Interview door Lieven Desmet

Véronique Goossens: ‘Het glas is voor mij altijd halfvol’

Het zijn vreemde tijden. Energieprijzen die ontsporen, torenhoge inflatie, een war for talent. Het zijn stevige vraagstukken voor ondernemers die hun kosten zien oplopen en zich tegelijk moeten voorbereiden op de toekomst. Véronique Goossens, hoofdeconome bij Belfius, laat haar licht schijnen.

Tal van sectoren en ondernemingen zien hun energiefactuur de hoogte in vliegen. De koopkracht blijft in ons land beter beschermd in vergelijking met andere Europese landen, dankzij de automatische loonindexering. Dat komt natuurlijk wel met een prijskaartje?

“Voor de concurrentiekracht doet dit alles geen goed, natuurlijk. En er zit nog een loonsverhoging aan te komen in die sectoren waar er slechts jaarlijks een indexering plaatsvindt. Als je echter op langere termijn kijkt, dan zullen de andere landen ook hogere looneisen op hun bord krijgen. Bij ons wordt dat sneller toegepast dan in de ons omringende landen, maar die inhaalbeweging komt er wel. Nu, veel bedrijven kunnen de gestegen kosten ook deels doorrekenen of opvangen met de gestegen winstmarges die het afgelopen jaar toch robuust waren. In die zin is het heel dubbel. Ik maak hier natuurlijk wel een macro-economisch onderscheid tussen soorten bedrijven en sectoren. Er zijn individueel grote verschillen.” legt Véronique Goossens uit. 

Bedrijven hebben de coronacrisis relatief goed doorstaan, mede dankzij de steunmaatregelen van de overheid. Maar die maatregelen lopen af, in combinatie met de gestegen energie en inflatie. Vreest u alsnog een kaalslag?

“Je ziet in elk geval het aantal faillissementen toenemen, terwijl deze kunstmatig laag waren in de voorbije twee jaar. We zitten een beetje in dezelfde situatie als tijdens corona, waarbij de overheden tal van maatregelen treffen om de ergste nood te lenigen. Al zullen de maatregelen nu meer gefocust worden, terwijl het destijds toch meer ‘one size fits all’ was. Het is ook nodig, want dit is alweer een exogene schok. Een belangrijke leverancier die plots zijn leveringen staakt, dat is geen intrinsiek economisch probleem, maar net zoals corona iets wat je overkomt. Dan is het zaak dat overheden optreden om een bloedbad te voorkomen. Gezonde bedrijven kun je niet failliet laten gaan omwille van iets wat van buitenaf komt.”  

Het toont wel onze afhankelijkheid aan, en de transitie naar hernieuwbare energie is lang en duur. Hebben we de middelen en de tijd om dit te overbruggen?

“De middelen liggen niet voor het oprapen. Anderzijds is er een arsenaal aan subsidies aangelegd om die transitie mee te helpen financieren, zowel voor de burgers als voor de bedrijven. De investering wordt – door de dure energie – ook sneller terugverdiend. Bedrijven zullen moeten nadenken over hun veerkracht, want energie zal ook de komende jaren duur blijven. Die transitie moeten we gewoon doen. De waarheid is dat zo’n transitie traag gaat maar op alle fronten noodzakelijk is. Een stuk van de oplossing ligt in ons eigen verbruik, waar we allemaal mee verantwoordelijk voor zijn. Ik wil niet met het vingertje wijzen of klinken als een groene sokkenmadam, maar ik denk zelf ook na over bijvoorbeeld mijn autogebruik.” lacht Véronique Goossens.

Jonge mensen moeten het gevoel hebben dat er betekenis zit in wat ze doen.

Bent u een ecomodernist? Gelooft u met andere woorden in de technologische vooruitgang om de klimaatproblematiek en het duurzaamheidsdebat aan te pakken?

“Ja, ik denk het wel. Als je ziet wat er nu allemaal al in de pijplijn zit qua technologie en investeringen. Die verhalen worden te weinig verteld. Alleen al in ons land wordt er gewerkt aan gigantische batterijopslag, waterstof, slimme netwerken… Dat zijn allemaal zaken die vergevorderd zijn, naast tal van andere technologieën waar we nu nog niet van weten. Of denk aan de ontwikkelingen in circulaire economie. Het moet natuurlijk rendabel te maken zijn, maar ik zie het glas op dat vlak als halfvol. En met de huidige sense of urgency zal er nog sneller werk van gemaakt worden.”   

Welke bedrijven zijn volgens u toekomstbestendig?

“Bedrijven worden uitgedaagd om hun processen te versnellen. Is het niet via digitalisering door de coronapandemie, dan wel door de huidige crisis. We hebben echt sterke bedrijven met een langetermijnvisie, die ook kijken naar de trends van de toekomst. Zij die erin slagen om zich voortdurend aan te passen hebben de toekomst. Soms hebben we een schok nodig om iets in gang te zetten. Het komt erop aan om niet de schouders te laten hangen, maar net dan het verschil durven maken.”  vertelt Véronique Goossens.

Gelooft u in een nieuw tijdperk van meer lokale productie, of het einde van de globalisering zoals we het hebben gekend?

“Producten die technologisch minder gevoelig liggen, zullen volgens mij blijvend geproduceerd worden in die oorden waar de kostprijs laag is. Het was tijdens corona bon ton, toen de logistieke ketting haperde, om te spreken over het einde van de globalisering. Eerlijk: ik denk dat het niet zo simpel is. Ik geloof wel in ‘anders-globaliseren’: op welke plekken kunnen we systeemrisico’s vermijden, ook door niet al onze eieren in dezelfde mand te leggen. Europa is dan plausibel voor bepaalde activiteiten, zij het dan wel via automatisering. Want het moet wel kostenefficiënt kunnen en de arbeidsmarkt is tegelijk heel krap.” 

Véronique Goossens

We zien op de arbeidsmarkt inderdaad een gigantische war for talent. Waar zijn al die arbeidskrachten naartoe?

“Ze zijn van job veranderd. De horeca is daar een goed voorbeeld van, die mensen hebben in andere sectoren werk gevonden. De werkloosheid is historisch laag, er is weinig marge om mensen te vinden. Als we naar een werkzaamheidsgraad van 80 procent willen gaan, wat de politieke ambitie is, dan zul je buiten de klassieke pool van werkzoekenden moeten gaan en kijken naar de niet-actieven om die reserves aan te spreken.” vertelt Véronique Goossens. 

Er wordt gezegd dat de jongere generatie die op de arbeidsmarkt komt anders aankijkt tegen werken. De work-lifebalans is prominenter en de ambities om de top te bereiken zijn minder. Generatiefabeltjes of klopt dat?

“Dat is een heel goede vraag. Ik kan daar niet goed op antwoorden. Als ik kijk bij ons, dan lopen hier heel wat geëngageerde jonge mensen rond die heel ijverig zijn. Anderzijds, ik geef hen ook wel gelijk om een gezond evenwicht te bewaren. Het lijkt me als samenleving ook gezond.”

Wat betekent dat concreet voor werkgevers? 

“Ik denk dat je je daar als bedrijf bewust van moet zijn. Het is niet enkel maar werken, het is ook mensen laten voelen dat hun engagement ertoe doet. Jonge mensen moeten het gevoel hebben dat er betekenis zit in wat ze doen. Er moet een evenwicht zijn in wat je als bedrijf te bieden hebt ten opzichte van de maatschappij. Daarmee kun je het juiste talent aantrekken, en dan is dat een win-win.” legt Véronique Goossens uit. 

Smart
fact

U houdt van kunst. Is dat een soort escapisme als tegengewicht voor de harde economische wereld waar u dagelijks mee te maken hebt? 

“Moderne kunst kan ook net heel confronterend zijn. Ik zou het geen escapisme noemen, maar eerder iets wat je scherper stelt. Het kan je onnoemelijk troosten, maar ook verontrusten. Kunstenaars zijn vaak mensen met een hogere sensitiviteit of rationaliteit. Soms begrijp ik er ook geen snars van (lacht). Ik ben een sympathisant van het Antwerpse Fotomuseum. Dat kan wedijveren met veel internationale fotomusea. Ik hou van fotografie en bezoek ook veel tentoonstellingen. Fotografie is wel degelijk kunst voor mij.” 

12.10.2022
door Lieven Desmet
Vorig artikel
Volgend artikel