auto
Business

De auto rijdt ook in de stad van de toekomst nog rond

27.10.2020
door Rosalie Van Hoof

De stad deint uit en het verkeer wordt alsmaar drukker. We willen schone lucht, maar blijven verknocht aan onze auto. De stad van de toekomst: is dat een met lege straten, zoals tijdens de lockdown? “De auto zal niet verdwijnen”, zegt mobiliteitsexpert Dirk Lauwers.

De Vlaamse nevelstad, zo spreken ruimtelijke planners over de grote versnippering in ons land. België heeft het dichtste wegennet van Europa. 70 procent van onze verplaatsingen doen we met de wagen. Ondertussen vestigen meer mensen zich in de stad en klinkt de eis voor schone lucht steeds luider.

Smart citytechnologie: een onmisbaar puzzelstuk

Het mag duidelijk zijn: de stad van de toekomst staat voor grote uitdagingen. “Met slimme toepassingen kan de stad stukken leefbaarder worden,” zegt Joachim De Vos, CEO van Living Tomorrow en TomorrowLab. Het eerste is een democentrum waar iedereen kan ontdekken hoe de toekomst eruit zal zien. TomorrowLab is een platform waarbij advies wordt gegeven aan en er samengewerkt wordt rond innovatie met bedrijven, steden en gemeenten. Kleine ingrepen kunnen een groot verschil maken.

“Flexibele schooluren waarbij de start van de schooldag wordt verspreid tussen acht en tien uur ‘s morgens kan de capaciteit van ons openbaar vervoer verhogen met 300 procent. Op die manier staat niet heel het land in rep en roer op hetzelfde moment.” Smart citytechnologie is een onmisbaar puzzelstuk in de mobiliteitskwestie, benadrukt De Vos. “Slimme camera’s kunnen de CO2- uitstoot en verkeersgeleiding in het oog houden. Wagens met een te hoge uitstoot kun je uit het centrum weren en te drukke straten kun je afsluiten.”

Krimpende publieke ruimte

Lege straten en zo goed als geen vliegtuigen, dat is wat we zagen tijdens de lockdown. Een vooruitblik naar de stad van de toekomst? “De coronacrisis is op bepaalde vlakken een katalysator geweest. We ondervonden de krimpende publieke ruimte aan den lijve. Zeker in de grote steden zoals Brussel en Antwerpen was anderhalve meter afstand houden moeilijk. Straten waren te smal en parken werden uit voorzorg gesloten. Brussel reageerde daarop door autorijvakken vrij te maken voor fietsers”, zegt De Vos.

“We moeten auto’s zien als een gast in het openbare leven, niet als dominante factor.”Dirk Lauwers, mobiliteitsexpert

Dense stedelijke ontwikkeling

Ook Dirk Lauwers, mobiliteitsexpert, gastprofessor en onderzoeker aan de Universiteit Antwerpen, vindt dat we lessen kunnen trekken voor het postcoronatijdperk en aan een nieuwe stedelijke organisatie moeten werken, zoals de 15-minutenbuurten waar Parijs naar streeft. “Tijdens de lockdown (her)ontdekten mensen hun eigen buurt.” Winkelen bij de bioboer, de lokale supermarkt en telewerken raakte steeds meer ingeburgerd. “Als die tendens zich doorzet, gaan we naar een meer dense stedelijke ontwikkeling waarin bijna alles zich binnen een beperkte loopafstand bevindt.”

Dat vraagt om een aangepast mobiliteitsbeleid waarin zachte mobiliteit, zoals fietsen en wandelen, meer kansen krijgt. “We moeten auto’s zien als een gast in het openbare leven, niet als de dominante factor. De arrogante privileges die de auto toebedeeld kreeg in steden en dorpen moeten daarom afgebouwd worden”, zegt professor Lauwers.

Goede verbindingen

Zo ver is het voorlopig nog niet. In Antwerpen zijn er reeds voorbereidingen getroffen voor nog meer autoverkeer met de aanleg van nieuwe parkings. “Maar ook in steden die autoluwer worden, verdwijnt de auto niet. Voor korte verplaatsingen wordt fietsen belangrijker. Voor wie van verder moet komen, wint ketenmobiliteit aan belang.” Dat betekent: een (deel)wagen nemen tot aan de stadsrand om vervolgens met een fiets, step of tram de weg te vervolgen. “Goede verbindingen tussen deze 15-minutenbuurten worden essentieel. Het openbaar vervoer blijft de ruggengraat, maar de rol ervan zal veranderen. Mensen hebben postcorona geen zin om en masse op de trein te zitten. Door de komst van elektrische fietsen en deelsteps kan het openbaar vervoerssysteem zich meer concentreren op de grote assen.”

In de plaats van leasewagens kunnen bedrijven deelauto’s aanbieden, stelt professor Lauwers nog. Ook de overheid speelt een leidende rol. “Dé stad van de toekomst bestaat niet. Er ontwikkelen zich verschillende profielen afhankelijk van het stadsbeleid. Indien er niet wordt gehandeld, kan de stad van de toekomst nog meer verneveld zijn, waar de auto alleen maar aan belang wint. Met drukkere wegen en meer parkings.”

Vorig artikel
Volgend artikel