bouwsector
Bouwen & Wonen

Van pand tot puin en weer terug

02.04.2022
door Heleen Driesen

Het energieverhaal blijft gloeiend actueel gezien de stijgende facturen. Toch wordt de bouwsector zich meer en meer bewust van andere belangrijke uitdagingen op vlak van duurzaamheid. “We zijn een groot deel van het probleem, maar misschien nog een veel groter deel van de oplossing.”

Tot voor kort stond duurzaamheid in de bouw nagenoeg gelijk aan inspanningen rond energieverbruik en CO2-emissie. Die focus op de gebruiksfase is te beperkend, stelt de sector vandaag zelf vast. De hele genesis, levensloop en end-of-life van een project moeten mee in rekening worden gebracht. Vooral in de omgang met materialen zijn nog betekenisvolle stappen te zetten. “Van alle ontgonnen materialen komt uiteindelijk de helft in de bouw terecht”, duidt Jeroen Vrijders van het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB). “Een derde van alle afval dat jaarlijks in België geproduceerd wordt is bouw- en sloopafval. Juist omdat de bouw zo’n grote materiaalafdruk heeft, valt er met het concept van circulaire economie nog grote winst te rapen.”   

De circulaire economie is een systeem van gesloten kringlopen, dat erop gericht is om de waarde van gebouwen en materialen zoveel mogelijk te behouden. “Een eerste groot principe daarin is dat van urban mining”, licht Vrijders toe. “Bestaande gebouwen die we renoveren of afbreken zijn een mijn aan grondstoffen voor toekomstige gebouwen. Een ander principe is veranderingsgericht bouwen. Wanneer we vandaag nieuwe bouwwerken neerzetten, laat ons er dan voor zorgen dat die zo lang mogelijk blijven staan en nadien zo eenvoudig mogelijk uit elkaar te halen zijn. Zo kunnen we de componenten vlot hergebruiken in andere toepassingen. Tussen die twee pijlers in zit het economische aspect van circulaire economie. Hoe creëren we economische activiteit met al deze oplossingen? Want wat afval is voor de een, is een grondstof voor de ander.”    

Integrale duurzaamheid zit in het ontginnen van materialen, in de productie en het gebruik. Maar ook in transport, onderhoud, lokale handel en sociale economie, breidt Vrijders de definitie uit. “Door in projecten de juiste keuzes te maken, kunnen we met de bouwsector positief bijdragen aan zowel het planet-, profit- als het peopleverhaal. We zijn een groot deel van het probleem. Maar misschien nog een veel groter deel van de oplossing.”

Juist omdat de bouw zo’n grote materiaalafdruk heeft, vallen er met het concept van circulaire economie nog grote winsten te rapen.

- Jeroen Vrijders, WTCB

Het is een transitie die van iedereen in de bouwsector vraagt om anders te denken en te werken, beaamt adviseur en projectmanager circulaire economie Jonathan Verdonck van Rebel. “Het start natuurlijk bij de bereidheid van een opdrachtgever om een duurzaam project te initiëren en te bekostigen. Verder zijn er al heel wat architecten, ingenieurs, aannemers en leveranciers in staat én bereid om  circulair te bouwen. Maar ze moeten elkaar wel op het juiste moment vinden. Als één schakel in de keten van een bouwproject niet mee wil of kan, blijft duurzaamheid dode letter.”  

Momenteel gaat de bouwsector nog vooral sequentieel te werk, ziet Verdonck. “Opdrachtgevers spreken een architect aan voor het ontwerp. Vervolgens komen de aannemers in beeld om alles uit te voeren en de ingenieurs om de nodige berekeningen te maken. Wat naar mijn ervaring heel goed werkt, is om van bij de start alle partijen samen rond de tafel te brengen. Als iedereen vooraf goed op elkaar is ingesteld en eventuele koerswijzigingen samen neemt, levert dat uiteindelijk sterkere projecten op. Weinig bevorderlijk voor een duurzame samenwerking zijn opdrachtgevers die dichtgetimmerde bestekken loslaten op de markt en al op voorhand klaarstaan met allerlei boeteclausules. Of aannemers die a priori speuren naar fouten in de aanbesteding om bepaalde meerkosten te kunnen doorrekenen.”    

Vaak botsen duurzame ambities toch nog op de praktijk, onder de vorm van oplopende levertijden of kostprijzen, stelt de projectmanager vast. “Nog te vaak wordt bij een projectbegroting niet verder gekeken dan naar de investeringskosten. Nochtans wegen ook de kosten voor onderhoud, instandhouding en energie door in de eindafrekening. Wie slim investeert, komt tot een bouwwerk dat over de gehele levensduur niet alleen ecologisch. Maar ook economisch voordeel oplevert.” 

Vorig artikel
Volgend artikel