teamleader
Ideaal Duaal

Jeroen De Wit (Teamleader): “Op de werkvloer zie je de kloof tussen school en praktijk”

24.05.2019
door Fokus Online

Zijn start-up, Teamleader, die hij samen met twee kompanen oprichtte, bouwt software voor bedrijven en groeit sinds 2012 als kool. Hoe staat CEO Jeroen De Wit tegenover levenslang leren en waarom is dat volgens hem goed voor bedrijven en studenten?

Jeroen De Wit was zelf nog student toen hij startte met zijn Teamleader. Dat hij enige voeling heeft met de doelgroep van de IdeaalDuaal-campagne − jonge mensen die grotendeels hun weg naar werk nog trachten te vinden − is dus niet ongewoon. “Ik voelde mij eigenlijk meteen aangesproken”, begint De Wit. “Ik zou het zelf wel leuk hebben gevonden, mocht er in mijn tijd iets bestaan hebben zoals IdeaalDuaal. Niet dat er toen niks was…” Hij doelt op het concept van de mini-onderneming die in middelbare scholen voet aan wal kreeg. In een mini-onderneming starten leerlingen een bedrijfje op, in de schoot van de klasruimte. Daarbij leren ze de ‘waarden’ van het ondernemerschap door zelf hun eigen boekhouding te doen, marktonderzoek uit te voeren of aandeelhoudersvergaderingen te houden. Daar kan echter niet iedere leerling van proeven.

Blijven leren, zelf invullen

Geef De Wit dan maar levenslang leren, voorbij de fysieke muren van een afgebakende (klas)ruimte. “Wij zetten daar bij Teamleader enorm sterk in, op verschillende manieren. Elke werknemer heeft bijvoorbeeld een persoonlijk budget dat hij of zij volledig zelf mag invullen met bijkomende opleidingen of cursussen. Als het bedrijf beslist dat iemand een bepaalde bijkomende opleiding moet volgen, dan staat dat daar los van.” Daarnaast organiseren ze ook zelf heel veel cursussen over verschillende onderwerpen: van ‘beter timemanagement’ over ‘onderhandelingstechnieken’ tot zelfs taalcursussen. Wie zijn Frans of Engels dus wil bijspijkeren, heeft daar alle mogelijkheden toe. “Ik volg die cursussen trouwens zelf voortdurend. Een derde luik werkt misschien iets meer inspirerend, maar toch… Driemaal per jaar komen we met alle 180 mensen van het bedrijf samen om rond bepaalde topics te werken en dan nodigen we bijvoorbeeld ook externe sprekers uit.”

Het is een aanpak die ze als bedrijf hoognodig vinden. Dat hangt voornamelijk samen met de sector waarin ze vertoeven: in een softwarebedrijf verandert alles namelijk aan een kruissnelheid, waardoor je voortdurend mee moet zijn. “Dat gaat ook over meer dan het puur technische aspect van software, hoor”, nuanceert De Wit. “Ook de manier waarop je je verkoop aanpakt, waarom je aan marketing doet… heel het B2B-verhaal zit in zo’n stroomversnelling. Daarnaast is de gemiddelde leeftijd in het bedrijf vrij laag: de meeste werknemers hier zijn jonge twintigers en dertigers. Hun ervaring is dus vooral gebaseerd op wat ze in het middelbaar en wat ze in hun hogere opleiding geleerd hebben. En je ziet op de werkvloer soms wel eens dat er een kloof is tussen wat ze hebben geleerd op school en hoe het er in de praktijk aan toe gaat.”   

Positieve evolutie

Maar dat onderwijs en het bedrijfsleven helemaal niet goed op elkaar aansluiten, zal je De Wit niet snel horen zeggen. Voor hem heeft het vooral vaak met leeftijd te maken en ziet hij, vooral op het niveau van de hogescholen en universiteiten, een positieve evolutie. “Maar in het middelbaar onderwijs is die kloof er wel een stuk meer, denk ik. Voor een deel komt dat waarschijnlijk omdat docenten en professoren uit hogescholen en universiteiten vaak ook daarbuiten nog professioneel actief zijn, in de bedrijfswereld. Zij hebben dus wel wat meer voeling met wat er daar gaande is en wat de noden zijn. In het middelbaar is dat toch veel minder het geval.”

Dat zet een zekere noodzaak in gang om dieper na te denken over hoe de middelbare scholen die voeling verder kunnen ontwikkelen. Geen evidentie, met de eigen uitdagingen die het onderwijs zelf heeft. Dat zit volgens de Teamleader-leider nog in een redelijk strak keurslijf. “Het is vooral jammer voor de jongeren zelf. Misschien zou het goed zijn om hen eerst eens een paar jaar ervaring te laten opdoen op de arbeidsmarkt en hen dan de kans te geven om terug te gaan studeren.” Nu ligt dat vaak toch moeilijk, want voor veel leerlingen lijkt het alsof je dan ‘gefaald’ hebt. “En dat is niet zo”, gaat hij verder. “Ik zie nu heel veel jonge mensen met twee of zelfs drie diploma’s die nog altijd niet goed weten waar ze naartoe willen. Als ze eens van een andere omgeving kunnen proeven, zou dat misschien wel helpen.”

Meer disruptie 

Wat ook zou kunnen helpen, is de rol van technologie een groter platform schenken; een notie waar De Wit resoluut van overtuigd is. “Dat vormt ook een kloof tussen middelbaar en hoger onderwijs: de digitalisering. We moeten jongeren veel sneller in contact brengen met die digitalisering, want dat zal de toekomst worden. In andere landen zijn er projecten om scholieren bijvoorbeeld te leren programmeren. Ik vind dat super. Het enige wat ik me wel afvraag is of het onderwijs er zelf klaar voor is. Ik zie 24- of 25-jarigen die als leerkracht beginnen en het lijkt soms wel een beetje dat ze een ticket voor het leven hebben gewonnen. Ik denk dat er nog veel meer disruptie mogelijk is én samenwerking met de bedrijven. We werken daar zelf ook aan, alleen gaat dat nog te veel ad hoc, er is geen strategische onderbouw.”

Vorig artikel
Volgend artikel