elektronisch afval
IT

De elektronische afvaltsunami: een bron van weelde en zingeving?

17.06.2020
door Rafael Porto Carrero

Elektronisch afval kent een paradox. Landt het in rivieren, is het een bron van extreme milieuvervuiling. Tegelijk was in 2016 een tiende van het verhandelde goud wereldwijd afkomstig van elektronisch afval. “Tegen 2021 groeit de hoeveelheid elektronisch afval van 44.7 naar 52.2 megaton.”

Onlangs middenin de talloze Facebookberichten over de coronacrisis: “Als je tussen de regels kunt lezen, begrijp je de ware oorzaak van COVID-19”. De samenzwering even terzijde of vleermuizen al dan niet GPS-signalen naar toiletpapier verzenden, maar wat wél zeker vaststaat is dat elektronische gadgets overal aanwezig zijn. Ook in je geklimatiseerde wc-bril. Die gadgets zijn via het Internet of Things allemaal met elkaar verbonden. Maar ooit zal je van jouw wc-cover vanaf willen. Ja, de elektronische afvalberg blijft aangroeien. Dit zou volgens experts zelfs tot 120 megaton per jaar tegen 2050 kunnen worden.

Hergebruik en recyclage

“Wereldwijd wordt slechts 20 procent van het elektronisch afval ingezameld en correct gerecycleerd”, weet Hina Habib te zeggen, onderzoekster aan de Universiteit Gent. De resterende 80 procent landt meestal op het stort. Of wordt verbrand of illegaal verhandeld of gerecycleerd door zwartwerkers in armzielige omstandigheden. Tot 2018 was het schering en inslag dat Westerse landen hun afval naar China exporteerden. Ondertussen hebben de meeste Zuidoost-Aziatische landen en China de import van afval stopgezet.

In de EU is het trouwens verboden om elektronisch afval te exporteren naar landen buiten de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Tenzij je hergebruik kunt aantonen. “In Vlaanderen werd de Europese wetgeving onlangs nog aangescherpt door hergebruikscriteria op te stellen voor nog werkende elektrische en elektronische apparatuur”, vertelde OVAM-directeur Jan Verheyen aan MO* magazine.  Maar onder de dekmantel van hergebruik en recyclage gaat toch vaak de illegale export van ruwe materialen schuil.

“Wereldwijd wordt 20 procent van het elektronisch afval ingezameld en gerecycleerd.”Hina Habib, Universiteit Gent

Mobieltje is goud waard

De reden ligt voor de hand. Volgens de Global E-Waste Monitor, een gedeeld initiatief van de VN Universiteit, de Internationale Telecommunicatie Unie (ITU) en International Solide Waste Association (ISWA) was de totale waarde van elektronisch afval $62,5 miljard USD in 2018. Dat is drie keer meer dan de totale waarde van alle zilvermijnen wereldwijd samen. “Er zit 100 keer meer goud in een ton mobiele telefoons dan in een ton gouderts”, schreef Guy Ryder, de baas van de Internationale Arbeidsorganisatie onlangs op de blog van het Wereld Economisch Forum (WEF). Dit materiaal mag dus niet zomaar verloren gaan. “In Europa is er tenminste duidelijk vooruitgang gemaakt met een richtlijn voor ecodesign, circulaire economie en de duurzaamheidsdoelen van de VN”, vult expert Habib aan.

Recht op reparatie

Ecodesign maakt het mogelijk om de milieu-impact van producten vanaf de ontwerp- en ontwikkelingsfase te beperken. Het gaat over alle schakels in de levenscyclus: van de grondstofwinning tot afdanking en hergebruik van het product als grondstof voor nieuwe producten. De Europese Commissie heeft een nieuwe richtlijn uitgewerkt om het ‘recht op reparatie’ naar gsm’s, tabletcomputers en laptops uit te breiden. Daarbij gelden er technische standaarden waarmee onderdelen vervangbaar en herstelbaar zijn. Tot nog toe ging ecodesign enkel over de energie-efficiëntie van computers, tv’s, afwas- en wasmachines.

Gedecentraliseerde microfabriekjes

Maar wetenschappers vinden ook nieuwe methodes uit. Welkom in het tijdperk van de betekeniseconomie. De Indische professor Veena Sahajwalla van de Australische universiteit van New South Wales vond een ‘microfabriekje’ uit dat elektronisch afval recycleert. Microrecyclage heet dat. Zo kunnen smartphones en moederborden van pc’s transformeren tot metalen legeringen uit koper en tin. Glas en plastiek kunnen micromateriaal voor keramiek en vezeldraden worden. De microfabriekjes kunnen al op kleine oppervlakten van 50 vierkante meter ingezet worden.

Sahajwalla ziet de nabije toekomst optimistisch tegemoet. Het tijdperk van het eenzijdige denken in schaalvoordelen is volgens haar voorbij. “De toekomst van de wereldproductie ligt in gedecentraliseerde fabriekjes, die lokaal opereren op kleinere schaal”, sluit ze af. Lokale gemeenschappen zullen dus veel materiaal en grondstoffen met haar microfactories zelf kunnen maken.

Vorig artikel
Volgend artikel