Interview door Heleen Driesen

Alexander Hendrickx: “Ik geloof dat alles gebeurt met een reden”

Koelbloedigheid is een talent dat hockeyer en Red Lion Alexander Hendrickx (29) perfect beheerst. Druk om te presteren lijkt het strafcornerkanon amper te hebben. Toch heeft ook hij voor zijn plaats aan de top moeten knokken. “Val zeven keer, sta acht keer op. Dat is mijn motto.”

Hoe bent u in het hockey en in de topsport terechtgekomen?

“Ik heb zowat alle hobby’s uitgeprobeerd toen ik klein was. Van voetbal en scouts kwam ik huilend terug thuis, hockey vond ik meteen tof. Mijn ouders hebben dan maar besloten om me voor die sport  in te schrijven. Eerst speel je gewoon voor het plezier en sta je op het veld een beetje naar de vogels te kijken. Naarmate je ouder wordt, besef je stilaan dat je misschien toch wel aanleg hebt voor het spelletje. Vanaf het moment dat ik dan in de jeugdselecties zat van het nationaal team, kwam de echte ambitie. Toen heb ik er voor mezelf wel een doel van gemaakt om ooit bij de ‘grote jongens’ te spelen.” 

Samen met het succes van uw sport zijn ook uw eigen bekendheid en populariteit gegroeid. Heeft u die status voelen veranderen?

“Zeker en vast. Vooral na de Olympische Spelen van Tokio en mijn deelname aan De Slimste Mens ter Wereld werd ik veel meer aangesproken. Ik ben nu niet bepaald het type dat daarvan naast zijn schoenen gaat lopen. Als ik gevraagd word om met mijn hoofd ergens in the picture te verschijnen, zie ik dat eerder als een beloning voor het team dan als een persoonlijke verwezenlijking. Met de Red Lions doen we heel erg ons best om hockey toegankelijk te maken voor een breed publiek. We laten dan ook niet makkelijk een kans liggen om over onze sport te praten. Natuurlijk zijn wij ook geen voetballers die op elke hoek van de straat aangeklampt worden om onze handtekening te zetten. Dat maakt wellicht ook een verschil.” lacht Alexander Hendrickx.

Ik probeer stress zoveel mogelijk om te zetten in positieve energie.

Hoe meer aandacht er naar de sport gaat, hoe groter ook de verwachtingen bij het publiek. Voelt u de druk toenemen?

“Sinds we zilver hebben behaald op de Olympische Spelen van Rio in 2016 zijn de verwachtingen inderdaad wel gestegen. In de pers ligt de lat alvast hoog. Daar hebben we het als spelers niet echt moeilijk mee. Zelf leggen we ons minstens even hoge ambities op. We spreken bijvoorbeeld luidop uit dat we in januari op het WK in India onze wereldtitel willen verlengen. Voor mezelf levert dat geen extra druk op. Het maakt juist dat ik beter ga presteren. Ik probeer stress zoveel mogelijk om te zetten in positieve energie. Sowieso houd ik me niet te veel bezig met wat er allemaal gezegd en geschreven wordt. Tijdens de Spelen lees ik bijvoorbeeld amper kranten of sociale media. Als je op het punt staat om een prestatie te leveren op het hoogste niveau, focus je beter op die dingen waar je wél controle over hebt: je eigen performance en die van het team.” vertelt Alexander Hendrickx.

Sinds het WK in India in 2018, waar u topscoorder werd, bent u een vaste waarde in het team. Hoe hard heeft u moeten vechten voor uw plaats?

“Tussen 2012 en 2018 is er een lange en lastige periode geweest waarbij ik telkens wel of niet binnen de selectie viel. Zo’n situatie brengt toch wel veel stress met zich mee. Ik herinner me dat ik een keer op vakantie was met mijn ouders en een telefoontje kreeg van de bondscoach dat ik net niet geselecteerd was. De hele weg van het strand naar het hotel heb ik gehuild. Dat soort teleurstellingen is hard, maar ze horen nu eenmaal bij de topsport. Ik geloof dat alles gebeurt met een reden. In Rio was ik nog reservespeler. Dat is mentaal misschien wel het zwaarste wat er is. Ik heb gezworen dat het nooit meer zou gebeuren. Het heeft me gemotiveerd om alleen nog maar harder te trainen. Fall seven times, stand up eight. Dat is een mindset die je voor jezelf creëert.”   

Bent u ooit op uw eigen fysieke grenzen gebotst? 

“Ik ben vroeger redelijk vaak geblesseerd geweest. In de topsport leer je ook maar gaandeweg hoe je eigen lichaam juist functioneert en op welke manier je het optimaal in vorm houdt. Tegenwoordig worden we daarin heel professioneel begeleid door onze kinesisten en de medische staf. Al onze prestaties worden minutieus gemonitord. De aanloop naar zo’n WK is fysiek overigens best zwaar. We trainen vier dagen in de week en in het weekend zijn er nog de trainingen en wedstrijden met de eigen club. Soms kom je thuis en kun je je armen en benen nog amper bewegen. Dan is het verleidelijk om tijdens een individueel loopprogramma de laatste tien minuten even te skippen. Maar dan visualiseer ik die gouden medaille en tikken de seconden plots een pak sneller voorbij.” lacht Alexander Hendrickx.

Alexander Hendrickx

Leeft u thuis voortdurend als een topsporter?

“Gezond leven is nu eenmaal enorm belangrijk om fit te blijven en niet geblesseerd te raken. Als topsporter kun je niet anders dan 365 dagen per jaar atleet zijn. Het is niet dat ik een superstrikt dieet volg, maar vijf dagen per week pizza eten is gewoon geen goed idee. Zoiets breekt je tijdens de trainingen alleen maar zuur op. Een pint zul je me voor de wedstrijd ook nooit zien drinken. Na de wedstrijd kan het wel eens.” 

Kunt u aan ons, gewone stervelingen, nog tips kwijt om fit te blijven in hoofd en leden? 

“Het is natuurlijk een verschil of je gewoon recreatief wilt sporten of echt aan de top wilt geraken. Maar een goede raad is altijd: zoek een juiste balans tussen wat haalbaar is voor jezelf en wat je wilt bereiken. Gezond eten en gezond leven zijn belangrijk, alleen niet tot in het extreme. Je kunt niet overleven op een blaadje sla. Een paar jaar geleden was ik alweer net niet geselecteerd voor de nationale ploeg. Toen heb ik mezelf voorgenomen om een jaar lang geen druppel alcohol te drinken. Het was mijn slechtste seizoen, mentaal zat ik gewoon niet goed in mijn vel. Moraal van het verhaal: ken jezelf, weet wat je aankunt. En laat je bijstaan door mensen met kennis van zaken in wie je vertrouwen hebt.” legt Alexander Hendrickx uit.

Smart
fact

Wat was uw job geweest als u geen topsporter was geworden?

“Als kind wilde ik altijd dokter worden, tot ik besefte dat ik eigenlijk niet goed tegen bloed kan. Ik heb TEW gestudeerd, dus misschien was ik wel investment banker geworden of iets dergelijks. In elk geval, een nette job in een strak pak ligt me wel. Mogelijk maak ik daar na mijn 35ste, als we die gouden plak in Los Angeles hebben behaald, nog werk van (lacht).”

05.11.2022
door Heleen Driesen
Vorig artikel
Volgend artikel