Interview door Hannes Dedeurwaerder

‘Wij hebben ons familiebedrijf in bruikleen van de generaties die na ons komen’

Als je weet dat een op de vier hijskranen ter wereld in Dubai staat, mag het duidelijk zijn dat het Midden-Oosten aantrekkelijk is voor bouwbedrijven. Niet verrassend dus dat ook Aertssen Group er actief is. Een ‘diepgravend’ gesprek met co-CEO Yves Aertssen.

Aertssen Group is al ruim een halve eeuw actief en kent zijn ontstaan in het landbouwbedrijf van godfather Marcel Aertssen. Toen dat moest wijken voor de uitbreiding van de Antwerpse haven, bleef Marcel niet bij de pakken neerzitten. Hij kocht zich een eerste graafkraan en vrachtwagen en startte met Grondwerken Marcel Aertssen om bij die uitbreiding van de haven te helpen. Vandaag beschikt het bedrijf over een machinepark van meer dan 1000 vrachtwagens, bulldozers, diepladers, dumpers en kranen. En draait het een omzet van 300 miljoen euro.

De firma bestaat al meer dan 60 jaar. Wat zou je als de grootste evolutie of veran- dering in de bouwsector beschouwen, die je al dan niet hebt meegemaakt?

“Ik grijp graag terug naar mijn grootvader zaliger, wiens landbouwbedrijf onteigend werd. Hij kon twee dingen doen: ergens anders landbouw gaan verrichten. Of de kans grijpen om mee te werken aan het gigantische project van de uitbreiding van de Antwerpse haven. Hij koos voor dat tweede en zette een uitdaging om in een opportuniteit. Toevallig in de sixties, toen Bob Dylan zong van ‘the times they are a-changin’’. Dit nummer was toen heel relevant. Maar is het voor de bouwsector eigenlijk nog altijd: je moet je als speler continu aanpassen of je bent gedoemd om te verdwijnen. Zo zetten wij sterk in op digitalisering. Omdat onze sector een van de weinige is die deze omslag nog niet heeft gemaakt.”

Vorig jaar hebben we zo’n twee miljoen ton uitgegraven grond via binnenvaart vervoerd.

Jullie doen grote investeringen in duurzaamheid en milieuvriendelijkheid. Waarom is dat prioritair voor een bouwbedrijf?

“Wij zijn een familiebedrijf, en het is onze filosofie dat wij het bedrijf in bruikleen hebben van de generaties die na ons komen – niet van de generaties die voor ons zijn geweest. Dat betekent dat wij alleen maar beslissingen nemen die op lange termijn duurzaam zijn. Zo willen wij een voortrekkersrol spelen in het verhaal van de energietransitie. Concreet doen we dat bijvoorbeeld met een zonnepanelenpark in Zelzate, goed voor 18 megawatt en stroom voor 4000 gezinnen. Verder hebben we een pilootproject lopen rond waterstof, omdat we sterk geloven dat we er in de toekomst onze vrachtwagens en binnenschepen mee zullen aandrijven.”

“En het gaat verder, want we zijn ook betrokken bij het Brussels Construction Consolidation Centre, waarbij we materialen via de binnenwateren leveren tot een opslagplaats in het centrum van de hoofdstad, om van daaruit via een fijnmazig netwerk de last mile naar de werven in Brussel te bevoorraden via het just in time-principe. Kortom: wij willen niet dat duurzaamheid een buzzword is: de tijd is gekomen dat heel de sector, die wereldwijd goed is voor 33 procent van alle afval, ermee aan de slag gaat. Maar liefst 55 procent minder broeikasgassen tegen 2030? Dat is overmorgen hè?”

Yves Aertssen

Ook ‘people’ staat in jullie baseline. Hoe uit zich die aandacht naar de mensen toe?

“De belangrijkste ambitie in onze strategie luidt: grow together with our employees. Omdat we ervan overtuigd zijn dat we alleen maar kunnen groeien met de juiste mensen aan boord. Daarom hechten wij heel veel belang aan het sociaal welzijn van onze mensen en bieden we verschillende opleidingsmogelijkheden en -trajecten.”

“Daarnaast hebben we doorgedreven aandacht voor veiligheid: er moet efficiënt en productief gewerkt worden, maar onze mensen moeten ’s avonds wel veilig naar huis kunnen keren, om het zo te zeggen – zeker in een gevaarlijke sector waarin met grote en zware machines wordt gewerkt. Zo bouwen we veiligheidssystemen in onze vrachtwagens, zodat chauffeurs niet afgeleid kunnen worden, en hebben we onze eigen veiligheid-app Driven by Safety, met verschillende werkinstructies, toolboxen, en de mogelijkheid tot melding van ongevallen, bijna-ongevallen en gevaarlijke situaties…Hiermee willen we vooral een preventief beleid ontwikkelen en streven naar zero losses.”

Die focus op kwaliteit en duurzaamheid loont ook in het buitenland, vernam ik.

“Klopt. Wij zijn met de groep sinds 2006 internationaal actief. We beschouwen het Midden-Oosten en specifiek de Arabisch Golf echt als een tweede thuismarkt. De schaalgrootte is daar helemaal anders – veel grotere projecten dan hier – maar de verwachtingen naar kwaliteit en veiligheid toe zijn er even hoog. Het voordeel is dat wij in onze eerste thuismarkt sinds jaar en dag aan dat hoogste niveau hebben gewerkt, zodat wij heel concurrentieel kunnen zijn.”

“We gaan echter ook ginds onze waarden niet verloochenen: onze buitenlandse medewerkers worden correct verloond en gehuisvest. Daar weigeren we op af te dingen, zelfs al zouden we daardoor projecten mislopen. Omdat we weten dat het op termijn rendeert om onze lat voor sociaal welzijn hoog te blijven leggen. Dan kun je werken met mensen van ‘eigen kweek’, die met de juiste attitude aan de slag gaan in een uitdagende en inspirerende werkomgeving. Daarin kunnen ze zich ten volle ontplooien.”

Maar liefst 55 procent minder broeikasgassen tegen 2030? Dat is overmorgen hé.

Het bedrijf ademt internationaliteit en diversiteit.

“Klopt, we hebben medewerkers van 30 verschillende nationaliteiten en hebben in samenwerking met de VDAB een traject lopen waarbinnen jongvolwassen vluchtelingen opgeleid worden tot asbestverwijderaars. Om die nationaliteiten efficiënt te laten samenwerken hebben we verschillende interne communicatieplatformen in meerdere talen, die voor de nodige cohesie zorgen. Uit een cultuurstudie van de UA van enkele jaren geleden kwam trouwens naar voren dat wij een heel sterk clangevoel hebben: de medewerkers hangen goed aan elkaar én hebben de wil om te innoveren en bij te leren.”

“Maar het vraagt wel de nodige – en blijvende – inspanningen om tot daar te komen. Of die doorgedreven focus op mensen voortvloeit uit het feit dat wij een familiebedrijf zijn? Ik denk het wel: winst maken op de kap van mensen is niet onze ambitie, wel duurzame projecten ontwikkelen met het oog op de lange termijn. Ik geloof dat dit iets is wat wij van nature als familiebedrijf uitdragen.”

Smart
fact

Als ik geen CEO geworden was, dan...

Een bouwbedrijf binnen de familie hebben betekent uiteraard niet automatisch dat ik er zelf aan de slag moest gaan. Toch zat de bouwmicrobe er bij mij van jongs af aan in: ik speelde met de mini-hijskraan in de zandbak en kon niet wachten om een echte te bedienen, wat dan ook al snel mocht op de parking van het bedrijf (lacht). Ook wat de opvolging betreft ziet het er goed uit: mijn zoon is momenteel acht en mocht al eens werken met de simulator die we hier gebruiken voor opleidingen. Constant vraagt hij me nu wanneer hij dat een volgende keer mag doen (lacht). De toekomst is verzekerd!

15.11.2021
door Hannes Dedeurwaerder
Vorig artikel
Volgend artikel