biotechnologie
R&D

Biotechnologie steekt nog een vitamientje bij

15.03.2017
door Fokus Online

Nu wetenschappers de oorzaken van kanker beter begrijpen, raakt het geneesmiddelenonderzoek in een stroomversnelling. Zeer goed nieuws dus, al denken sommige experts dat de ontwikkelingen in de life sciences nog sneller, beter en ingrijpender zouden kunnen. Hoezo?

Wereldtop

Als het over biotechnologie gaat, dan mogen we onszelf op de borst kloppen: het onderzoek in België behoort tot de wereldtop. Vooral de oprichting van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) midden jaren negentig is strategisch erg belangrijk geweest. De kennis die er is samengebracht, heeft ons naar de kop van het peloton gebracht. Zeker in de gezondheidszorg is er baanbrekend werk verricht. Denk maar aan het Alzheimer-onderzoek van Christine Van Broekhoven of Bart De Strooper.

De toekomst belooft volgens Henk Joos van FlandersBio meer moois. Omdat onderzoekers beter beginnen te begrijpen wat er achter een ziekte zit, kunnen artsen op een gerichtere manier ingrijpen. Joos: “Maar niet alleen in de life sciences scheren we in ons land hoge toppen. Met imec hebben we ook op het vlak van nano-elektronica een sterke speler in huis. Koppel die twee aan elkaar en de deuren gaan open voor tal van crosstechnologische toepassingen in de biotechnologie.” Prima voorbeeld vinden we bij Biocartis, ontwikkelaar van diagnostische testen. Door gebruik te maken van nano-elektronica is het bedrijf erin geslaagd een volledig labo te miniaturiseren. Medische testen die normaal twee dagen in beslag nemen, geven nu in negentig minuten resultaat.

Technology transfer offices

Toch verloopt het niet altijd zo vlot. Hoe revolutionair het onderzoek van onze kenniscentra ook is, regelmatig blijft het op de plank van de biotechnologie liggen, bijvoorbeeld omdat die niet de juiste connecties hebben. “De technology transfer offices van de universiteiten leveren goed werk, maar zijn beperkt qua mensen en middelen”, verklaart Joos. “De brug bouwen tussen onderzoek en praktijk, daar moeten we meer op inzetten.” FlandersBio wil dat onder meer via netwerkevents doen, waarbij onderzoekers hun resultaten kunnen presenteren of pitchen aan bedrijven en investeerders. Op die manier kan een prematuur idee het juiste duwtje in de rug krijgen.

Innovatie zal meer en meer van de kleine spelers komen.– Henk Joos

Wetgeving

“Maar dat duwtje wordt dikwijls nog afgeremd door de wetgeving”, meent Sophie Dewulf van onafhankelijk onderzoeksinstituut Pures, dat kennis over het juist gebruik van voedingssupplementen verzamelt en verspreidt. Zo ziet ze veel kwaliteitsvol onderzoek naar natuurlijke stoffen verloren gaan, simpelweg omdat de wet de behandeling van ziekten strikt voor geregistreerde geneesmiddelen voorbehoudt. “Ook al is het effect bewezen, dan nog mag je de heilzame werking van een voedingssupplement niet claimen. Het statuut van voedingssupplementen bepaalt immers dat je ze nooit in de context van ziekte mag promoten. Genezen is voorbehouden voor geneesmiddelen.” De natuurlijke formule als geneesmiddel laten registreren is geen optie. Omdat je op natuurlijke stoffen geen patent mag nemen, kan iedereen meteen ook je formule kopiëren.

Nochtans zouden veel patiënten erbij gebaat zijn als ze bij hun behandeling naast conventionele medicijnen, óók natuurlijke stoffen – in de vorm van goed gecontroleerde voedingssupplementen – krijgen. Onderzoeker Gabriël Devriendt: “Bij de behandeling van prostaatkanker bijvoorbeeld, is de aanwezigheid van het antioxidant glutathion cruciaal. De stof kan er bovendien voor zorgen dat bij bepaalde chemokuren het aantal witte bloedcellen op niveau blijft. Daardoor kan je de optimale frequentie en dosis van de chemokuur aanhouden.”

Supplementen

Je lichaam maakt de stof normaal vanzelf aan. Maar bij extra behoefte kun je het via supplementen aanvullen. En daar wringt net het schoentje: de wetgever laat niet toe dat je als bedrijf met artsen en patiënten communiceert over het mogelijk effect van een voedingssupplement. Een gecommercialiseerd supplement mag je immers niet als werkzaam middel promoten in de behandeling van een ziekte. Een gemiste kans, volgens Dewulf en Devriendt: “Degelijk wetenschappelijk onderzoek kan zo niet in de praktijk worden gebracht. Zonder die wettelijke beperkingen zou de geneeskunde verder kunnen staan.”

Henk Joos erkent dat de wetgeving aan een update toe is. “Sommige regels gaan al 15 tot 25 jaar mee en zijn inderdaad niet aan de snel evoluerende context aangepast.” Het stemt hem wel hoopvol dat kleine bedrijven in het Europese en Belgische debat nu vaker gehoord worden, naast de grote farmaceutische bedrijven. “Het besef dat innovatie meer en meer van de kleine spelers zal komen, dringt door. Dat de regelgeving van biotechnologie in hun belang moet evolueren evenzeer.”

Vorig artikel
Volgend artikel