Interview door Bavo Boutsen

Stoffel Vandoorne: “Technologie ontwikkeld in Formule E, ook al op de openbare weg”

Als wereldkampioen in de Formule E verzekerde Stoffel Vandoorne zich vorig jaar definitief van een plaatsje op de wall of fame van de autosport. Tegelijk voelt hij ook de groeiende relevantie van deze elektrische autosportklasse. ‘De rol van Formule E als innovatiemachine zal nog groter worden.’

Hoe loopt het huidige Formule E-seizoen als regerend wereldkampioen?

“Hoewel we bij mijn nieuwe team DS Penske voor het seizoen heel goede testen hadden, kenden we een wat moeilijke start. Grotendeels omdat de set-up van de auto niet genoeg aangepast was aan de typische stratencircuits van de Formule E. We hebben daarna redelijk snel veel progressie gemaakt, waardoor we nu voorin kunnen meestrijden tijdens de races.” 

Ondanks je wereldtitel vorig seizoen trok Mercedes, je vorige team, zich terug uit het kampioenschap. Zegt dat iets over Formule E als sport?

“Een samenloop van omstandigheden heeft geleid tot die beslissing. Enerzijds waren er heel wat onzekerheden ontstaan tijdens corona, anderzijds is het natuurlijk een realiteit dat Formule 1 vandaag – onder meer door de Netflix-reeks Drive to Survive – zeer populair is. Daarom heeft Mercedes ervoor gekozen om zich volledig daarop te richten. Op zich is het in de autosport ook normaal dat constructeurs hun focus af en toe wat verleggen.”

De Formule E beschikt over een officieel carbon neutral-certificaat.

Je bent ook nog steeds testrijder in de Formule 1. Wat is voor jou als rijder het belangrijkste verschil tussen de F1 en FE?

“Door de reglementering liggen de wagens in het Formule E-kampioenschap veel dichter bij elkaar, waardoor je als rijder meer het verschil kunt maken. In de Formule 1 zorgen de reglementeringen er net voor dat er relatief veel verschil zit tussen de teams. Hierdoor is het materiaal met andere woorden doorslaggevender voor de resultaten. Veel meer dan in de Formule 1 weet je als rijder in de Formule E dus dat een goede race rijden gelijkstaat aan meestrijden om de prijzen. Dat is uiteraard leuker.”

Formule E is niet alleen spannender, de races zijn ook altijd op stratencircuits in de stad. Waarom is de populariteit dan niet groter?

“Het is en blijft een heel jong kampioenschap, waardoor er nog geen grote traditie is. Daarom is de vergelijking met F1 – die iedereen steeds maakt – eigenlijk niet 100 procent fair. Toch heeft ook de Formule E al veel stappen gezet. Vandaag is het de tweede populairste tak van de autosport. In een aantal landen voel je ook dat het heel hard leeft bij de fans. Het belangrijkste streefdoel op dit moment is om een vaste kalender uit te bouwen, met vaste locaties waar we ieder jaar terugkeren. Momenteel verandert er nog ieder jaar erg veel, vooral omdat het niet zo makkelijk is om akkoorden te vinden met steden om een race te kunnen organiseren.”

Formule E is in het leven geroepen als het uithangbord van de duurzaamheidsstrategie van de autosport. Staat dit duurzaamheidsaspect echt zo centraal, of is dit vooral een verkooppraatje?

“De Formule E beschikt over een officieel carbon neutral-certificaat. Dit is dus zeker niet louter voor de vorm. Dat voel je ook tijdens de races. Zo is het circuit in Saoedi-Arabië volledig verlicht door zonne-energie, terwijl dat van Kaapstad volledig draait op windenergie. De sport doet dus veel meer voor het klimaat dan enkel duurzame wagens ontwikkelen.”

Formule E

Wat heeft de Formule E al betekend voor de algemene ontwikkeling van de elektrische wagens?

“Ik denk dat die invloed al erg groot is geweest. De technologie die wordt ontwikkeld op het circuit, wordt ook gebruikt in elektrische auto’s op de openbare weg, bijvoorbeeld inzake batterij-ontwikkeling en efficiëntiewinst. Dat is logisch, want een race draait voor ons eigenlijk volledig rond energy management. De grootste meerwaarde zit echter in de softwareontwikkeling. Die is bij elektrische auto’s sowieso erg complex en heeft dus baat bij zoveel mogelijk onderzoek en ontwikkeling. In het huidige tijdperk waarin de hele wereld schakelt naar elektrisch rijden, is deze raceklasse dus erg relevant. Bovendien geloof ik ook dat de rol van de Formule E als innovatiemachine nog groter zal worden. Daarvoor moet de reglementering voor de racewagens wat minder restrictief worden.” 

Tot slot: De Netflix-reeks Drive to Survive, over het reilen en zeilen in de Formule 1, is een wereldwijd succes. Hoe heb je hier als insider naar gekeken?

“Uiteraard proberen de makers vooral een meeslepend verhaal te creëren. Daarom wordt er veel nadruk gelegd op de onderlinge rivaliteit en de politiek die erachter speelt. Als je erin meedraait, voel je dit uiteraard anders aan. Maar als je ziet hoe groot het effect is geweest op de populariteit van de sport, lijkt het me zeker een goed idee is om een gelijkaardig verhaal te maken over de Formule E.”

28.04.2023
door Bavo Boutsen
Vorig artikel
Volgend artikel