grondwater
Smart Partner

Het grondwater op peil houden

25.06.2022
door Marleen Walravens

Een doeltreffend waterbeheer in dorpen en steden draagt bij tot een goede volksgezondheid en een schoner milieu. Dankzij verschillende initiatieven van waterberging, -buffering en infiltratie kan men overstromingen en watertekorten vermijden.

Klimaatopwarming, aanhoudende droogte, waterschaarste… De Vlaamse regering heeft in de zomer van 2020 de ‘Blue Deal’ gelanceerd. Dat is een ambitieus plan om ons watersysteem duurzamer te maken en de droogteproblematiek op een structurele manier aan te pakken. Een eerste schijf van 75 miljoen trok men uit voor grote investeringswerken om de beschikbaarheid van grondwater in Vlaanderen te verhogen. De belangrijkste pijlers daarbij zijn: een gepaste regelgeving vanuit de openbare besturen, circulair watergebruik, landbouw en natuur als deel van de oplossing. Maar ook een hogere bevoorradingszekerheid, innovatieve technologieën en sensibilisering van burgers tot het ontharden van de bodem.

Het plan beoogt ook een andere vorm van ruimtelijke ordening, namelijk verkerning. Dichter bij elkaar bouwen, in dorpskernen en steden en bij knooppunten van openbaar vervoer. “Alleen nog bouwen in de reeds ingenomen ruimte tegen de bodemverharding werd in de berichtgeving betonstop genoemd”, zegt Evert Lemmens, CEO van de Tubobel Group. “Daardoor heeft beton een vrij negatieve connotatie gekregen. Als materiaal heeft beton nochtans een hele evolutie doorgemaakt. Er bestaat nu een poreuze versie waardoor betonnen grondbedekking waterdoorlatend kan zijn en men regenwater kan afleiden naar het grondwater. Bovendien is het belangrijk om niet alle beton weg te halen. Want dan gaan we inboeten aan levenskwaliteit.”

De poreuze versie van beton is eerder vriend dan vijand van de ‘Blue Deal’.

Door de klimaatverandering zullen we in de toekomst steeds meer te maken hebben met zowel wateroverlast als watertekorten. Enerzijds is er te veel water omwille van extremer weer dat overstromingen met zich meebrengt. Anderzijds is er te weinig grondwater omwille van langere periodes van droogte. Zowel de overlast als het tekort zijn gevolgen van een gebrekkige infiltratie en te weinig bufferbekkens. Van alle regen die op land valt, verdwijnt een vierde in riolen en rivieren. Water bufferen is daarom heel belangrijk. Kortstondige buffering kan men makkelijk bereiken door zowel waterdoorlatend beton als grasdallen. Daarbij zijn de voegen breder en opgevuld met gras of steenslag. 

Op langere termijn worden gebiedsgerichte projecten en systeeminnovaties opgestart. Vlaanderen maakt middelen vrij voor onder meer de aanleg van grootschalige waterbuffers die zorgen voor reservecapaciteit en het hermeanderen van waterlopen. Ook door het weer open maken van verbindingen tussen de rivier en de zijwaterlopen kunnen hogere grondwaterstanden worden bereikt. “Opdrachtgevers kiezen sneller voor zichtbare grachten en wadi’s terwijl vroeger water via een ondergrondse kolk opgeslorpt werd naar de riolering”, merkt Evert Lemmens op. “In vele gevallen liggen de onderhoudskosten hoger, verdampt het water bij hogere temperaturen en zie je een verlies van publieke oppervlakte. Toch bestaat een oplossing die het beste van twee werelden biedt. Als een overschot aan water niet meer in de grond kan dringen en afgevoerd moet worden, kan dat via een gesloten betonnen buis. Gecombineerd met een poreuze buis en een ondergrondse beek. Wat vertraagde infiltratie en eventuele afvoering mogelijk maakt.”

Met de ‘Blue Deal’ slaat Vlaanderen resoluut de weg in naar structureel waterbeheer. “Beton is hierbij eerder vriend dan vijand”, besluit Evert Lemmens.

Vorig artikel
Volgend artikel