sporten
België

Is België een topsportland?

20.07.2021
door Elise Coppens

Deze periode vertegenwoordigen ongeveer 120 atleten ons land op de Olympische Spelen in Tokio. Tijdens die jacht op een medaille jagen heel wat Belgen hun eigen bewegingsdoelen na. Dat klinkt alvast sportief, maar kunnen we België ook een echt (top)sportland noemen?

Extra sportdisciplines

Geef toe, ook jij hebt je het afgelopen jaar weleens gewaagd aan een extra wandeling, een fietstocht door een onbekende buurt of een occasioneel loopje in een park. Daar ben je zeker niet alleen in. “Tijdens corona is het belang van sport in de maatschappij extra duidelijk gebleken”, klinkt het bij Philippe Paquay, administrateur-generaal van Sport Vlaanderen. “Bijna 80 procent van de Vlamingen gaf aan wekelijks te sporten en actief te bewegen, tegenover gemiddeld 65 procent voor de crisis. 50 jaar geleden deed amper 10 procent van de Vlamingen aan sport. De Vlaming is dus serieus aan het sporten geslagen.” 

Die cijfers lachen het Vlaamse gedeelte van ons land alvast gunstig toe wat sportiviteit betreft. Op federaal niveau zien we dan weer een mooie delegatie van ons land uitblinken op de Olympische Spelen van Tokio 2021. “Dit jaar hebben we een delegatie van zo’n 120 à 125 atleten”, licht Matthias Van Baelen, persverantwoordelijke van het BOIC toe. “Als je dat vergelijkt met andere landen of met voorgaande Spelen, dan zijn we zeer goed bezig. Er zijn veel verschillende sporttakken en sportdisciplines vertegenwoordigd, wat iets is om trots op te zijn. We mikken altijd op de top 8-notering. In Rio hadden we 19 top 8-plaatsen, voor Tokio in 2021 mikken we symbolisch op 21 plaatsen.”

Meer dan topsport en prestaties

Toch is een sportland meer dan topsport en prestaties alleen. “Je mag breedtesport en topsport nooit los van elkaar bekijken”, benadrukt Van Baelen. “Een goede breedtesportwerking is essentieel om die aanstroom naar topsport te kunnen garanderen.” Iets wat Tom Coeckelberghs als afdelingshoofd topsport Sport Vlaanderen beaamt. “We willen sportdeelname op elk niveau promoten, dat is een tweesporenbeleid. Daar komt bij kijken dat we sporten kunnen inzetten als middel om instroom te genereren en mensen te motiveren om te sporten. Daar zien we het zogenaamde inspiratie-effect opduiken. Wanneer jongeren de Rode Duivels, de Belgian Cats of een Kim Clijsters goed zien scoren, zijn ze onder de indruk.”

Volgens Van Baelen beschouwen heel wat mensen olympiërs als sportieve helden. “Een olympisch topresultaat zorgt voor een moment van nationale trots. Dat motiveert om zelf sporten te proberen, ongeacht op welk niveau of op welke leeftijd.” Ook de coronaperiode veroorzaakte het afgelopen jaar een inspiratie-effect volgens Paquay. “Wandelen of fietsen was het enige wat nog mocht. Veel mensen vonden in sport een ideale manier om te ontspannen. De grootste bedreiging voor onze sportiviteit blijft de schermtijd. Al bewijst de huidige popula- riteit van buiteninfrastructuur voor sporten zoals padel, skaten, BMX en beachvolley dat de jeugd het buitensporten toch al grotendeels heeft ontdekt. Dat is een mooi begin.”

Inhaalbeweging

Motivatie om te beginnen sporten is één, maar dan moet de infrastructuur ook aanwezig zijn om er daadwerkelijk werk
van te maken. “We zijn bezig aan een inhaalbeweging wat sportinfrastructuur betreft”, verduidelijkt Paquay. “We hebben er vanuit Vlaanderen voor gezorgd dat er alleen in 2021 al zo’n 35 miljoen euro vrijkomt voor bovenlokale infrastructuur en 10 miljoen voor topinfrastructuur.”

Coeckelberghs vervolgt dat die infrastructuur verder reikt dan de sportterreinen of sportclubs alleen. “Je moet natuurlijk ook goede coaches hebben om de bevolking – niet in het minst de jeugd – te motiveren om te sporten. We moeten mensen warm maken om plezier te halen uit het begeleiden van jongeren en kinderen. Als jongeren bijvoorbeeld geïnteresseerd zijn om te sporten, maar ze kunnen niet in een kwalitatieve opleiding of in een uitgeruste sportclub terecht, dan zullen ze snel terug afhaken. Al die elementen dragen bij aan een sportief klimaat.”

Topsportland

Op verschillende niveaus leveren we fantastische inspanningen om van ons land een topsportland te maken. En dat werkt aanmoedigend. Voor elk type sporter, op elk niveau. “België is zeker goed op weg om een topsportklimaat te creëren op alle niveaus”, aldus Van Baelen. “Dat meer jongeren buitensporten hebben ontdekt, is alvast één stap dichter in de richting van ons einddoel: zo veel mogelijk mensen op een kwalitatieve manier aanzetten tot bewegen”, sluit Paquay af.

Vorig artikel
Volgend artikel