Interview door Frederic Petitjean

Linos Vandekerckhove: Codekrakers verslaan een slim virus

Het haalde nog niet zo lang geleden alle krantenkoppen en het tv-journaal: aan de UGent is een baanbrekende ontdekking gedaan die een stap zet in de richting van hiv-genezing. Wat houdt die ontdekking precies in en welke obstakels moesten overwonnen worden om zo ver te komen? Professor Linos Vandekerckhove, het hoofd van het onderzoeksteam, legt uit. 

Het haalde nog niet zo lang geleden alle krantenkoppen en het tv-journaal: aan de UGent is een baanbrekende ontdekking gedaan die een stap zet in de richting van hiv-genezing. Wat houdt die ontdekking precies in en welke obstakels moesten overwonnen worden om zo ver te komen? Professor Linos Vandekerckhove, het hoofd van het onderzoeksteam, legt uit. 

Bij hiv-patiënten die daarvoor een therapie volgen, wordt het virus in 95 procent van de gevallen zo sterk onderdrukt, dat het niet meer detecteerbaar is in het bloed. Hij of zij kan het virus in principe ook niet meer doorgeven via seksueel contact. Echter: als je stopt met de therapie, dan komt het virus terug. Er moet dus ergens een plaats zijn in het lichaam waar het zich ‘verstopt’. Maar waar? 

Ja, professor: waar?

“Wel, wij hebben nu een klinische studie opgezet om dat uit te maken, want daar was veel discussie over: zat het in de darmen? In de lymfeklieren? In het beenmerg? Om dat na te gaan, hebben we immuuncellen overal uit het lichaam gehaald, hun ‘barcode’ geanalyseerd en dan de therapie bij onze proefpatiënten gestopt. Als het virus daarna terug opflakkerde, konden we aan de hand van die code zien waar het gezeten had.” vertelt Linos Vandekerckhove.

En?

“Onze ontdekking is dat er niet één specifieke plaats is. Het zit op verschillende plaatsen bij verschillende patiënten. Je kunt misschien denken: dat is slecht nieuws, maar dat is het niet. We weten nu dat we onze strategie anders moeten opstellen, dat we het hiv-virus eigenlijk globaal moeten aanpakken. Met bijvoorbeeld antilichamen of met CAR-T-cellen, een speciale immunotherapie die aanvankelijk voor kankerbestrijding is ontwikkeld omdat daar risico op uitzaaiing bestaat, waar ook meerdere organen bij betrokken zijn.” zegt Linos Vandekerckhove.

Het ethisch comité van het ziekenhuis stelde zich vragen bij het onderzoek, maar zij wilden erin meegaan als we ook de patiënten hun mening zouden vragen.

Wanneer zijn jullie met dit project begonnen?

“De fundamenten van de studie werden eind 2013 opgezet, maar toen was er eigenlijk vrij veel kritiek omdat het als te risicovol werd aanzien. Wij vroegen immers aan patiënten om op een gegeven moment hun therapie stop te zetten, zodat wij naar virussen met een bepaalde code konden zoeken. Dus naar financiering toe was het geen eenvoudige klus. Ook het ethisch comité van het universitair ziekenhuis stelde zich daar vragen bij. Maar zij wilden erin meegaan, als wij ook de patiënten hun mening zouden vragen en hen van heel nabij bij de studie zouden betrekken. Dat hebben we dus ook gedaan: er is heel intensieve communicatie en samenwerking geweest met de elf patiënten uit deze studie. Zij zijn eigenlijk de échte helden.” legt Linos Vandekerckhove uit.

Iemand overtuigen dat hij zijn levensreddende therapie moet stopzetten, lijkt me inderdaad geen sinecure.

“Het volledig en gecontroleerd stopzetten van de therapie is niet het allergevaarlijkste. De concentratie van het geneesmiddel in het bloed wordt dan nul, zodat er ook geen gevaar is om resistent te worden. Slordig je therapie volgen en je geneesmiddel maar af en toe nemen, is eigenlijk veel erger. Maar dat moesten we dus goed uitleggen. Ook bijvoorbeeld voor mensen in een relatie waren er aandachtspunten: als zij hun therapie stoppen, moeten ze ook voorzichtig zijn bij seksueel contact. Dat speelde allemaal mee.”

Hoe gaat het nu verder?

“Wel, we zijn nu aan het werken aan een soort preproductie-unit van CAR-T-cellen die we zouden kunnen gebruiken voor hiv. We kunnen die cellen al in een labo maken, maar zodra je dat in een klinische studie wilt gebruiken, moet alles traceerbaar en meetbaar zijn. Dat zijn we nu aan het voorbereiden. Tegen volgend jaar moet dat op rails staan, zodat we in 2021 kunnen starten.” vertelt Linos Vandekerckhove.

Als onderzoeker werk je vaak op projecten waarvan het niet zeker is dat er iets succesvols uitkomt. Is dat niet frustrerend?

“Het klopt inderdaad dat er bijvoorbeeld in vaccinstudies vaak niks gevonden wordt. Maar ook dan kun je daar positieve zaken uithalen. Je weet dan dat de strategie die je voor ogen had, eigenlijk niet de juiste was. Daar kun je uit leren. In ons geval speelde dat minder. Ofwel zouden we te weten komen dat het virus zich random verstopt, ofwel dat het voorkeurplaatsen had. Maar in beide gevallen was dat een overwinning.” zegt Linos Vandekerckhove.

Is België een goed land om als onderzoeker te werken?

“Het gras is altijd groener aan de overkant, natuurlijk (lacht). Als ik voor mezelf mag spreken: ik zit hier in een onderzoeksgebouw dat op wandelafstand van het Universitair Ziekenhuis ligt. Ik moet met mijn stalen maar 100 meter lopen en ik kan ze laten onderzoeken. Dat is een enorm voordeel. En ja, het financieren van onderzoek is niet altijd evident, maar die zorgen heb je als Spaanse of Italiaanse onderzoeker ook. Dus ik vind dat het eigenlijk best wel meevalt in België. Wat ik wel merk, en dat is nu een wezenlijk onderdeel van de job geworden, is dat communicatie almaar belangrijker wordt. Naar patiënten, naar het ziekenhuis, het beleid, collega’s…”

“Het is belangrijk geworden om mensen te laten samenwerken en achter een gemeenschappelijk project te scharen. Ook de vaatchirurg die ’s morgens een halfuur vroeger opstaat omdat jij gevraagd hebt om nog bijkomend een lymfeklier weg te nemen voor hij aan zijn dienst begint. Die moet zich ook betrokken en gewaardeerd voelen. Er is een deel people management bij komen kijken.” vertelt Linos Vandekerckhove.

Ofwel zouden we te weten komen dat het virus zich random verstopt, ofwel dat het voorkeurplaatsen had. In beide gevallen was dat een overwinning.

Jullie zijn ook al gecontacteerd door farmabedrijven die interesse hadden in jullie bevindingen. Hoe ga je daarmee om?

“Sommige mensen denken dat farmabedrijven dit soort studies boycotten of saboteren omdat ze dan meer pillen zouden kunnen verkopen om het virus te onderdrukken. Hand op het hart: dat is niet zo. Hiv genezen is echt wel een holy grail, er is geen farmabedrijf ter wereld dat die pluim niet op zijn hoed zou willen steken. Alleen al voor hun imago (lacht). Voor ons is het zaak om in zo’n geval goed te checken waar onze intellectual property ligt. In dit geval was die er trouwens niet: je kunt niet ‘beschermen’ dat het virus random terugkomt. Dat is geen product of platform, maar gewoon een observatie. Voor hen is die observatie misschien wel belangrijk vanwege de invloed die hij heeft op hun eigen lopende onderzoeken.” legt Linos Vandekerckhove uit.

SMART FACT

Wat zou je geworden zijn als je niet in het medisch onderzoek terecht was gekomen?
“Ik ben eigenlijk een boerenzoon, ik heb lang op de boerderij meegewerkt. Bio-ingenieur en het moleculaire vond ik altijd enorm fascinerend, maar de drang om iets met mensen te doen, heeft mij toch naar de medische wereld getrokken. Hier zit ik dus echt op mijn plaats.”

25.11.2019
door Frederic Petitjean
Vorig artikel
Volgend artikel