e-health
Gezondheid

E-health: Zorgopleidingen en innovatie

12.10.2022
door Bavo Boutsen

Het gebruik van digitale gezondheidsinnovaties raakt steeds meer ingeburgerd binnen ons zorgsysteem. Wie actief is in deze sector moet deze vernieuwing dus omarmen. Ook binnen de zorgopleidingen wordt hier steeds meer aandacht aan gegeven. 

Net als de rest van onze leefwereld wordt ons gezondheidssysteem steeds digitaler en technologischer. Dat blijkt vooral uit de vele digitale gezondheidsapps die de afgelopen jaren in het leven zijn geroepen en ook steeds meer worden toegepast in de curatieve en preventieve gezondheidszorg. De wereldwijde coronapandemie zorgde voor een duidelijke groeiversnelling van deze evolutie. 

Sinds vorig jaar kan het gebruik van gezondheidsapps in ons land bovendien ook worden terugbetaald via de ziekteverzekeringen. Het startschot voor de uitwerking van dit systeem, dat de naam mHealthBelgium draagt, werd gegeven in 2016. België was destijds een van de allereerste leerlingen van de Europese klas om met e-health aan de slag te gaan, een graadmeter voor de duidelijke ambities die ons land heeft op dat vlak. 

Om deze steile ambities te kunnen blijven waarmaken, is het belangrijk dat het zorgpersoneel in ons land de kans krijgt om mee te groeien in dit verhaal. Dit heeft immers een duidelijke impact op hun beroepsleven. Dat voelden ze ook in het onderwijsveld, dat gehoor probeert te geven aan deze groeiende noodzaak. 

Het duidelijkste voorbeeld hiervan is zonder meer de bachelor-na-bacheloropleiding in digital health, die vanaf dit academiejaar wordt aangeboden aan de Hogeschool West-Vlaanderen (Howest). “Vanuit de Howest-opleidingen sport en bewegen, toegepaste gezondheidswetenschappen en toegepaste psychologie voelden we al langer een gezamenlijke nood om meer op digital health in te zetten. In de basisbacheloropleidingen is wel ruimte voor initiatie. Maar er was een nood voor meer diepgang. Iedereen is het erover eens dat er een inhaalbeweging gemaakt moet worden op vlak van e-health. Vandaar kwam het idee voor een vervolgopleiding, waarna de bal snel aan het rollen is gegaan”, vertelt opleidingscoördinator Charlotte Van Tuyckom.

Dankzij dit traject zullen de bestaande profielen met een vooropleiding in zorg beter gewapend zijn voor de digitale toekomst.

- Charlotte Van Tuyckom, Howest

Deze eenjarige vervolgopleiding in de e-health wil studenten vooral die gezondheidsinnovaties laten toepassen die voor hun domein relevant zijn. “Voor een beweeg- of gezondheidscoach kan dat gaan om objectieve trainingsdata. Terwijl pakweg een psychologisch consulent ook veel aandacht zal kunnen schenken aan subjectieve gevoelsdata”, gaat Van Tuyckom verder. Deze opleiding, die uitgaat van een combinatie van fysieke en online lessen, is dan ook bewust heel praktijkgericht en projectmatig samengesteld. “Dankzij dit traject zullen de bestaande profielen met een vooropleiding in zorg beter gewapend zijn voor de digitale toekomst”, aldus Van Tuyckom. 

Dit vormingstraject moet met andere woorden begrepen worden binnen de context van een algemene maatschappelijke beweging. Ze streeft naar een bredere implementatie van technologie in de zorgsector. De vele gezondheidsinnovaties die vandaag op de markt komen moeten immers ook structureel geïntegreerd worden in de zorgpraktijk. 

Een voorbeeld waar dit vandaag al heel duidelijk gebeurt, is de Brugse zorgvereniging Mintus, die woonzorgcentra, buurtcentra en thuiszorg aanbiedt. Hier heeft men een eigen zogenaamde zorgtechnoloog in dienst. “Onze zorgtechnoloog realiseert bij ons drie taken. Ze  informeert mensen aan huis over de mogelijke technologieën die kunnen bijdragen aan langer zelfstandig thuis wonen. Zij implementeert technologie die bijdraagt aan de kwaliteit van wonen en leven en deelt deze kennis met externen in het werkveld”, stelt Rebecca Denys, zorginnovator bij Mintus.

Dit soort initiatieven toont aan dat ook het werkveld absoluut een vragende partij is voor meer e-health in het onderwijs. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat Howest grote ambities uitspreekt rond de nieuwe opleiding. “We willen deze op termijn ook gaan aanbieden op de internationale onderwijsmarkt”, besluit Van Tuyckom. 

Vorig artikel
Volgend artikel