buurtnetwerk
Gezondheid

Het buurtnetwerk huisvest potentieel om mensen langer thuis te laten wonen

01.03.2022
door Fokus Online

Met een nieuw concept willen de oprichters van het sociale netwerk Hoplr de druk op de gezondheidssector verlichten, door mensen langer zelfstandig thuis te laten wonen. Een buurtnetwerk zal worden ingezet om het sociaal kapitaal van de buurt aan te spreken en het versnipperde lokaal aanbod te ontsluiten, zodat eerstelijnshulp en informele zorg in handen van particulieren worden gegeven.

De studies zijn niet om vrolijk van te worden. Zo bleek uit het Nationaal Geluksonderzoek van 2018 – dus nog voor corona – dat bijna de helft van alle Belgen zich weleens eenzaam voelt. Combineer dat met de vaststelling uit de Nederlandse Gezondheidsmonitor dat bijna één op de drie ouderen niet zelfredzaam is én dat het hulpaanbod van professionals en vrijwilligers lager ligt dan in 2016. Je kan alleen maar concluderen dat we met een huizenhoge maatschappelijke uitdaging zitten. 

Maar hoe kunnen we die uitdaging concreet aanpakken met een zorgsector die op haar tandvlees zit, een pandemie die nog altijd niet is uitgewoed en een samenleving die alsmaar verder digitaliseert, globaliseert en individualiseert?

Bruisende buurten

Jennick Scheerlinck is co-founder van Hoplr, een burenplatform dat in 2014 werd opgericht met de bedoeling zoveel mogelijk offlineverbinding in de buurt te creëren. “De buurtnetwerken zijn online, maar het is de bedoeling dat mensen van daaruit elkaar helpen, spullen uitwisselen, activiteiten organiseren, enzovoort. De buurt moet via offline engagement tot leven komen en beginnen bruisen. Wij geloven daarnaast heel sterk in het potentieel van de buurt voor kwetsbare en minder mobiele personen, ouderen in het bijzonder. Hoe talrijker de draden binnen een sociaal netwerk, hoe kleiner de mazen van het sociale vangnet.” 

Onze ultieme ambitie is om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen.

- Jennick Scheerlinck

Zonder te stigmatiseren

Jennick Scheerlinck stelt echter vast dat heel wat kwetsbare groepen weliswaar behoefte hebben aan zo’n buurtnetwerk, maar niet digitaalkundig zijn en bijgevolg uit de boot vallen. “Wij kennen uit ervaring als geen ander het potentieel van een hecht buurtnetwerk. We zien echter dat vraagverlegenheid en rolambiguïteit beletten dat het buurtnetwerk door kwetsbare personen ten volle wordt benut. Terwijl zij ook het recht hebben om van hun buurt en al dat menselijke kapitaal te profiteren. Daarom ontwikkelden wij, op basis van die knowhow, de agetech-oplossing Buurtconciërge ofte BCQ (BuurtConciergeQuartier), die het kapitaal van de buurt kan aanspreken om die specifieke kwetsbare groepen te helpen. En dat zonder te stigmatiseren. “Buurtconciërges zijn altijd telefonisch bereikbaar en staan in nauw contact met vrijwilligers, buren en professionals uit de buurt. Zo worden mensen voor dagelijkse hulpvragen. Zoals autoritten of boodschappen, altijd snel ondersteund door betrouwbare personen.”

“Via onze oplossing kunnen eerstelijnshulp en informele zorg geparticulariseerd worden, kunnen mensen langer zelfstandig thuis blijven wonen en kunnen we ruimer gezien de preventieve gezondheidszorg helpen ontlasten door op welzijn en zelfredzaamheid te focussen. De buurt huisvest wat dat betreft een immens potentieel voor kwetsbare en minder mobiele groepen – ouderen in het bijzonder.”

Meneer doktoor

De ouderen hechten nog veel belang aan termen als ‘meneer doktoor’ of ‘mevrouw de apotheker’. Jennick Scheerlinck wil dat buurtconciërges deze rol van vertrouwenspersoon op zich nemen. Zo ontstaat een driehoek waarbij via de buurtconciërge twee andere mensen met elkaar worden verbonden. “De buurtconciërge is een lokale vertrouwenspersoon die aan de slag gaat met hulpvragen van buurtbewoners. Bijkomend kunnen ook de vaak overbelaste mantelzorgers de buurtconciërge inschakelen wanneer dat nodig is.”

Drie jaar langer thuis

“Onze ultieme ambitie is om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen”, licht Jennick Scheerlinck toe. “Heel concreet mikken we op drie extra jaren thuis. Dat zijn drie jaar waarin die mensen geen beroep moeten doen op hun mutualiteit voor professionele zorg. We willen dus niet alleen eenzaamheid tegengaan en zelfredzaamheid stimuleren. Maar ook de preventieve gezondheidszorg in de mate van het mogelijke helpen ontlasten. Als we daarin slagen door het kapitaal in de buurt aan te spreken, maakt dat alles nog een stuk mooier.”

Vorig artikel
Volgend artikel