Chemie
R&D

De chemie is goed voor België (en omgekeerd)

11.09.2018
door Fokus-online.be

Ons kleine landje telt een indrukwekkende hoeveelheid bedrijven in de life sciences en chemie. Waarom kiezen zoveel ondernemingen uit deze sector voor ons tochtgat aan de Noordzee? En wat hebben zij onze economie te bieden? Heel wat, zo blijkt. 

Indrukwekkende cijfers

In de sector van de (bio)chemie en pharmaceuticals zijn er weinig landen op de wereld die zo boven hun gewicht boksen als België. De cijfers zijn dan ook indrukwekkend. “De tien grootste farmabedrijven ter wereld hebben allemaal een vestiging in ons land”, zegt Gert Verreth van de sectorfederatie Essenscia. “Van de tien grootste chemieconcerns hebben er acht hier een productiesite. De volledige sector is samen goed voor ruim 240.000 directe en indirecte jobs en bijna 66 miljard euro omzet. Bovendien is ze van levensbelang voor onze export: chemie en farma zijn goed voor een derde van de Belgische uitvoer. Naar de VS bijvoorbeeld is dat zelfs ruim de helft.” 

Perfect storm

Dat de chemie en life sciences het hier goed doen, komt door een soort van perfect storm die de hele sector vooruit stuwt. Er is veel kennisuitwisseling met verschillende stakeholders (universiteiten, onderzoekscentra…) en ook de overheid steunt de branche, bijvoorbeeld met fiscale gunstmaatregelen. Dat beaamt ook co-directeur Pascale Engelen van de koepelorganisatie flanders.bio. “Vooreerst hebben we heel veel kennisclusters waaruit dit soort van bedrijven kunnen putten. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie), imec in Leuven en uiteraard ook alle universiteiten en universitaire ziekenhuizen. Een ideale omgeving voor het ontstaan van een hele cluster van spin-offs en start-ups.”

De sector is goed voor ruim 240.000 directe en indirecte jobs, en bijna 66 miljard euro omzet Gert Verreth

Historische aanwezigheid

Engelen wijst ook op de historische aanwezigheid in ons land van grote farmabedrijven als Janssen Pharmaceutica, UCB, GSK, Pfizer en Genzyme-Sanofi. Zij bouwen hier al jarenlang O&O- en productiefaciliteiten uit, en werken samen met lokale partners, wat een stevige dynamiek in gang zet. “Daarnaast staat Vlaanderen aan de top bij onder meer de ontwikkeling van innovatieve materialen, nano-elektronica en digitale en medische technologieën”, zegt Engelens collega-directeur Willem Dhooge. “Die worden steeds verder gecombineerd en geïntegreerd in de technologische toepassingen van de toekomst, voor een veelheid aan sectoren. In health krijgen we bijvoorbeeld via big data een betere kennis van patiëntenprofielen waardoor geneesmiddelen veel preciezer en efficiënter worden. We werken samen met deze andere technologische sectoren, en bouwen een platform uit in Vlaanderen om samenwerkingen tussen bedrijven te stimuleren. Dat is belangrijk om onze voorsprong te behouden en kennis in België te houden.” 

Stimuli

Als derde reden noemt Engelen de rol van de federale en Vlaamse overheid. Zij hebben de sectoren altijd gesteund met financiële en fiscale stimuli. “Zeker de starters konden daar sterk van profiteren, maar het wordt nu ook tijd om groeibedrijven beter te ondersteunen. We hebben nood aan lokale investeringsfondsen die investeren in scale-ups. Anders bestaat het risico dat zij bijvoorbeeld naar de VS trekken, waar men toch nog altijd minder risicoavers is voor grote investeringen in biotechnologie. Wat dat betreft is de aankondiging van de federale overheid om een nieuw durffonds van 450 miljoen euro te starten, met zowel geld van de overheid als van privé-investeerders, zeer goed nieuws. Dit zal bijdragen aan het verankeren van groeibedrijven in ons land.”

Werken aan imago

Waar nog wel aan gewerkt moet worden, is het imago van de sector. Volgens Engelen hebben jongeren vaak een verkeerde indruk van chemie en life sciences, en weten ze niet goed wat de jobs precies inhouden. Ook Verreth beaamt dat. “Het gaat om veel meer dan enkel het ontwikkelen van kunststoffen of nieuwe medicijnen”, zegt hij. “De chemie is ook een strategische sector om pakweg de klimaatopwarming aan te pakken en de energietransitie in goede banen te leiden. Efficiëntere batterijen, betere zonnecellen, krachtigere windturbines, slimme materialen die het energieverbruik doen dalen… Ze doen allemaal stuk voor stuk beroep op chemische componenten.”

Vorig artikel
Volgend artikel