circulariteit
Bouwen & Wonen

Duurzaamheid en circulariteit zijn het nieuwe normaal

10.08.2022
door Frederic Petitjean

Om de klimaatuitdaging aan te gaan zullen we veel meer moeten inzetten op circulair en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hoever staat men daar al mee in de bouw- en voedingsindustrie? Dat gingen we hen gewoon zelf vragen.

In 2019 was de bouwsector in Europa verantwoordelijk voor 40 procent van de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2, de helft van het energieverbruik, een derde van het waterverbruik en 50 procent van de materiaalstromen. “Het goede nieuws
is dat we qua circulariteit in de bouw veel verder staan dan heel wat andere landen”, zegt Marc Dillen, directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw. “We produceren jaarlijks zo’n 15 miljoen ton bouw- en sloopafval, maar daar wordt al
90 procent van gerecycleerd en op een gecontroleerde manier terug in de economie gebracht. Dat doen er ons niet veel na.”

Tot enkele jaren geleden concentreerde de bouw zijn inspanningen om bijvoorbeeld minder CO2 uit te stoten vooral op energie en verwarming, zegt Dillen. Daar heeft men echter stilaan een plafond bereikt, waardoor men het vizier nu veel meer richt op circulair bouwen. Producten als hout, bakstenen of isolatiemateriaal vinden dus grotendeels hun weg terug naar nieuwe bouwwerven. Soms in hun oorspronkelijke functie, soms ook niet. “Er is ook nog ongeveer 1 procent gevaarlijk sloopafval dat we apart moeten houden en uit de keten moeten verwijderen”, aldus Dillen. “Dat gaat dan bijvoorbeeld over asbest, wat een van de grootste uitdagingen van onze sector is.”

Dat asbest zorgt er mee voor dat men 100 procent recycleerbaarheid allicht nooit zal halen. “Dat en het feit dat we veel materiaal in het verleden hebben gelijmd en gekleefd, waardoor het niet meer te hergebruiken is. Gelukkig wordt er nu veel meer aandacht besteed aan circulariteit, demonteerbaarheid en het gemakkelijk uit elkaar halen van fracties. Bij heel veel nieuwbouw wordt daar nu al rekening mee gehouden.”

Bij heel veel nieuwbouw wordt nu al rekening gehouden met demonteerbaarheid en het scheiden van fracties.

— Marc Dillen, Vlaamse Confederatie Bouw

De bouw is op die manier een weg ingeslagen waarop men niet meer kan terugkeren, aldus Dillen. Bovendien waait er nu ook een soort ‘perfecte storm’. “De consumenten hebben veel meer aandacht voor duurzaam bouwen en circulariteit, de overheid zet er sterk op in en de energieprijzen zetten ook druk om zo zuinig mogelijk te werken. Alle producenten zijn er mee bezig en denken erover na.”

Ook in de voedingsindustrie staan duurzaamheid en circulariteit hoog op het prioriteitenlijstje. Voor hen is het ook een onderwerp dat enorm breed gaat en heel veel raakpunten heeft, zegt Ann Nachtergaele, Environmental Affairs & Energy Director van branchevereniging Fevia. “Dat gaat zowel over waterverbruik, klimaatneutraliteit en verpakkingen als over duurzame supplychain, voedselveiligheid en dierenwelzijn. Eén voorbeeld: de waterschaarste. Dat wordt als minder dringend ervaren dan het CO2- probleem, maar voor voedselbedrijven is dat een zéér grote uitdaging omdat het een essentiële grondstof is. Zeer veel bedrijven zijn hun productiewater aan het zuiveren en nemen maatregelen om het te kunnen hergebruiken.”

Vroeger was duurzaamheid ook een onderwerp dat men eerder binnen elk bedrijf apart behandelde, zegt Nachtergaele. Tegenwoordig kijkt men vaker over het muurtje. “Elk bedrijf is maar een stukje van de puzzel, we moeten samenwerken en de hele keten overzien. Dat is ook een van de redenen waarom Fevia met de hele sector een eigen duurzaamheidsroadmap heeft uitgebracht: ‘Wat eten we morgen?’ Daar lijsten we al onze doelstellingen in op en wanneer ze behaald moeten worden. De meeste zijn al voorzien voor 2025. Dat is snel, ja.”

Een van de uitdagingen daarbij is dat de voedingsbranche in ons land vooral uit kleinere kmo’s bestaat. Nachtergaele: “Zij worden overspoeld met nieuwe wetten, vragen en eisen en weten soms niet meer waar ze hun prioriteiten moeten leggen. Op die manier kan een roadmap richting helpen geven. Tegelijk moet men alle inspanningen natuurlijk ook aan een economische realiteit koppelen. Bedrijven moeten de financiële ruimte én de tijd hebben om alle maatregelen uit te voeren. Dat is niet evident.”

Vorig artikel
Volgend artikel