green deal
Industrie

De European Green Deal in 10 doeleinden

21.12.2020
door Hannes Dedeurwaerder

Alles staat of valt met een groene en vooral klimaatneutrale toekomst. Vanuit die zekerheid werkte Europa een ambitieuze Green Deal uit. Maar wat houdt die precies in? Voorzitter van de Europese Commissie Ursula Von Der Leyen zette de tien belangrijkste doeleinden op een rijtje.

1. Klimaatneutraal Europa tegen 2050

Tegen 2050 moet Europa CO2- en dus klimaatneutraal zijn, waardoor vooral sterk vervuilende industrieën en technologieën een omslag moeten maken. Dit is het belangrijkste, overkoepelende element uit de European Green Deal. Het is een flinke verstrenging ten opzichte van de eerdere ambities, die een reductie van 40 procent in broeikasgas voorstonden tegen 2030. Nu wordt dat 50 à 55 procent tegen 2050, als dat cijfer tenminste bestand blijkt tegen een uit te voeren kosten-batenanalyse. Men stelt alles nu in het werk om alle Europese wetten en regels conform die nieuwe klimaatdoelstellingen te maken, en om de elektriciteits-, gas- en verwarmingssector in één systeem onder te brengen.

2. Circulaire economie

Een economie waarin zo goed als niets verloren gaat en afvalstoffen opnieuw in het systeem worden ingezet, dat is het nieuwe actieplan rond circulaire economie dat men binnen het kader van de European Green Deal voorstelde. Kernpunten zijn: zowel minder en duurzame materialen, als herbruikbare en recycleerbare materialen gebruiken. Ook industrieën die sterk op koolstof gebaseerd zijn – zoals staal, cement en textiel – krijgen de nodige aandacht. Zo wil de staalindustrie een stuk properder worden door tegen 2030 met waterstof te werken. 2030 is het laatst mogelijke moment om een investeringscyclus op te starten om de deadline van 2050 te halen.

3. Gebouwrenovatie

Het principe van ‘vele kleintjes maken één groot’: een slecht geïsoleerd huis is misschien geen probleem, maar een massa ondermaats aangepakte gebouwen kan een enorme impact hebben. Vandaar dat de European Green Deal ook sterk inzet op gebouwrenovatie en de snelheid ervan wil verdubbelen of zelfs verdrievoudigen. Daarmee wordt ook duidelijk dat men de ambities alleen maar kunnen waarmaken als ook de burger de schouders eronder zet. De Deal is dus niet alleen het aanpakken van grote, vervuilende industrieën en het inzetten op innovatieve technologieën, zoals offshore-energie, maar ook het beter isoleren van huizen, kantoren en appartementen.

4. Geen vervuiling

Vervuiling is wereldwijd altijd al een probleem geweest: plastic in de oceanen, afvallozingen in waterlopen, sluikstorten langs de wegen… Daarom wil Europa nu met de spierballen rollen door tegen 2050 een ‘vervuilingsvrije omgeving’ te ambiëren. Hier kijkt men vooral naar de chemische bedrijven en onderzoeksgroepen, die moeten inzetten op nieuwe producten en stoffen die geen toxische elementen bevatten, zodat ze de omgeving niet kunnen vervuilen. Ook initiatieven waarbij vissers hun kerntaak uitbreiden met plasticverwijdering uit de zee, zullen verder ondersteund worden. “Het uiteindelijke doel is om onze economie te verzoenen met onze planeet”, aldus Ursula Von Der Leyen.

5. Ecosystemen en biodiversiteit

Gezonde ecosystemen en een rijke biodiversiteit zijn de beste bewijzen van een gezonde omgeving en mogen niet gezien worden als vijanden van de economie, maar partners. Daarom wil Europa sterk inzetten op maatregelen die de drastische teloorgang van biodiversiteit tegengaan. Zo zal men kijken naar oplossingen voor water- en bodemvervuiling, en zal men bestuderen hoe men een nieuwe bossenstrategie kan uitwerken. Want als er één ding is waar iedereen het over eens is, dan wel het feit dat Europa meer bomen nodig heeft – zowel in de stad als op het platteland. Verder zal men nieuwe labels ontwikkelen die landbouwproducten promoten waarvoor geen bossen moeten sneuvelen.

6. Farm-to-fork-strategie

Landbouw is de grootste kostenpost van de EU – maar liefst een derde van de budgetten gaat naar de sector. Logisch dan ook dat men vanuit die kant de nodige inspanningen doen en vragen. Daarom wil de Green Deal ook werk maken van een ‘groen en gezonder’ landbouwsysteem. Dat houdt onder meer in dat het gebruik van pesticiden, meststoffen en antibiotica drastisch moet verminderen. Op die manier wil men een soort farm-to-fork-strategie uitrollen: wat van het veld komt, zou de consument in principe zonder risico moeten kunnen opeten of drinken. Ook het idee van de korte keten – rechtstreeks van boer naar consument – vindt hier een plaats.

7. Transport

De impact van verkeer en transport in Europa – zeker aangezien het een echte vrijhandelszone is – onderschat men niet. In de eerste plaats kijkt men naar het autoverkeer. Momenteel is de ambitie om tegen 2021 een maximum van 95 gram CO2 per kilometer te halen, maar dat zal men tussen 2030 en 2040 naar nul reduceren. Verder wil men tegen 2025 één miljoen laadpalen over heel Europa hebben, om elektrische wagens verder te stimuleren. Met als achterliggende gedachte dat geen enkele chauffeur in Europa zich zorgen moet maken over een laadstation in de buurt. Verder zet men stevig in op biobrandstof en waterstof als alternatieven voor fossiele brandstoffen.

8. Geld voor kwetsbare regio’s

Geld is natuurlijk op zich niet vervuilend: met dit achtste doeleind wil de Europese Commissie vooral aangeven dat ze pal achter haar statement staat van leave no-one behind: kwetsbare regio’s in Europa die voor hun inkomsten en industrie sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen en die dus tot 2050 een periode van heuse disruptie zien opdoemen, moeten hier financiële compensatie voor krijgen. Voor dat transitieprogramma maakt men zo maar even 100 miljard euro vrij. Maar uiteraard wordt er van de regio in kwestie ook een financiële inspanning gevraagd. De EU werpt zich ook graag op als gids, om die regio’s richting propere energie te sturen.

9. R&D en innovatie

Duurzame energie en technologie is in de eerste plaats het resultaat van doorgedreven onderzoek en focus op innovatie. Logisch dus dat de EU sterk op die twee domeinen wil inzetten. Voor de periode tot 2027 maakt men daarom 100 miljard euro vrij voor het Horizon Europe research- en innovatieprogramma. 35 procent van dat budget dient voor de ontwikkeling van klimaatvriendelijke technologieën. De ambitie is duidelijk: Europa wil wereldwijde koploper zijn in duurzame industrie en propere technologie. Ursula Von Der Leyen: “Ik ben ervan overtuigd dat het oude groeimodel, gebaseerd op fossiele brandstof en vervuiling, gedateerd is en niet meer rijmt met het welzijn van onze planeet.”

10. Externe relaties

Dit is misschien wel het meest controversiële punt, omdat het buiten Europa vrij defensief kan overkomen. Europa neemt zich namelijk voor om enorme inspanningen te doen op vlak van klimaatneutraliteit en energietransitie, en verwacht van andere wereldspelers bijgevolg ook een bijdrage. Landen die daar niet aan tegemoetkomen, zullen zich mogen opmaken voor maatregelen als een CO2-grenstaks, te betalen wanneer ze de grenzen van Europa willen oversteken. Of die taks er effectief komt, is nog niet zeker. Maar als Europa écht leader by example wil zijn, moet het Avondland effectief maatregelen nemen die (anderen) pijn zullen doen.

Vorig artikel
Volgend artikel