Interview door Tom Cassauwers

Ann Van Gysel: “Tijdens de pandemie sloegen we de handen in elkaar, maar nu zijn we terug naar af.”

Gezondheidszorg staat voor grote veranderingen, en Ann Van Gysel observeert ze vanop de eerste rij. Na een carrière als biologe en wetenschapscommunicator werkt ze nu als CEO van MEDVIA, de Vlaamse speerpuntcluster voor medische technologie. Daar geeft ze beloftevolle technologieën een extra duwtje in de rug.

Waarom hebben we een organisatie als MEDVIA nodig?

“Er beweegt enorm veel in de gezondheidszorg. Nieuwe technologieën komen op, en tegelijk verandert regelgeving snel. Technologie zou alles moeten versimpelen. Maar, zoals bij elke golf van innovatie, zien we dat de introductie ervan vaak moeilijk blijkt. Vlaanderen is bijzonder rijk aan ideeën in de gezondheidszorg, iets waar we trots op moeten zijn. Maar er is een duwtje in de rug nodig om die naar boven te laten komen en op de markt te brengen. Dat doen wij bij MEDVIA.”

Over wat voor nieuwe technologieën heeft u het dan?

“De digitalisering van de gezondheidszorg is een van de rode draden door mijn werk. Denk maar aan smartwatches. Bijna iedereen heeft er tegenwoordig één om zijn pols, en meet daarmee heel wat gezondheidsdata. Maar dat wordt in België nog niet meegenomen in het klinische verhaal. Het potentieel daarvan is enorm.

Dat heeft een link met preventie. We moeten allemaal zo gezond mogelijk proberen te leven. Gezondheidszorg gaat niet enkel meer over behandelingen en medicijnen. Het gaat ook over onze levensstijl: hoeveel we bewegen, wat we eten, slaapgewoontes en stress. We gaan naar een bredere interpretatie van gezondheid en zorg. Gevalideerde, digitale opvolging daarvan, bijvoorbeeld via smartwatches, kan erg belangrijk zijn in de toekomst.

Digitalisering dringt ook door in de ziekenhuizen. Vandaag zien we al dat we voor de opvolging van bepaalde ziektes niet langer naar het ziekenhuis hoeven te gaan. Via een monitor of sensor kan onze gezondheid in het oog worden gehouden vanop afstand. Dat betekent dat we sneller naar huis kunnen. Dat is meestal comfortabeler voor de patiënt, en vermindert ook de druk op de ziekenhuizen.

Op zijn beurt verandert dat het ecosysteem. Dat patiënten minder tijd in het ziekenhuis doorbrengen heeft een impact op de werking ervan. Tegelijk moeten er ook meer mobiele zorgverstrekkers komen.”

De eeuwige angst dat de computer ons werk zal afpakken, overheerst.

Hoe beïnvloeden regels zo’n nieuwe technologie?

“Nieuwe technologieën moeten terecht aan een zware regelgeving voldoen voor ze op de markt komen. Het moet natuurlijk veilig zijn. Dat wordt Europees geregeld. Er is een nieuwe Europese wet die momenteel geïmplementeerd wordt, de Medical Device Regulation. Die wet veroorzaakt heel wat belemmeringen doorheen Europa voor medische innovatoren. Zeker kleine bedrijven worstelen ermee.

Daarnaast is er natuurlijk de terugbetaling. In elk land binnen Europa is dat anders geregeld, wat de internationalisering van bedrijven hindert. Momenteel bestaat er bijvoorbeeld technologie om slaapapneu te meten. Vandaag moet de patiënt hiervoor één tot drie dagen slapen in een kliniek. Maar dat kan binnenkort ook met een sensor thuis, die data naar de kliniek stuurt. Hoe en of dit terugbetaald zal worden door het RIZIV, dat in België de terugbetalingen regelt, is nog niet duidelijk. De technologie loopt dus voor op de administratie. Gelukkig slagen we meer en meer de handen in elkaar om dit uit te klaren.

De stroeve regelgeving veroorzaakt ondertussen wel een drama in Europa. Op ons recent congres waar 200 bedrijven nieuwe technologieën in de gezondheidszorg voorstelden gaf 85% van hen aan dat ze eerst op de markt gaan in de Verenigde Staten, omdat de regelgeving daar duidelijker is. Dat is heel wat Europese innovatie die eerst naar Amerikaanse patiënten vloeit. Die tendens is eigenlijk ongelooflijk, want de Verenigde Staten staan bekend om hun strenge goedkeuringsprocedures voor medische producten. Het is echter een heldere procedure, waarna het product een eengemaakte markt kan betreden. Dat wij het in Europa zo slecht doen zou iedereen moeten wakker schudden. Via een Europese samenwerking probeert MEDVIA haar steentje bij te dragen door opleidingen te voorzien voor onze bedrijven.”

Zorgde COVID-19 niet voor meer openheid voor medische innovatie?

“Wanneer er een crisis toeslaat, dan is er inderdaad erg veel mogelijk. Dat zagen we tijdens de pandemie. Iedereen sloeg toen de handen in elkaar. Achteraf zijn we echter terug naar af gegaan. Dat is erg spijtig. Het is een enorme gemiste kans.”

Hoe boosten we de medische start-ups in Vlaanderen?

“Vlaanderen is erg sterk in innovatie. De farmaceutische sector en biotech zetten al zeer mooie resultaten neer in ons land, daar zijn we wereldtop. Medische en digitale technologie kan echter nog groeien. Vlaanderen is daar niet de sterkste speler in Europa, alhoewel we ook mooie zaken ontwikkelen. De technologie daar zit nog overwegend op het niveau van de universiteiten, kenniscentra, start-ups en slechts enkele grote bedrijven. Daar hebben we de doorstart naar mature, grote bedrijven nog niet gemaakt. Het is daar wel 5 voor 12. In het buitenland vloeit er meer geld naar medische en digitale gezondheidszorg. Spanje, Italië en de Scandinavische landen lopen bijvoorbeeld voor. Zij vertrekken vanuit de noden van patiënten en gezondheidsinstellingen, en koppelen die actief aan de technologie. Zulke samenwerkingen zijn belangrijk en zetten we ook op met MEDVIA.”

gezondheidszorg

Is Vlaanderen te conservatief op het gebied van medische innovatie?

“Dit ecosysteem is inderdaad soms te conservatief. Neem MoveUP, een app die na een knieoperatie de revalidatie van een patiënt meet en opvolgt. Sommige kinesisten zien dat als een bedreiging. Ze denken dat dit hun job zal overnemen, en veroordelen het.

Maar misschien kan zo’n app wel handig zijn en geïntegreerd worden in het werk van de kinesisten? Er heerst de eeuwige angst dat de computer ons werk zal afpakken. In de praktijk zien we vooral dat er steeds meer werk wordt gecreëerd.”

Hoe ziet u de toekomst van medische innovatie in Vlaanderen?

“Ik denk dat de toekomst positief is. Buitenlandse bedrijven werken graag met Vlaamse technologie-ontwikkelaars. Daar moeten we op inzetten. Als we de juiste zaken samenbrengen, dan is er geen enkele reden waarom Vlaanderen niet verder zou kunnen uitgroeien tot een sterke tech-hub in gezondheid. Maar daarvoor moeten we een andere mentaliteit kweken. Onze ondernemers moeten groter denken. De markt voor gezondheid stopt niet aan de kerktoren, en is vandaag globaal. Iedereen heeft nood aan betere gezondheidszorg.”

Smart
fact

Welk boek bent u aan het lezen?

“‘De Onbekende Zee’ van Jan Mees en Colin Janssen ligt nu op mijn nachtkastje. Mees is de directeur van het Vlaams Instituut voor de Zee en Janssen hoogleraar aan de UGent. In het boek tonen ze hoe belangrijk de oceaan is voor ons. Ik ben bioloog van opleiding, dus ik kijk graag naar de relatie tussen technologie en natuur. Welke impact heeft onze technologie dus op de natuur? Maar wat kunnen we ook leren van hoe bijvoorbeeld dieren zich organiseren? We weten nog heel weinig over de diepzee, en dit boek stelt dat heel mooi voor. Ik hoop alvast dat we verantwoordelijk zullen omgaan met de zee, want er is nu ook interesse in mijnbouw op de zeebodem.”

06.03.2024
door Tom Cassauwers
Vorig artikel
Volgend artikel