Gezondheid

Van premie tot psychologische steun: de nazorg voor verpleegkundigen

De verwarring rond de premies en de negatieve beeldvorming van woonzorgcentra maken het zorg- en verpleegkundigen extra moeilijk tijdens de crisis. Tijd heelt alle wonden, maar zalf helpt ook: “Er is nood aan meer middelen.”

psychologische nazorg

Willeke Dijkhoffz

Willeke Dijkhoffz
Gedelegeerd bestuurder en alg. directeur GZA Ziekenhuizen

Hoe kunnen we verpleegkundigen het beste bijstaan na deze moeilijke periode?

“Waardering tonen voor hun inzet, zowel structureel maatschappelijk als door de organisaties waarvoor ze werken. De overheid tracht dit te doen door ze financieel te belonen, maar ook door meer medewerkers aan bed te financieren. Dat verbetert de beeldvorming van de job, wat op lange termijn leidt tot meer personeel. Er is op dat vlak een nog grotere kloof te overbruggen in woonzorgcentra. Die krijgen het hard te verduren door de crisis én de negatieve beeldvorming. Naast een meer algemeen beleidsmatige opwaardering en ondersteuning is een individuele benadering onontbeerlijk, zoals opvang binnen het team, psychologische steun… Na de crisis begint mogelijk pas de echte verwerking.”

De initiële aanmoedigingspremie zag heel wat zorgmedewerkers over het hoofd. Hoe komt dat? 

“Dat de premie oorspronkelijk enkel aan federaal personeel werd toegekend, maakte de spreidsprong tussen ziekenhuizen en woonzorgcentra nog groter. Je creëert een perceptie van ongelijkheid. Het heeft de emoties van medewerkers die al op scherp stonden, zeker in de eerste lijn, versterkt. Uiteraard heeft het een politieke verklaring. Budget en bevoegdheden spelen een rol. Toch hoop ik dat de overheid een les geleerd heeft: over zoiets communiceer je beter gezamenlijk. Er is naderhand wel een inhaalbeweging gemaakt voor verpleegkundigen en zorgkundigen in de ouderenzorg. Zij krijgen een versnelde uitrol van het nieuwe verloningsmodel (IFIC). Daarnaast ontvangt iedereen een consumptiecheck en een premie.”

Wat kunnen we doen om dit in de toekomst te vermijden?

“Bij aanvang van de crisis deden zowel de federale als de Vlaamse overheid hun uiterste best om de situatie te managen. Helaas deden ze dat vooral apart, wat niet ideaal is gebleken. De richtlijnen verschilden wel eens van elkaar en dat had ook een uitwerking op het personeel. Sinds de tweede golf wordt er meer intens overlegd tussen de bevoegde overheden. Los daarvan kun je jezelf de vraag stellen of gezondheidszorg niet beter opnieuw gecentraliseerd wordt om toekomstige pandemieën meer gestroomlijnd aan te pakken. Ik vermoed dat het maatschappelijk debat hierover nog niet voorbij is.”

nazorg

Ellen De Wandeler

Ellen De Wandeler
Algemeen coördinator NVKVV

Hoe kunnen we verpleegkundigen het beste bijstaan na deze moeilijke periode?

“Verpleegkundigen in zorginstellingen werden bijgestaan door onder andere collega’s en buddy’s, waardoor ze konden focussen op het zorgende aspect. Structurele psychologische steun in logistieke en administratieve taken is daarom noodzakelijk op elke afdeling. Zo pak je het nijpend tekort aan personeel aan én verminder je de werklast. Dit vraagt een mentaliteitsshift bij verpleegkundigen en hun leidinggevenden. Op korte termijn moeten we inzetten op psychosociaal welzijn en psychologische steun. Er is vraag naar rustpauzes om te recupereren. Dit is helaas moeilijk. De reguliere zorg moet weer op gang komen en de wachtlijsten zijn opgelopen. Daarom is het eerste punt zo belangrijk: investeren in ondersteuning, ook in de thuisverpleging.”

De initiële aanmoedigingspremie zag heel wat zorgmedewerkers over het hoofd. Hoe komt dat?

“Er kwamen op korte tijd veel budgetten vrij en dat geheel is soms verwarrend. Als beroepsorganisatie scheppen we helderheid door overzicht, zodat verpleegkundigen weten wat voor wie is. De aanmoedigingspremie was aanvankelijk enkel voorzien voor federaal personeel. Vlaanderen heeft eind december een inhaalmanoeuvre gedaan door ook een premie te voorzien, alsook de versnelde uitrol van IFIC. Het Vlaamse zorgpersoneel kreeg de loonsverhoging in januari, federale collega’s moeten wachten tot juni. Dit sociaal akkoord bestond al, maar is versneld door de crisis. Op die manier is er dus een structurele financiering. Voor zelfstandige thuisverpleegkundigen wordt nog aan een oplossing gewerkt.”

Wat kunnen we doen om dit in de toekomst te vermijden?

“De regeringsstructuren zijn wat ze zijn. Voor gezondheidszorg opnieuw gecentraliseerd of verder gedecentraliseerd kan worden, moet er een tweederdemeerderheid zijn in het parlement. In het huidige politieke landschap zie ik dat niet snel gebeuren. Zorg stopt echter niet aan een taal- of bevoegdheidsgrens. Samen met de beroepsorganisaties zetten we al jaren in op betere samenwerking en communicatie over die grenzen, maar ook ‘muren’ van zorginstellingen heen. We proberen beleidsmakers er constant op te wijzen dat ze geen groep over het hoofd mogen zien. Verpleegkundigen zijn in diverse sectoren tewerkgesteld. Het is onze taak om, samen met andere stakeholders, op diezelfde nagel te blijven kloppen.” 

psychologische steun

Erik Schokkaert

Erik Schokkaert
Gezondheidseconoom KU Leuven

Hoe kunnen we verpleegkundigen het beste bijstaan na deze moeilijke periode?

“Op dit moment: door de regels te volgen. De crisis heeft het belang van goed verplegend personeel voor onze maatschappij benadrukt. Daarom moeten we ervoor zorgen dat er meer middelen vrijkomen voor de gezondheidszorg. Op die manier kan er bijkomend personeel worden aangeworven, zal de hoge werklast verminderen en de psychologische steun vergroten. Op lange termijn moeten we nadenken over de inhoudelijke taakverdeling binnen de ziekenhuizen. De algemene organisatie, en de positie van verpleegkundigen daarin, is aan herziening toe. Hetzelfde geldt voor de thuiszorg. We willen mensen zo lang mogelijk uit instellingen houden, maar het is naïef om te denken dat mantelzorgers dit allemaal redden. Ook hier is er nood aan meer middelen.

De initiële aanmoedigingspremie zag heel wat zorgmedewerkers over het hoofd. Hoe komt dat?

“Verpleegkundigen zijn vooral ontgoocheld over het feit dat wat er op hun rekening verschijnt, veel lager zal zijn dan de oorspronkelijk voorziene premie. In onze samenleving is een geldelijke vergoeding een vorm van waardering tonen. Ik denk dat de arbeidsvoldoening van en het inkomen dat bij de job hoort, allebei belangrijk zijn. De aantrekkingskracht van het beroep hangt niet alleen af van de geplande verhoging van het inkomen. De beroepsernst van het verplegend personeel is echt fenomenaal geweest het afgelopen jaar: er is toch geweldig hard gewerkt door iedereen in de sector, dat is bewonderenswaardig.”

Wat kunnen we doen om dit in de toekomst te vermijden?

“Of gezondheidszorg nu meer moet worden samengebracht op federaal of Vlaams niveau, daar zijn meningsverschillen over. Iedereen is het er echter over eens dat de taakverdeling vandaag volledig krom zit. Er zijn bizarre situaties van bevoegdheidsverdeling, dus wordt er onvoldoende gecoördineerd. Ik ben voorstander van een sterke lokale werking, zodat er meer wordt samengewerkt tussen de ziekenhuizen, huisartsen, thuiszorg en woonzorgcentra van een bepaalde regio. Er kunnen natuurlijk regionale verschillen zijn op basis van de samenstelling en de noden van de bevolking. De financiering en globale organisatie houden we best op een centraal – Vlaams of federaal – niveau.”

25.02.2021
door Rosalie Van Hoof

Ontdek meer

Vorig artikel
Volgend artikel