energie
Industrie

Op weg naar een klimaatneutralere wereld

28.09.2022
door Bavo Boutsen

De wereldwijde energiecrisis maakt duidelijk waar de focus van onze klimaatambities de komende jaren naartoe zal gaan. Onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en buitenlandse import moet in sneltempo worden afgebouwd. Door volop de kaart te trekken van duurzame energie-innovatie kan men beide ambities realiseren. Wij zetten vier veelbelovende innovaties, telkens met een duidelijk Belgisch tintje, op een rij. 

1. Kernenergie 

Kernenergie beschouwen als een innovatieve energie, voor velen klinkt het allicht wat contradictorisch. In België debatteert men immers al jaren bijzonder fel over de totale stopzetting van nucleaire energie, die bovendien al sinds begin jaren 50 wordt gebruikt. Los van de Belgische kernuitstap geldt ons land, door de decennialange ervaring met deze energievorm en bijhorend onderzoek, als een referentie binnen de nucleaire sector. Omdat kernenergie geen CO2-uitstoot genereert, groeit het besef dat het een interessante piste is om te bewandelen in de strijd tegen de klimaatopwarming. Het radioactief kernafval dat geproduceerd wordt blijft uiteraard het grootste tegenargument tegen deze energievorm.

Binnen de nucleaire wereld zoekt men echter volop naar manieren om de veiligheid van de reactoren te verhogen en de afvalproductie te verlagen. Dat leidt onmiskenbaar tot veelbelovende innovaties. Een voorbeeld hiervan is de kernreactor die gebruikmaakt van gesmolten thoriumzout. Dit procedé levert gevoelig minder afval op. Omdat deze technologie nog in de kinderschoenen staat, moet dit wel gezien worden als een ontwikkeling die is gericht op de lange termijn. De voorstanders van kernenergie kregen onlangs wel een belangrijke duw in de rug vanuit Europa. Sinds kort staat kernenergie namelijk gelabeld als duurzaam op de zogenaamde Europese groene taxonomie, het classificatiesysteem voor beleggers en investeerders dat – in het kader van de Green Deal – bepaalt welke investeringen als milieuvriendelijk worden beschouwd. 

2. Restwarmte 

Warmte ligt aan de basis van heel wat industriële processen. De economie, en dus ook de samenleving, verbruikt in de eerste plaats warmte, die in de praktijk wordt opgewekt door fossiele brandstoffen. Wereldwijd is de industrie dan ook goed voor een kwart van de uitstoot van broeikasgassen. In sterk geïndustrialiseerde gebieden is dit nog veel meer. Vandaag is het zo dat de meeste warmte die vrijkomt na industriële processen, de zogenaamde restwarmte, de facto niet meer hergebruikt kan worden omdat deze een te lage temperatuur heeft om opnieuw te kunnen dienen in de industrie. Door gebruik te maken van speciaal ontwikkelde warmtepompen voor de industrie kan deze warmte echter wel opnieuw worden gecapteerd en opgewaardeerd tot een voor de industrie bruikbare temperatuur. Bijgevolg hoeft er gevoelig minder warmte te worden geproduceerd.

Rekening houdend met de huidige productiemethodes voor deze warmte, komt deze omslag neer op een enorme nettobesparing voor wat betreft de uitstoot van CO2. Door de exponentiële verhoging van de kosten voor energieopwekking, door de stijging van de huidige fossiele energieprijzen. Maar zeker ook door de groeiende kost van CO2-uitstoot, zal de aantrekkingskracht van het gebruik van restwarmte bovendien enkel maar toenemen. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de Belgische scale-up Qpinch, die dit soort van warmtepomp ontwikkelde, op bijzonder veel internationale interesse kan rekenen.

3. Groen gas

Gas moet zowat de meest besproken energievorm van het moment zijn. De explosie van de kostprijs en de afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers, waardoor het in de praktijk gebruikt wordt als een geopolitiek wapen, maakten van gas een bijzonder gevoelig thema. Toch hebben bepaalde gassoorten zeker hun plaats in de energiemix van de toekomst. Hierbij gaat het niet over het klassieke aardgas, wat uiteraard een fossiele brandstof is. Maar over nieuwe gasvormen die het gevolg zijn van innovatieve technologieën. Een duidelijk voorbeeld hiervan is biogas dat geproduceerd wordt uit landbouwafval. Dit is het product van specifiek ingerichte vergistingsinstallaties of biomethanisatie-eenheden en is een 100 procent hernieuwbare en circulaire energievorm. Het methaan dat wordt uitgestoten door koeienstallen in ons land kan hierbij dienen als de basisgrondstof voor deze innovatieve energievorm.

Wagens die uitgerust zijn met een speciale gasmotor kunnen vandaag al bij heel wat Belgische tankstations terecht om deze gasvorm te injecteren en te gebruiken als brandstof. Wie dit doet, rijdt met andere woorden rond in een voertuig dat volledig werkt op basis van een circulair product en dus 100 procent CO2-vrij is. Bovendien toont dit ook aan hoe de landbouw kan worden betrokken bij energie-innovaties die een oplossing kunnen bieden voor de klimaatproblematiek. Heel wat autobouwers, ook voor landbouwvoertuigen, zijn vandaag dan ook bezig met de verdere ontwikkeling van voertuigen die kunnen rijden op basis van deze innovatieve brandstof.

4. Waterstof 

Waterstof, het chemisch element met atoomnummer 1, komt in geïsoleerde vorm niet voor op onze planeet. Met dank aan technologische innovatie kunnen we het wel produceren en als brandstof gebruiken. Wanneer dit proces gekoppeld wordt aan hernieuwbare energiebronnen zoals zon- of windenergie, is er sprake van een volledig klimaatneutrale brandstofvorm. Precies daarom wordt er vandaag volop ingezet op de ontwikkeling van de waterstofeconomie. Voor die onderdelen van de industrie en transportsector waar een totale elektrificatie geen optie is, kan dit een belangrijke aanvulling zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan zwaar transport of luchtverkeer. Dit groeipad ligt echter bezaaid met complexe uitdagingen. In de praktijk kan het productieproces van groene waterstof op grote schaal enkel gebeuren in gebieden waar voldoende plaats is voor wind- en zonne-energie-installaties. Hierdoor zal Europa voor waterstof hoe dan ook afhankelijk blijven buitenlandse import.

België probeert de jongste jaren echter duidelijk een voortrekkersrol te spelen in de uitbouw van de waterstofeconomie. Die ambitie spraken de verschillende regeringen al meermaals openlijk uit. Dit vertaalt zich onder andere in een aantal toonaangevende initiatieven in de haven van Antwerpen. Daar proberen ze via pilootprojecten op basis van lokale en aangekochte groene stroom een duidelijke expertise uit te bouwen. Ook opende de hogeschool VIVES eerder dit jaar een eigen waterstofonderzoekscentrum om het potentieel van waterstof verder te bestuderen. 

Vorig artikel
Volgend artikel