taalbarrière
Internationaal

Zo maak je komaf met de taalbarrière

13.04.2022
door Nieke van der Burgh

We worden steeds vaker geconfronteerd met een taalbarrière, zowel op als naast het werk. Het zijn de drempels die bestaan op vlak van taal die het moeilijk maken om duurzaam en duidelijk contact te leggen met anderen. Om hier een antwoord op te bieden, worden steeds vaker hulpmiddelen ontwikkeld. 

De groep mensen die te maken krijgt met een taalbarrière groeit alsmaar. Bijvoorbeeld omdat zij hun thuisland moeten ontvluchten. Zij komen met een grote rugzak aan achtergrond en trauma’s naar hier. Maar willen toch graag zelf aan de slag gaan. Het is dan cruciaal om een taal te vinden die zowel de werkgever als de kandidaat spreken. Je kan beiden meertalig zijn – jij vlot in het Nederlands, Engels en Duits en de ander in het Oekraïens, Pools en Roemeens – maar toch geen gemeenschappelijke taal hebben. Dan bots je met andere woorden op een taalbarrière. 

Vooral wanneer men ergens begint te werken, is het belangrijk om goed te communiceren, zegt Richard Garot. Hij is teamleider bij KonnecteD, een werk- en leerbedrijf dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan een job helpt en tegelijk investeert in hun ontwikkeling. “Goede communicatie is zowel voor ons als voor de kandidaat heel belangrijk. Wij moeten weten wie er voor ons zit en wat die persoon kan. Langs de andere kant is het belangrijk dat we duidelijk kunnen uitleggen hoe het bedrijf werkt, welk werk die persoon zal uitvoeren en welke veiligheidsvoorschriften we hanteren. Daarnaast is taal dé connectie tussen alle werknemers in een bedrijf. Het maakt dat je een team wordt, wat cruciaal is voor een aangename sfeer tussen collega’s.”

Om de taalbarrière tijdens die eerste periode te overbruggen, heeft jobcoachingbedrijf emino met Taalboost een nieuwe dienstverlening op poten gezet. Zo maken ze de verbinding tussen taal-coaching en technologie mogelijk en zorgen ze voor toegankelijke communicatie en verbinding op de werkvloer. Real-time vertaling van een gesprek is mogelijk via oortjes, gekoppeld aan een app op de smartphone. Zo kunnen werknemer en werkgever beiden in hun moedertaal spreken, en elkaar toch zonder handen- en voetenwerk verstaan. 

Een nieuwe taal leren is niet de ultieme oplossing, maar het vormt er wel het overgrote deel van.

- Veerle Renier, jobcoach bij emino

Volgens Veerle Renier, jobcoach bij emino, is het doorbreken van de taalbarrière een ‘en-en-en-verhaal’. “Een nieuwe taal leren is niet de ultieme oplossing, maar het vormt er wel het overgrote deel van. Het is én het leren van het Nederlands, én tolken en vertaalapps inzetten, én het inzetten op elkaar beter leren kennen.” Zelf zien ze Taalboost dan ook als tussenoplossing. Iemand kan bijvoorbeeld de kans of tijd nog niet hebben gehad om het Nederlands onder de knie te krijgen. Maar de arbeidsmarkt al wel willen betreden. In emino’s ideale wereld is de technologie in het begin heel erg nodig, maar naarmate iemand langer aan de slag is en de taal beter onder de knie krijgt, neemt de nood aan taalhulpmiddelen af. 

Taal en cultuur gaan hand in hand. Wanneer iemand de taal vaardig is, leert die persoon ook omgaan met anderen en met bepaalde gebruiken en tradities in een land. Het kan dus even duren vooraleer een nieuwe werknemer dit volledig begrijpt. Maar het zorgt er wel voor dat die persoon zich niet het buitenbeentje zal voelen. 

Belangrijk om te onthouden is dat het leren en begrijpen van andere culturen een wederzijds gegeven moet zijn. Als werkgever kan je bijvoorbeeld je steentje bijdragen door cultuuropleidingen aan te bieden aan je werknemers. Zo kan je langs twee kanten blijven groeien en ontwikkelen. Je houdt best ook rekening met het feit dat velen hier niet zonder reden naartoe gekomen zijn en vaak traumatische dingen hebben meegemaakt. Het kan dan al veel helpen als ze weten dat je er voor hen bent en dat je een luisterend oor biedt. Wanneer de werknemers zich goed voelen, wordt het bedrijf er namelijk ook alleen maar beter van. 

Met wereldwijd meer dan 6500 talen, waarvan ‘slechts’ 230 in Europa, betwijfelen Renier en Garot echter of we de taalbarrière ooit volledig kunnen doorbreken. “Een gemeenschappelijke taal vinden, zoals het Esperanto vroeger, zal niet meer lukken. Toch hoop ik dat we blijven openstaan voor andere talen, om te leren en om te groeien. Maar ook voor anderen”, aldus Renier. Garot sluit zich hierbij aan. “Ik geloof dat er ook steeds meer hulpmiddelen uitgevonden worden om die taalbarrière te overbruggen. Als je ziet wat voor sprongen de technologie tegenwoordig maakt, twijfel ik hier niet aan.”

Vorig artikel
Volgend artikel