Interview door Frederic Petitjean

Dirk Frimout: ‘De eerste Belg in de ruimte’

Op 24 maart 1992 gebeurde het: eindelijk had ook België een ‘eigen’ astronaut. Dirk Frimout was de allereerste landgenoot die met de Space Shuttle meevloog en sindsdien is hij een bevlogen pleitbezorger voor meer ruimtevaart en meer technologie in het algemeen.

Posters, foto’s, gedenkplaten en memorabilia… Het kantoor van zijn huis in Gent bevat nog veel souvenirs aan de ruimtereis die Dirk Frimout in 1992 ondernam. Hoe kan het ook anders: in de geschiedenis van de mensheid zijn er slechts 560 aardbewoners geweest die ooit onze dampkring hebben verlaten. Frimout was nummer 268. 

Wordt u nog vaak op uw ruimtereis aangesproken?

“In die 26 jaar is er nog geen dag voorbijgegaan zonder dat ik ermee bezig ben of zonder dat iemand me erover aanspreekt. Dat is logisch, want een groot deel van mijn leven heeft dan ook in functie gestaan van die vlucht. Ik ben daar enorm intensief mee bezig geweest.” vertelt Dirk Frimout.

Hoe bent u astronaut geworden?

“Het was niet echt een kinderdroom, want ruimtevaart bestond eigenlijk nog niet toen ik kind was. Het begon toen ik ging werken bij het Instituut voor Ruimte-Aeronomie in Ukkel, waar men de hogere atmosfeer bestudeerde. Ik heb daar ook mijn doctoraat volbracht in samenwerking met de UGent. In 1972 ben ik dan naar Amerika getrokken om mijn postdoctoraat aan de University of Colorado te starten. Aan hun Laboratory for Atmospheric and Space Physics werkte ik mee aan experimenten met de Mariner 9, de eerste satelliet die metingen deed in een baan rond Mars. Zo kreeg die droom stilaan vorm.” 

Maar u bent teruggekomen naar België.

“Ja, terug naar het instituut in Ukkel. Een van de experimenten die we daar voorbereidden, ging over het meten van de minderheidsbestanddelen in de atmosfeer, en in het bijzonder over de ozonlaag. Dit werd weerhouden voor de Spacelab 1-missie, een ruimtestation gebouwd door ESA voor NASA. Daarvoor liet NASA dan Europese astronauten met haar shuttle-programma meevliegen. Het opmerkelijke was dat de selectie van astronauten aangekondigd werd via een krantenadvertentie. Ik heb mij daarvoor kandidaat gesteld, samen met 2.500 anderen in Europa. Uiteindelijk ben ik bij de laatste twaalf geraakt. Maar bij de selectie van de laatste vier ben ik niet weerhouden.” zegt Dirk Frimout.

Door niet aan ruimtevaart mee te doen, loop je enorme knowhow mis

Hoe hebt u de uitvoering van uw droom verdergezet?

“De ESA vroeg me of ik de opleiding van de vier anderen mee wou verzorgen. Ondertussen was NASA ook een project gestart rond de studie van de atmosfeer en de interactie tussen de zon en de aarde. Daarvoor heb ik mij dan kandidaat gesteld en ben ik als reserve weerhouden. Door de ramp met de Challenger in ’86 werden die experimenten pas opnieuw geprogrammeerd in 1992. Toen werd een van de effectieve astronauten ziek en heeft NASA de wetenschappers gevraagd wie hem moest vervangen. Een geluk bij een ongeluk dus, want dan werd ik gekozen. Dat was zes maanden voor de vlucht. Ik wist dus maar een halfjaar op voorhand dat ik zou meegaan.” legt Dirk Frimout uit.

Heeft u ooit angst gehad?

“Nooit. Natuurlijk kan er altijd iets misgaan, maar je kent die systemen zo door en door, dat je het gevaar veel beter kunt inschatten dan wie dan ook. En daarbij: dit was mijn grote droom. Dit was waar ik jaren voor gewerkt had, naar getracht had. De laatste maand was ik wel gestresseerd, maar vooral omdat ik bang was om ziek te worden, of om iets mee te maken waardoor ik niet zou kunnen meegaan. Elke astronaut is daar bang voor. Het was pas wanneer de motoren ontstoken werden, dat ik wist: nu is het echt zover. Dat gevoel kun je nergens mee vergelijken.”

Wat is het wetenschappelijke resultaat geweest van uw vlucht?

“Wij hebben ons dus vooral beziggehouden met metingen naar minderheidsbestanddeeltjes die slechts in minuscule hoeveelheden voorkomen, zoals bijvoorbeeld ozon, stikstofoxiden of fluorocarbons. Terwijl wij deze experimenten in de ruimte voltrokken, maakten wetenschappers op aarde daar tegelijkertijd mathematische modellen over. Die werden dan vergeleken met onze metingen. Wat niet overeenkwam, hebben zij aangepast in hun modellen. Uiteindelijk heeft dit sterk bijgedragen tot de Montreal- en Kyotoprotocollen, die bijvoorbeeld freons verboden.” vertelt Dirk Frimout.

Het was pas wanneer de motoren ontstoken werden, dat ik wist: nu is het echt zover. Dat gevoel kun je nergens mee vergelijken

Zou Europa geen eigen ruimtetuig moeten ontwerpen in plaats van met Amerika en Rusland mee te liften?

“Eind jaren 80, begin jaren 90 is hier sprake van geweest met de Hermes-shuttle. Uiteindelijk is deze er nooit gekomen door de hoge kosten. Dat is natuurlijk een keuze die je maakt als land. De Verenigde Staten betalen ongeveer zeven keer meer voor ruimtevaart dan Europa, maar de return op deze investering is groot. Voor het Apollo-project bijvoorbeeld was de ROI twaalf keer hoger dan de investering.”

“Hier in België is dat ook zo: we verdienen aan ruimtevaart ongeveer vier keer meer dan dat we erin stoppen. Niet alleen door wat ze rechtstreeks aan de ruimtevaart kunnen factureren, maar ook via de technologie die beschikbaar wordt. En de ROI is zelfs nog hoger door de kennis die men opbouwt en die later voor andere zaken kan worden ingezet. Dat wordt geweldig onderschat. Men zegt vaak: ruimtevaart is peperduur. Integendeel, ruimtevaart brengt veel op. Door er niet aan mee te doen, loop je enorme knowhow mis.” zegt Dirk Frimout.

Hebben we genoeg aandacht voor technologie en ruimtevaart in het onderwijs?

“In het onderwijs is er nu veel aandacht voor STEMscience, technology, engineering, math – omdat men meer wetenschappers en technologen nodig heeft. Wel, in ruimtevaart komt dat allemaal samen: wiskunde, fysica, natuurkunde, chemie, noem maar op. In de secundaire eindtermen wordt het begrip ‘ruimtevaart’ nergens vermeld. Meer nog, men verengt het vaak tot een communautaire kwestie, want ruimtevaart is federaal en onderwijs is regionaal. Dat is zo jammer. België heeft nochtans, via experimenten bijvoorbeeld, altijd proportioneel zeer veel aan de ruimtevaart bijgedragen, zeker voor zo’n klein land.” legt Dirk Frimout uit.

Met de Euro Space Society probeert u de jeugd warm te maken voor ruimtevaart.

“Ja, de Euro Space Society is een vzw die ik na mijn vlucht mee heb opgericht. We richten ruimteklassen in, sturen kinderen op space camp, hebben een beurs voor laatstejaarsstudenten en leiden leerkrachten op zodat ze daarna lezingen kunnen geven in de scholen. En dat werkt. Ik ga zelf regelmatig in scholen spreken. Je kunt tijdens die twee uur durende uiteenzetting een speld horen vallen, de kinderen zijn oprecht begeesterd. Ik vind het ongelooflijk om die interesse voor de ruimte aan te wakkeren bij de jeugd. Jonge mensen zijn vaak moeilijk te motiveren om te studeren, omdat ze zoveel afleiding ondervinden. Maar ik geloof echt dat ruimtevaart hun interesse in de wetenschap kan aanwakkeren. Hier blijf ik ook voor streven.”  vertelt Dirk Frimout.

Smart fact

Wat was u geworden als u geen astronaut was geweest?

“Ik zou wetenschappelijk onderzoeker geweest zijn, denk ik. Ik was dan waarschijnlijk gewoon verder blijven werken op het Instituut voor Ruimte-Aeronomie.”

Beeld: Thomas Schurmans
11.09.2018
door Frederic Petitjean
Vorig artikel
Volgend artikel