katheter
Gezondheid

Kiezen voor de juiste katheter

01.09.2022
door Fokus Online

Het inbrengen van intraveneuze katheters is een van de meest voorkomende invasieve procedures in zowat elk ziekenhuis. Zo’n 90 procent van alle patiënten wordt geprikt, en maar liefst ongeveer de helft van hen ontwikkelt complicaties 1. Hoe kunnen we verbetersprongen maken om het aantal complicaties te reduceren? Hoe gaat men hiermee om in respectievelijk België en Nederland en waar liggen de grote verschillen? Dat gingen we vragen aan twee ervaringsdeskundigen. 

Die ervaringsdeskundigen zijn Koen van Hees, Verpleegkundig Specialist vaatchirurgie, verbonden aan het Elisabeth-TweeStedenZiekenhuis in Tilburg en anesthesist Dries Van Doninck van ZNA Jan Palfijn in Merksem. Koen van Hees begon twintig jaar geleden zijn carrière als verpleegkundige, ondertussen heeft hij een masterdiploma Verpleegkundig Specialist op zak. Deze functie, die wel in Nederland bestaat, maar niet in België, brengt met zich mee dat de verpleegkundige ook medicatie mag voorschrijven, chirurgische verrichtingen mag uitvoeren en medische taken o.a. rond vascular access management op zich mag nemen. “Toen ik twee decennia geleden begon, stond een infuus prikken gelijk aan het aan de slag gaan met korte naaldjes”, steekt hij van wal. “Pas een dag of drie, vier later werd dan vaak op een centraal veneuze lijn overgeschakeld, het was dus wel een hoop gedoe. Die centrale lijnen in de buurt van het hart aanbrengen, is trouwens ook geen verpleegkundige handeling omdat de risico’s die hiermee gepaard gaan veel groter zijn, het is een zogenaamde voorbehouden handeling. Daar moet je dus op z’n minst een verpleegkundig specialist of arts voor zijn.”

Een van die centraal veneuze katheters is de PICC of perifeer inbrengbare centrale lijn. Het is een dun slangetje dat via een bloedvat in de bovenarm gaat. Het uiteinde komt uit in een groot bloedvat net voor het  het hart. Hij kan zes weken tot drie maanden blijven zitten en soms wel een jaar. Het plaatsen van een PICC is vooral aangewezen bij langdurige toediening van antibiotica (meer dan 30 dagen, maar mag ook korter), voeding die rechtstreeks in de bloedbaan wordt gebracht (totaal parenterale voeding) en bij sommige chemotherapie. Bij bepaalde types antibiotica is het zelfs de enige toedieningswijze. “De voordelen van een centrale lijn zijn de lange ‘levensduur’ en mogelijkheid om ook gemakkelijk bloed voor laboratoriumonderzoek af te nemen”, zegt Koen Van Hees. “Met zo’n centrale lijn kan de patient ook makkelijker naar huis om via de thuiszorg deze medicatie toe te laten dienen of het de patiënt of diens naaste het zelf aan te leren. Dit is voor de patient een groot voordeel, omdat de ziekenhuis opnameduur daardoor significant afneemt.”

Stapsgewijze introductie

De introductie van de PICC-katheters verliep in veel ziekenhuizen stapsgewijs om de nodige ervaring en kennis op te bouwen. Ook in Tilburg was dat het geval, zegt Koen van Hees. Voorheen werden deze katheters op een behandelkamer op de afdeling radiolgie ingebracht, onder röntgendoorlichting. Wij brengen deze katheters onder ECG geleiding in, wat de patiënt röntgenstraling bespaart, en het kan in theorie op de patiëntenkamer ingebracht worden. Uit patiëntenfeedback blijkt dat de meeste patiënten er ondertussen zeer tevreden over zijn. “De meest gehoorde reactie van patiënten was meestal: “Oh, was dat alles”. Buiten het feit dat het iets meer tijd vraagt, ervaren de meeste patiënten totaal geen pijn of hinder. Veel vragen zich zelfs af waarom we zo’n lijn niet meteen bij opname inbrengen.” 

Toch komen er, zeker bij het gebruik van klassieke katheters, nog altijd veel infecties voor.2 Het spijtige is vooral dat veel van deze infecties voorkomen hadden kunnen worden.3 Ze brengen ook niet alleen leed voor de patiënt mee, maar hebben ook financiële gevolgen voor het ziekenhuis. Uit onderzoek blijkt dat katheter-gerelateerde bloedbaaninfecties tussen de 8.000 en 11.000 euro per patiënt kosten.4 Ze kunnen de verblijfsduur van een patiënt in het ziekenhuis met 9 tot 14 dagen verlengen en liggen vaak aan de basis van bijkomende medische of chirurgische ingrepen.5 Daarnaast zijn er uiteraard ook indirecte kosten waarmee rekening gehouden moet worden, gaande van het annuleren of uitstellen van procedures tot de impact op de prestaties en reputatie van het ziekenhuis.6 

Een suboptimale katheterkeuze heeft dan ook mogelijke implicaties voor zowel patiënt als ziekenhuis. “Ik denk dan vooral aan infecties en sepsis”, zegt dokter Van Doninck. “Zeker met de PICC-katheter is dat risico een stuk kleiner, daar is ondertussen wel meer dan voldoende research naar gedaan. Daarnaast is er natuurlijk het bijkomende comfort voor zowel patiënten en verpleegkundigen. Nieuwe technieken brengen soms wel eens wat weerstand mee, maar eens alles op punt staat en iedereen er mee vertrouwd is, zie je zelfs vaak dat de afdelingen de vragende partij worden voor bijvoorbeeld Powerglides en PICC-katheters.” 

Wie welk device krijgt voor vaattoegang bepalen we nu via een flowchart of beslissingsboom.

Beslissingsboom

Terug even naar Nederland. Daar is ondertussen ook een shift naar midline-infusen (perifere katheters die tot 30 dagen in situ kunnen blijven) aan de gang voor bepaalde therapieën. Vanwaar die beslissing? “Na een training kregen we lucht van de midline-katheter en die hebben we meteen besteld”, zegt Koen van Hees. “Wie welk device krijgt voor vaattoegang bepalen we nu via een flowchart of beslissingsboom. Daar spelen heel wat factoren mee: hoelang moet de intraveneuze toegang blijven zitten? Welk type medicatie moet worden toegediend? Hoelang duurt de therapie? Wat is de medische conditie van de patiënt? Op basis van deze beslisboom wordt gekozen voor een ‘gewoon’ perifeer infuus, midline of PICC. We gaan hiervoor dus niet over één nacht ijs.”

Ook in ZNA is de PowerGlide® midline-katheter ondertussen een geliefd en doeltreffend instrument. Al ging die invoering niet over rozen, geeft dokter Van Doninck toe. “Vooral het feit dat dit niet ZNA-breed werd gebruikt, riep aanvankelijk weerstand op. Maar goed, het is niet omdat niet elke site in de groep dit gebruikt, dat wij daar ook van moeten af zien. We hebben het uiteindelijk dan toch ingevoerd, met groot succes. De introductie van nieuwe medische technologieën omvat natuurlijk ook telkens een stukje change management binnen een ziekenhuis.”

In België zijn het, in tegenstelling tot Nederland, enkel de artsen die de PICC- en midline katheters plaatsen, legt dokter Van Doninck uit. “En dat is misschien wel wat kort door de bocht. Ik denk dat dit ook wel door verpleegkundigen kan gebeuren, uiteindelijk is het een technische handeling. Een veel groter probleem lijkt me vooral dat we daar in België simpelweg de resources niet voor hebben. Er is nu eenmaal een groot tekort aan verpleegkundigen, je kunt die daarvoor niet zomaar vrijmaken, die mensen hebben daar gewoonweg geen tijd voor. Wij hebben ooit zo’n flowchart gemaakt om te belissen welk device je gaat gebruiken op basis van de gekozen behandeltherapie. Als je dat mordicus gaat volgen, kom je elke dag uit op vier à vijf PICC-katheters die geplaatst moeten worden. Dan moet je extra mensen aanwerven.” 

Ook voor artsen speelt er nog een probleem, maar in een iets andere context, aldus de dokter. “Zeker met een PICC zijn we toch wat langer bezig dan met het prikken van een gewoon perifeer infuus. Het is dus vooral een investering qua tijd en het brengt uiteindelijk niks meer op. Dat is een anomalie van het RIZIV. Wij mogen de PICC-katheter niet als centrale katheter aanrekenen omdat die zo niet in de nomenclatuur omschreven staat, wat een beetje raar is. Het is gewoonweg betere zorg, het is kostenbesparend voor de maatschappij.”

katheter

Thuissituatie

De katheterkeuze heeft niet alleen zijn repercussies in het ziekenhuis, ook in thuisverpleging speelt het een grote rol. “Voor mensen die zo’n zware infectie hebben dat ze pakweg zes weken antibiotica moeten nemen, heeft het natuurlijk wel zijn invloed”, zegt Koen van Hees. “Vier maal per dag een thuisverpleger laten langskomen om antibiotica toe te dienen, dat kan gewoon niet. De patiënt of een naaste zal dit moeten aanleren. En dit gebeurt ook al, hoor. Antibiotische therapie en ook het toedienen van voeding door de patiënt zelf in zijn thuissituatie zijn al redelijk ingeburgerd en daar zijn best wel wat succesverhalen over. Het enige is dat je natuurlijk wel een soort back-up moet voorzien. Als er een probleem is: wie ga je dan bellen? Ik geloof dat hier ook een toekomst ligt voor bijvoorbeeld apps met instructiefilmpjes. Die bestaan trouwens ook al.” 

Een vraag die hier al snel rijst: hoe zit het met het wettelijk kader? Dat is eigenlijk geen probleem, zegt Koen van Hees. “Het is in elk geval eenvoudiger dan je zou verwachten (lacht). Een patiënt valt zelf niet onder de wet van de zorgprofessionals. Net zoals dat ook geldt voor bijvoorbeeld het toedienen van insuline. Dat zit dus wel goed. Ik zie het dus nog wel gebeuren dat een kankerpatiënt in de toekomst zichzelf chemotherapie toedient. Maar alweer: met natuurlijk de nodige begeleiding en back-up.” 

Ook dokter Van Doninck drukt op het belang van die opvolging. “Zo’n centrale katheter inbrengen is toch niet niks. Neem mucopatiënten, daar zijn er bij waar die katheter soms een jaar blijft zitten. Dat kan voor mij, mits dus de behandelende arts of de voorschrijver van de toe te dienen medicatie dat goed opvolgt. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de oncoloog bij chemo of de reumatoloog bij calcium-infusen.” 

Toekomst

De opmars van de thuisverzorging (en de rol van de katheterkeuze) past ook in de trend van het “moderne ziekenhuis”, zegt Koen. “Bij elk nieuw ziekenhuis dat gebouwd wordt, zien we dat er almaar minder klinische bedden worden voorzien. Meer en meer zorg wordt buiten de muren van het ziekenhuis toegediend. Dat werkt steeds goedkoper, sneller en beter. En het is dus in het voordeel van zowel de patiënt, als het ziekenhuis en de maatschappij.” 

Voor België wijst dokter Van Doninck op de rol van het RIZIV als het gaat over de toekomst van de katheter. “Er spelen daar natuurlijk veel factoren mee, maar de tarifering van medische prestaties is er een van. Het zou misschien niet mogen, maar dat is nu eenmaal hoe ons gezondheidssysteem werkt. Ik hoop, en dat proberen we ook, dat de beste therapie voor de juiste indicatie beschikbaar is en toegediend wordt. Maar dat brengt best wel wat voorwaarden mee.”  

Indien u meer informatie wenst over Vascular Access Management, en hoe uw patiënt hiermee langer gespaard blijft van complicaties, lees dan het diepgaande artikel op onze blog.

 

  1. Helm RE, Klausner JD, Klemperer JD, Flint LM, Huang E. Accepted but unacceptable: peripheral IV catheter failure. J Infus Nurs. 2015;38(3):189-203.
  2. Mermel A. Short-term Peripheral Venous Catheter-Related Bloodstream Infections: A Systematic Review. Clin Infect Dis. 2017 Oct 30;65(10):1757-1762. doi: 10.1093/cid/cix562. PMID: 29020252.
  3. https://www.euro.who.int/en/health-topics/Health-systems/patient-safety/data-and-statistics 
  4. www.sciensano.be/nl/pershoek/aantal-ziekenhuisgeassocieerde-bloedstroominfecties-blijft-stabiel 
  5. Tacconelli E, Smith G, Hieke K, et al. Epidemiology, medical outcomes and costs of catheter-related bloodstream infections in intensive care units of four European countries: literature-and registry-based estimates. Journal of Hospital Infection. 2009 Jun 30;72(2):97-103
  6. Vrijens F, Hulstaert F, Van de Sande S, Devriese S, Morales I, Parmentier Y. Hospital-acquired, laboratory- confirmed blood-stream infections: linking national surveillance data to clinical and financial hospital data to estimate increased length of stay and healthcare costs. J Hosp Infect, 2010;75:158-62 

 

Vorig artikel
Volgend artikel