melanoom
Gezondheid

Een vlekje op je huid dat je leven verandert

27.05.2021
door Fokus Online

Zowel bij mannen als vrouwen stijgt het aantal kwaadaardige melanomen, de meest gevaarlijke vorm van huidkanker. Zelfs de beste zonnecrèmesmeerder blijft niet altijd gespaard. Met de A-B-C-D-E methode weet je wanneer het tijd is om een vlekje te laten nakijken. De laatste jaren is ook de medische wereld sterk geëvolueerd, waardoor melanomen beter worden bestreden.

Melanoom

Een melanoom is een huidkanker die ontstaat in de pigmentcellen, in de diepste laag van onze opperhuid. Deze cellen liggen overal in de huid verspreid. Melanomen zijn goed voor ongeveer 10 procent van de 40.000 huidkankers die elk jaar in ons land gediagnosticeerd worden. Het is een van de vier grote families van huidkanker, samen met het basocellulair carcinoom, het spinocellulair carcinoom en het Merkelcelcarcinoom. Het basocellulair carcinoom is daarbij veruit de vaakst voorkomende variant, maar gelukkig ook de minst gevaarlijke. 

“Er zijn best wel wat risicofactoren die bepalen of mensen meer of minder vatbaar zijn voor melanomen”, zegt de Brusselse dermatoloog Harm van der Endt. “Een eerste factor is puur genetisch. Heeft je broer of zus of een van je ouders ooit een melanoom gehad, dan stijgt ook bij jou de kans dat je ermee geconfronteerd wordt in je leven. Een tweede belangrijke factor is je woonplaats. In de tropen loop je met een blanke huid meer risico op een melanoom dan in België, waar de zon minder fel schijnt. Daarbij speelt ook je huidtype dus een rol.

Mensen met huidtype 1 –een heel bleke huid, vaak in combinatie met sproeten en ros haar – zijn een stuk vatbaarder dan mensen met een zeer donkere huid. Tot slot heeft het aantal uren in de zon of onder de zonnebank ook een invloed. Postbodes, bouwvakkers, landbouwers, maar ook bijvoorbeeld chauffeurs en piloten vormen daarom typische risicogroepen. Zeker als ze regelmatig zonnebrand hebben opgelopen.”

A-B-C-D-E

Iedereen komt op zijn armen, benen of buik wel eens een vlekje of een wondje tegen dat op het eerste zicht “verdacht” lijkt. Wanneer moet je je dan echt zorgen maken? Daarvoor is de A-B-C-D-E-methode ontwikkeld, legt van der Endt uit. “Deze methode somt alle zaken op die maken dat je een vlekje goed in de gaten moet houden. De A staat voor asymmetrie. Vlekjes met een rare, asymmetrische vorm zijn gevaarlijker dan gewone, ronde vlekjes.

Let daarbij zeker ook op de B, de border of de grens van het vlekje. Als die onregelmatig is, moet je dubbel opletten. De C staat voor color. Een vlekje met verschillende kleuren kan duiden op een melanoom. De D is diameter, een vlekje groter dan 6 millimeter is een waarschuwingssignaal. De E ten slotte staat voor evolutie. Een vlekje dat verandert van vorm of groter wordt, moet zeker van naderbij bekeken worden door een arts of dermatoloog.” 

Natuurlijk is voorkomen beter dan genezen, zeker als het over kanker gaat. Gelukkig zijn er wel wat manieren waarop je het risico op een melanoom zelf sterk kunt inperken. “Als belangrijkste advies wil ik meegeven dat je zonnebrand moet voorkomen”, zegt de dokter. “Dat betekent dat je de zon moet vermijden wanneer die het felst schijnt, dus tussen 12 uur en 16 uur. Mensen die bijvoorbeeld voor hun job toch in de zon staan, gebruiken best een zonnecrème met factor 50. Bescherm je huid ook zoveel mogelijk op andere manieren: draag een zonnebril, een hoed en bij voorkeur zelfs lange mouwen en broekspijpen.”

Extra voorzichtig met jonge kinderen

Zeker met jonge kinderen moeten we extra voorzichtig zijn, omdat de schade door de uv-straling van de zon zich opstapelt. “Zonnebrand voor je achttiende levensjaar vormt zelfs een van de zwaarste risicoposten. De meeste zonneschade aan je huid doe je immers op als je nog jong bent. En het lastige is dat die schade zich pas veel later kan manifesteren als kanker”, zegt Van der Endt. “Ik zou bijvoorbeeld altijd aanraden om kinderen een surfpakje aan te doen wanneer ze op het strand spelen.”

De meeste zonneschade aan je huid doe je op als je nog jong bent en het lastige is dat die schade zich pas veel later kan manifesteren als kanker.

– Harm van den Endt

Immuuntherapie en doelgerichte therapie

Ondanks deze voorzorgsmaatregelen is het toch mogelijk een melanoom te krijgen. Door de ontwikkelingen in de medische wereld van kankerbestrijding zijn deze echter beter te behandelen dan vroeger. “Als we er vroeg genoeg bij zijn, zullen we proberen het melanoom weg te snijden. Vaak wordt dat gecombineerd met radiotherapie”, legt dokter van der Endt uit.

“Als we de tumor in een later stadium ontdekken, zijn er sinds een jaar of tien nieuwe behandelingsmogelijkheden, de zogenaamde immuuntherapie en doelgerichte therapie. Daarbij proberen we in het geval van immuuntherapie het eigen immuunsysteem van de patiënt te stimuleren om de kanker aan te vallen, of met doelgerichte therapie de kankercellen zelf gericht aan te vallen. Dus zelfs als er uitzaaiingen zijn, is alle hoop nog zeker niet verloren. De verschillende soorten immunotherapie worden trouwens nog voortdurend verfijnd, zodat we steeds betere resultaten krijgen, met almaar minder nevenwerkingen.” 

Een vlekje op de kuit 

De vorderingen op het gebied van kankerbehandelingen is voor veel patiënten zelfs de reden waarom ze een melanoom nog kunnen navertellen. Dat is zo het geval voor bijvoorbeeld Paul De Knop en Marianne Bosman. 

Paul ontdekte in 2016 een vlekje op zijn kuit. “De dermatoloog sneed het eruit en twee uur later kreeg ik het verdict al: een melanoom,” vertelt Paul. Door zijn bleke huid, rossig haar en blauwe ogen is hij een perfect voorbeeld van een huidtype 1. Bovendien heeft hij in zijn jonge jaren veel gesport in de zon. “Windsurfen, voetballen, skiën, ik heb zelfs nog zeilles gegeven aan kinderen. Zonnecrème kenden wij toen niet, daardoor liep ik regelmatig zonnebrand op. Soms smeerden we ons in met olijfolie met citroen, maar dat is eigenlijk perfect om nog sneller te verbranden.”

Meteen na de diagnose start Paul een intensieve therapie. Er volgt een waslijst aan operaties, PET-scans, immuuntherapie en radiotherapie. Uit zijn lies verwijderen de dokters de lymfeklieren, wat ervoor zorgt dat hij nog tot op vandaag stevige steunkousen moet dragen. Desondanks is Paul nog niet van zijn lijdensweg verlost.

Onlangs werd er nog een tumor ter grootte van een pingpongbal uit zijn hoofd gehaald. Een uitzaaiing van de kanker. “Maar al bij al gaat het goed met mij”, zegt hij. “Heb veel ongeluk gehad, maar ook geluk. Ik leef nog, ik word omringd door geliefden en ik heb het geluk dat ik in België woon, waar dit soort behandelingen wordt terugbetaald.” In zijn verdere leven probeert Paul anderen bewust te maken van de risico’s van zonnebrand: “Kanker heeft me te pakken gekregen, maar het heeft me ook doelen gegeven. Ik heb ondertussen samen met Sport Vlaanderen een fonds opgestart, Smeerem, dat sporters waarschuwt voor huidkanker.” 

Zonnecrème, dat kenden wij niet. Ja, soms smeerden we ons in met olijfolie met citroen, perfect om je nog sneller te laten verbranden.

– Paul De Knop

Eén keer zonnebank

Bij Marianne Bosman begon het verhaal van het melanoom in 2000, met een vlekje op haar bovenarm. Omdat het van kleur veranderde, raadde haar broer aan om er mee naar een dermatoloog te gaan. “Ik had schrik”, vertelt Marianne. “Ik had twee kleine kinderen, ik wou er nog zijn voor hen. En ik was nooit een zonneklopper geweest. Ik denk dat ik in heel mijn leven één keer onder de zonnebank ben geweest. Een week na de diagnose werd het melanoom weggesneden. De jaren nadien moest ik regelmatig op controle, maar het leek dat de kous daarmee af was.”

Tot in april 2016, wanneer Marianne een knobbeltje onder haar rechterschouder voelde. “Er volgden verschillende scans en daaruit bleek dat het een uitzaaiing van het melanoom was. En die zat ook in mijn long, in de spieren en botten van mijn bovenbeen en mijn hals. Ik ben doelgerichte therapie en immunotherapie begonnen. Die leek aan te slaan. Tot ze in april 2017 vlekjes in mijn hoofd zagen. Nadat ik opnieuw met enkele therapieën startte, kon ik plots niet meer spreken. Een uitzaaiing was gaan bloeden. Ik heb me er wel doorheen geslagen, maar de ziekenhuisbezoekjes zijn nooit gestopt omdat er altijd wel wat was.”

Vertellen tegen vrienden en familie dat ze huidkanker had, was lastig voor Marianne: “Sommigen minimaliseren het, iemand zei bijvoorbeeld dat we allemaal weleens knobbeltjes voelen. Daardoor durfde ik al niet meer te zeggen dat mijn knobbeltjes echt wel huidkanker bleken te zijn. Soms liepen mensen die ik kende een extra toertje in de supermarkt, om me te vermijden. Daarom zou ik aanraden zo snel mogelijk bij een patiëntenvereniging te gaan als je ziek wordt. Ik ben zelf lid geworden van Melanoompunt vzw en ik heb daar heel veel steun gevonden. De anderen weten waarover je spreekt, omdat ze het ook zelf al allemaal meegemaakt hebben.” 

In samenwerking met Pierre Fabre

Vorig artikel
Volgend artikel