Interview door Frederic Petitjean

Omar Mohout: ‘Ik heb liever tien pony’s dan een unicorn’

Nu een gigantische digitaliseringsgolf over onze bedrijfswereld trekt, moeten ondernemers alle zeilen bijzetten om het tempo te kunnen volgen. Tegelijk woedde er ook nog een coronapandemie die heel die omwenteling extra kracht gaf. Hoe moet je je daar als bedrijfsleider doorheen slaan? Omar Mohout zette, samen met Laurence Jacobs, de bakens uit in een nieuw boek: Nooit Nog Normaal.

In Nooit Nog Normaal zoomen de auteurs in op hoe het onderwijs, de arbeidsmarkt en de bedrijfswereld door de digitalisering door elkaar zijn geschud. En ook op hoe de snelheid van verandering almaar groter wordt. Het glas blijf wel halfvol: de digitalisering is ook een opportuniteit en een mogelijke hefboom naar een betere wereld. 

“We hebben sinds de jaren negentig al een paar digitaliseringsgolven over ons heen gekregen, maar het verschil is dat er door corona geen keuze meer was voor bedrijven. Scholen móésten meedoen of er was geen onderwijs. Een klassieke retailer als Delvaux móést in zeven haasten een e-commercewebsite bouwen, want hun winkels gingen dicht. Digitaal is nu als de zwaartekracht: we zien het niet, maar het is overal en altijd rondom ons. Meer zelfs: door de coronacrisis zijn we in één klap van de aarde naar Jupiter verhuisd, waar de zwaartekracht vele malen sterker is.” 

Wat hebben jullie tijdens het schrijven van het boek geleerd? 

“Dat technologie absoluut een drijvende kracht en een enabler is, maar dat de grootste verandering eigenlijk in ons eigen, menselijk gedrag zit. Wie had achttien maanden geleden durven dromen dat een maaltijdbox online bestellen doodnormaal zou worden? En dat die zo’n hoge vlucht zou nemen? Door het veranderende gedrag zijn ook onze verwachtingen compleet anders geworden. In Berlijn, Londen en Parijs zijn er onlinebedrijven die binnen de tien minuten jouw boodschappen komen leveren. Stel dat je voor de tv zit en je hebt zin in chips en een biertje: je pakt je smartphone, je bestelt en tien minuten later staat er iemand voor je deur. Dat is sneller dan wanneer je het zelf zou gaan halen. Voor bestaande ondernemingen vormt die nieuwe wereld zowel een uitdaging als een opportuniteit.” vertelt Omar Mohout.

Hoezo? 

“Vroeger richtte je een bedrijf op en je concurreerde met andere lokale bedrijven, uit je eigen stad. Daarna probeerde je in de rest van het land voet aan wal te krijgen, en met wat geluk kon je later internationaal uitbreiden. In de digitale wereld ben je vanaf de eerste seconde al globaal bezig. Of je nu in Australië of in België zit, de wereld is je markt geworden. Zestig procent van de wereldbevolking kan vandaag online en de rest volgt binnen vijf jaar. Dat is een waanzinnige kans.” legt Omar Mohout uit.

Technologie is een drijvende kracht en een enabler, maar de grootste verandering zit in ons eigen menselijk gedrag.

Anderzijds: je hebt meteen ook concurrentie uit heel de wereld. 

“Dat ook (lacht). Dat is de prijs die je betaalt. Bovendien is concurreren in die nieuwe, digitale wereld erg lastig. The winner takes it all. Probeer eens tien automerken of supermarkten op te noemen, dat zal wel lukken. Maar geef eens tien concurrenten van Uber of Airbnb.” zegt Omar Mohout.

Euh…

“Precies, dat is stukken lastiger. Omdat in het digitale domein de nummer één meestal extreem veel marktaandeel heeft. Idem bij de zoekmotoren. Google heeft bij ons een marktaandeel van 95 procent. Alle andere bedrijven, inclusief Microsoft, moeten voor die resterende 5 procent véchten.” 

Hoe doen wij het in België? 

“We hebben in België één ‘unicorn’, een softwarebedrijf dat meer dan een miljard dollar waard is, het Brusselse Collibra. Dat is niet veel, Nederland heeft er bijvoorbeeld zeven. Gelukkig hebben we wel redelijk wat ‘pony’s’, technologiebedrijven die honderd miljoen waard zijn, zoals Efficy, Showpad, Robovision of Deliverect. En dat is niet slecht, want ik heb liever tien pony’s dan een unicorn. Want als er met die unicorn iets gebeurt, heb je niks meer. Denk maar aan bijvoorbeeld de neergang van Nokia in Finland, wat het land een nationaal trauma heeft bezorgd. Dus wat België betreft: het mag altijd meer zijn, maar we doen het al bij al zo slecht nog niet.” legt Omar Mohout uit. 

Opvallend is dat veel van onze digitale bedrijven in de b2b-markt zitten. Ze richten zich dus niet meteen op consumenten. Hoe komt dat? 

“Klopt, die grote b2c-kleppers zitten meestal in Silicon Valley. Daar zijn een paar redenen voor. Ten eerste is Amerika één markt, één taal, één cultuur. Europa is een lappendeken van 26 verschillende talen, culturen, wetten, belastingsystemen… Om al die consumenten te bereiken moet je je telkens lokaliseren, en dat is een titanenwerk. Daar heb je als Amerikaans bedrijf geen last van, je kunt rustig groeien vanuit de States. Bovendien hebben we hier in Europa nog altijd een rijk industrieel weefsel, wat op zich een interessante markt is. In de VS is dat bijna allemaal weg, want het is geoutsourcet naar China. En ook: we hebben in ons land geen traditie van multinationals; buiten AB InBev moet je al goed zoeken. Wij zijn een typisch kmo-land. Al hoeft dat ook geen ramp te zijn. Alweer: ik heb liever honderd kmo’s dan één multinational.” 

Omar Mohout

En het verschil in financiering tussen de VS en België, speelt dat mee? 

“Dat verschil is nog altijd gigantisch. In België is op veertig jaar tijd ongeveer zes miljard euro investeringskapitaal uitgedeeld. Uber heeft op zijn eentje bijna dertig miljard opgehaald. Dat zegt alles. Nu goed, vorig jaar hebben we in België voor het eerst de kaap van een miljard per jaar gehaald, dus er is wel vooruitgang.” vertelt Omar Mohout. 

Als jij met een start-up spreekt, weet je dan al: die gaat het maken? Of is dat nooit te voorspellen?

“Mensen maken het verschil. Vaak nog meer dan het product of de dienst. Ik zag ongeveer 1000 starters per jaar in precoronatijden en vaak voel je wel dat iemand aanleg heeft om het te maken. Daarom niet meteen met een eerste bedrijf of eerste idee, maar wel dat het hen ooit zal lukken. Het zijn meestal mensen met visie, die verder durven kijken dan de kerktoren en die ook heel overtuigend kunnen zijn. Dat moet ook: als starter ben je voortdurend bezig om jezelf en je bedrijf te verkopen, bijvoorbeeld als je kapitaal, klanten, partners of talent zoekt. Dat is echt wel de basisvereiste.”  zegt Omar Mohout. 

Smart
fact

Als je nu niet bij Sirris zou zitten als Entrepreneurship Fellow, wat zou je dan doen van beroep?

Ik heb als kind tijdens mijn jaren op de lagere school de jeugdafdeling van de Mechelse bibliotheek helemaal uitgelezen. Het lag dan ook voor de hand dat ik schrijver wou worden. Ik heb woord gehouden, weliswaar met 40 jaar vertraging. Maar ik schrijf nu wel twee boeken per jaar om dat te compenseren (lacht).

18.08.2021
door Frederic Petitjean
Vorig artikel
Volgend artikel