Interview door Fokus Online

Water hou je niet tegen aan de grens

De zomer van 2018 zullen we ons blijven herinneren als lang en heet Helaas heeft zo’n lange periode van zon en zinderende hitte ook nadelige gevolgen voor de natuur: die kreunt onder het nijpend watertekort. Dé man die er ons alles over kan vertellen, is Nederlands eerste Watergezant, Henk Ovink.

Ovink runde aanvankelijk een architectenbureau, maar maakte daarna carrière als topambtenaar voor ruimtelijke planning en waterbeheer. Toen orkaan Sandy in 2012 New York verwoestte, werd hij senior advisor bij de Hurricane Sandy Rebuilding Task Force van president Barack Obama, wat hem in het Witte Huis de bijnaam ‘The Water Guy’ opleverde. Vandaag is Ovink de eerste Nederlandse Watergezant en draagt hij kennis en kunde uit naar alle uithoeken van de wereld. Kortom, hij is de man die de wereld water leert beheersen.

“90 procent van alle rampen is watergerelateerd”, zei u ooit. Staat u nog altijd achter die stelling?

“Ja, helaas. Kijk, ik ben het kind van een ingenieur en een ‘mensen-mens’, en ik sta positief in het leven. Als we samenwerken aan echt innovatieve oplossingen, kunnen we het verschil maken voor de toekomst. Het moet, want de klimaatopgave is enorm groot, waardoor op te veel plaatsen in de wereld klimaatverandering dagelijks voor echte ellende zorgt. We zien er allerlei voorbeelden van: meer orkanen en tropische stormen, overstromingen, vloedgolven, een stijgende zeespiegel… Maar ook de extreme droogte en, zelfs dicht bij huis, de droge zomers, bosbranden, het watertekort, vaak gevolgd door extreem natte winters met wateroverlast…” vertelt Henk Ovink.

“De extremen worden alsmaar extremer en jammer genoeg worden de meest kwetsbare mensen vaak het hardst getroffen. 90 procent van al die rampen is inderdaad ‘water-gerelateerd’. Maar ik geloof erin en ben ervan overtuigd dat we ooit de toekomst voor zullen zijn. Zolang we elke ramp maar aangrijpen als een kans om eruit te leren en we ons echt voorbereiden op die onzekere toekomst vanuit kansen en kracht, en niet dom blijven reageren op de rampen van gisteren.”

Zijn dergelijke rampen te voorkomen?

“Ja, en preventie is bovendien goedkoper dan brandjes blussen, maar met onze huidige preventie zal het ons niet lukken om de vele klimaatrampen te voorkomen. Doorgaans zijn we niet snel genoeg. Steden, overheden, bedrijven, onderzoekers… moeten elke gebeurtenis gebruiken om te leren om de volgende keer beter voorbereid te zijn. Een ramp is als een röntgenfoto, ze legt de kwetsbare plekken bloot, van de infrastructuur maar ook van de samenleving.” zegt Henk Ovink.

Technologie en innovaties zijn belangrijk, maar zullen niet volstaan.

Hoe moeten we tewerk gaan dan, welke technologieën zullen ons helpen?

“Technologie en innovaties zijn belangrijk, maar zullen niet volstaan. Het is een kwestie van hoofd en hart te verbinden, het draait om de manier waarop we tewerk gaan. Om te beginnen moeten we de complexiteit van de problemen durven te leren begrijpen. Doorgaans zijn we veel te ongeduldig. We willen – liefst snel – één oplossing, maar het klimaatvraagstuk is daarvoor veel te ingewikkeld. Die complexiteit moeten we doorgronden. We moeten ook echt leren samenwerken en grensoverschrijdend werken.” verklaart Henk Ovink.

“Water hou je niet tegen aan de grens. We moeten naar de integrale waarden kijken, op ecologisch vlak, op menselijk vlak… Niet alleen naar de kosten maar naar de economische waarden. Nadenken over onze waterproblematiek moet je collectief doen, op kleine en grote schaal. In je buurt, je dorp, je regio, je land en internationaal. En dan heb ik het niet over onderhandelen, maar over samenwerken. Want dat zijn twee totaal verschillende perspectieven. Onderhandelen doe je uit eigenbelang.” legt Henk Ovink uit.

“Om zelf iets te winnen, wat impliceert dat je ook iets verliest. Samenwerken start vanuit de zoektocht naar de gemeenschappelijke meerwaarde. Daarbij zorgt iedereen voor een waardevolle bijdrage. Dat vraagt een investering in elkaar, vanaf het begin en het levert meerwaarde en tijdwinst op bij de realisatie. Samenwerken doe je om samen te winnen. Bovendien is het eindresultaat geen compromis, maar de realisatie van een collectieve ambitie, waarbij de tegen- en medestanders elkaar proberen te vinden. Met minder verzet door een beter begrip en echt eigenaarschap bij iedereen, vanuit die gezamenlijke ambitie.” zegt Henk Ovink.

Zijn er landen die voortrekker zijn op dit vlak?

“Naast Nederland? Er zijn landen en culturen die dichter bij de natuur staan, of kwetsbare groepen, die helaas vaak ervaringsdeskundigen zijn. Ook die moet je betrekken om een moeilijke situatie naar een opportuniteit om te buigen. In sommige gebieden zijn het helaas nog steeds vrouwen en kinderen die elke dag uren moeten lopen om water te halen. Door op die plekken voor goede watervoorziening te zorgen, geef je hen gelijke kansen en een basis voor emancipatie. Met de beschikbaarheid van water kunnen die kinderen, die anders water moeten halen, naar school. Zo wordt een hele samenleving dus echt beter van goede watervoorziening.” zegt Henk Ovink.

Nederland is een waterland, maar wat kan de wereld precies leren van jullie, Nederlanders?

“Nederland is zelf een risicoland. We leven voor een kwart onder zeeniveau en zijn ook met onze rivieren kwetsbaar voor overstromingen. Maar we zijn gelukkig al vroeg begonnen met ‘leven met water’. Nederland was in de twaalfde eeuw nog geen land, maar we hadden al wel een waterdemocratie en ‘waterschappen’, lokaal en regionaal gekozen bestuur waar het waterbeheer geregeld werd, en nog steeds wordt.”

“Onze cultuur rond water draait om samenwerken en innoveren en daar willen andere landen graag iets van leren. Nederland heeft ook ingenieuze waterwerken, maar evengoed moesten er begin jaren 90 250.000 mensen geëvacueerd worden omdat de rivieren buiten hun oevers dreigden te treden. Daaruit hebben we geleerd dat we onze rivieren voldoende ruimte moeten blijven geven. Rivieren moet je niet kanaliseren met dammen en dijken voor economisch gewin op korte termijn. We moeten het water in onze rivieren weer ruimte geven en dat moet niet alleen in Nederland.” vertelt Henk Ovink.

Een ramp is zoals een röntgenfoto, ze legt de kwetsbare plekken bloot.

De geschiedenis heeft jullie ook een pak ervaring opgeleverd, nietwaar? Ik denk dan aan de grote watersnood in 1953?

“Ja, dat was een van de grootste rampen uit de Nederlandse naoorlogse geschiedenis. Een combinatie van een noordwesterstorm met orkaankracht, vloedgolven én springtij, waardoor de dijken het begaven en meer dan 1.800 mensen omkwamen. Zoiets zit in je collectief geheugen. Als kind moesten wij dan ook verplicht leren zwemmen. Later leerde je zeilen… Water is een vast gegeven in het leven van elke dag en ook ik leerde er van kleins af mee omgaan. Water is trouwens iets waar je respect voor moet hebben.”

“Water is schaars, we moeten er zuinig mee omspringen. Als je het aardoppervlak bekijkt, is 71 procent daarvan bedekt met water. Dat lijkt misschien veel, maar het deel ervan dat geschikt is voor consumptie bedraagt amper 0,5 procent. Het is dan ook onze plicht om veel minder water te verbruiken en gebruikt water te hergebruiken. Dat geldt zowel voor de landbouw en industrie – en daar zal technologie ons voor een deel bij helpen – als ook voor ieder van ons thuis.” legt Henk Ovink uit.

“Bewustwording is daarbij erg belangrijk, maar ook onze kennis, expertise en investeringen. De politieke wereld moet mee, want water gaat ook over veiligheid en kan spanningen en conflicten veroorzaken aan en over de grenzen. Wat wij vandaag klimaatvluchtelingen noemen, zijn eigenlijk watervluchtelingen. Tenslotte moeten we ook de investeringswereld mee hebben. Er is enorm veel kapitaal nodig voor deze problematiek, maar zolang je preventie alleen als een ‘kostenfactor’ ziet gaat het mis. Pas wanneer je preventieve maatregelen als maatschappelijke investeringen beschouwt, kun je op termijn een goede ‘return on investment’ realiseren.”

Beeld Evert van de Worp

02.10.2018
door Fokus Online
Vorig artikel
Volgend artikel