oceanen
Milieu

Hans Polet: “Goed beheer en innovatie sleutel tot blauwe economie”

02.04.2022
door Fokus Online

Overbevissing, microplastics, klimaatverandering… Het lijkt alsof het mariene milieu aan het kortste eind trekt. Dat we als mens de zeeën zullen blijven gebruiken staat als een paal boven water, zegt Hans Polet, Wetenschappelijk Directeur van de mariene onderzoeksafdeling van ILVO. Een verstandig beheer van de zee en haar rijkdommen wordt almaar belangrijker. 

Een paar vaststellingen om te beginnen. De oceanen produceren meer dan de helft van onze zuurstof en absorberen 50 keer meer koolstofdioxide dan onze atmosfeer. Ze zijn dé klimaatregulator bij uitstek op aarde. Wereldwijd wordt er elk jaar ongeveer 156 miljoen ton vis gegeten. In de Europese wateren staan intussen meer dan 5000 offshore windturbines. De haven van Antwerpen was in 2020 goed voor 238 miljoen ton maritiem goederenverkeer. De cijfers bewijzen hoe essentieel de zee is, op vele vlakken. 

Dat wij als visconsument alvast gezondere mariene ecosystemen verkiezen blijkt uit de toenemende  MSC-gelabelde visverkoop. MSC of Marine Stewardship Council gaat over duurzaamheid. Bij ons visualiseert het lokale label ‘Visserij Verduurzaamt’ de inspanningen van de Belgische vissersvloot, met dank ook aan de ILVO-onderzoekers. Volgehouden duurzaamheidsacties resulteren uiteindelijk in gezondere visbestanden. De Europese vissers krijgen hun vispopulaties dankzij het strenge visquota-systeem weer op peil. 80 procent van hun visstocks wordt al duurzaam bevist, stelt het VN-agentschap FAO. En het blijft verbeteren.  

De wereldwijde ecologische uitdagingen liggen desalniettemin ook op ons bord: het herstel van de mariene biodiversiteit, de strijd tegen chemische en plasticvervuiling, de klimaatverandering. En: Vlaanderen gaat met zijn hernieuwde ‘blauwe ambitie’ op zoek naar nog meer opportuniteiten, wat de druk op het ecosysteem zou kunnen opdrijven.  

Volgehouden duurzaamheidsacties resulteren in gezondere visbestanden. En het blijft verbeteren.

- Hans Polet, ILVO

Het dubbele antwoord dat blijkt te werken is ‘goed beheer en innovatie’. Ik noem een paar  verwezenlijkingen en trajecten die gezien mogen worden. De eerste belangrijke basis voor een aantal onderzoeksvragen rond (mogelijke) impact is monitoring. Je moet betrouwbare data hebben om bij benadering een effect te tonen of een evolutie te ontwaren. ILVO neemt al tientallen jaren de belangrijke taak op zich om de biologische, ecologische en chemische toestand van ons mariene ecosysteem op te volgen. Hetzelfde gebeurt op Europees en internationaal niveau. Jaarlijks kunnen zo ettelijke sterk onderbouwde adviezen voor een duurzame blauwe ontwikkeling worden geformuleerd. 

Ten tweede optimaliseren we met een aantal veelbelovende innovaties het beheer en de exploitatie van de oceanen. We zetten als wetenschappers meer en meer DNA-gebaseerde monitoringstechnieken in, die de invasieve tel- en meetsystemen kunnen vervangen. We creëren een zogenaamde ‘digitale tweeling’ van de zee die snelle digitale simulaties kan maken rond te evalueren of verbeteren initiatieven op zee. In de sector kustverdediging – een sector van zand, staal en beton – zijn we aan het experimenteren met ‘nature based design’-systemen. Voor de aquacultuur testen we biologisch afbreekbare materialen. 

Welke plannen we ook hebben met de oceanen, duurzaamheid zal centraal moeten staan. Dat besef is sterk aanwezig bij de professionele actoren, en bij de gewone burger. Tijdens de pandemie herontdekte hij de positieve effecten op onze (mentale) gezondheid van zeelucht, zeezicht en recreatieve zee-activiteiten. We (blijven) houden van de zee én we hebben haar keihard nodig.  

Vorig artikel
Volgend artikel