je transportmiddelen perfect combineren volgens de omstandigheden van het moment.
Met een mobiliteitsbudget wordt dikwijls gekozen voor een ‘Mobility as a Service’-app.
“Bedrijven zullen meer rekening moeten houden met de veranderende kijk op de organisatie van combimobiliteit”, legt Karolien Van Herpe, mobiliteitsexperte bij Acerta, uit. “Zo zijn er bijvoorbeeld meer steden met lage-emissiezones, die parkeren aan de rand van de stad stimuleren. Dat heeft een impact op het woon-werkverkeer. Combinatiemogelijkheden van de verschillende vervoersmiddelen moeten worden uitgewerkt in het beleid zonder daarbij de kosten voor de onderneming uit het oog te verliezen.”
Bedrijven zoeken nu al naar duurzame oplossingen. Werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen kunnen deze inruilen voor een mobiliteitsbudget. “Daarbij wordt dikwijls gekozen voor MaaS, Mobility as a Service”, zegt Roel Vanderbeuren, projectmanager mobiliteit bij adviesbureau The New Drive. “Er zijn apps op de markt zoals Skipr of Olympus Mobility, die de combimobiliteit zowel voor de werknemer als voor het bedrijf vergemakkelijken. Elke werknemer kan binnen een aangegeven budget zijn persoonlijke vervoersmiddelen kiezen en betalen, terwijl het bedrijf minder administratie moet verzorgen of contracten hoeft te onderhandelen met vervoersmaatschappijen.”
Werknemers die niet over een mobiliteitsbudget beschikken krijgen op een andere manier alternatieve vervoersoplossingen aangereikt. “De elektrische fiets maakt opgang bij de bedrijven”, vervolgt Vanderbeuren. “Heel wat bedrijven passen daarom hun infrastructuur aan in de vorm van fietsenstallingen, oplaadpunten, kleed- en douchekamers.” Karolien Van Herpe oppert het idee van een mobiliteitskaart, waarbij elke werknemer een vrij beschikbaar budget krijgt voor zijn mobiliteit en zijn trajecten kan kiezen volgens de noden van het moment. “Maar dat is voorlopig nog toekomstmuziek”, besluit ze.