zwangerschap
Gezin

Zwangerschap: De voor- en nadelen van een late kinderwens

07.02.2023
door Sophie Pycke

Vrouwen worden steeds later moeder. De gemiddelde leeftijd waarop een vrouw in ons land haar eerste kind krijgt, is 29,3 jaar. In 2000 was dat nog 27 jaar. Op medisch vlak is die verschuiving geen al te best nieuws, maar het ouderschap op latere leeftijd heeft ook voordelen. Wie ouder is staat immers steviger in het leven, en vaak is ook de partnerrelatie sterker.

Doorgaans wordt een zwangerschap na je 35ste beschouwt als een ‘geriatrische zwangerschap’. Een erg confronterende en weinig flatterende term, maar daarom niet onterecht. Want hoe ouder je wordt, hoe kleiner de kans dat je op natuurlijke manier zwanger raakt. Vrouwen tussen de 25 en 30 jaar hebben elke maand 20 procent kans om zwanger te raken. Ben je tussen de 30 en 35? Dan is dat nog maar 10 procent. Loop je tegen de 38 jaar, dan heb je maandelijks nog 5 procent kans om zwanger te worden.

“Die verminderde vruchtbaarheid is gelinkt aan de hoeveelheid en de kwaliteit van je eicellen”, zegt Dr. Lisbeth Jochems, gynaecoloog in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA). “Ieder meisje heeft bij haar geboorte ongeveer een miljoen eicellen opgeslagen in de eierstokken. Er worden nooit nieuwe eitjes aangemaakt, integendeel. Hoe ouder je wordt, hoe meer eitjes verdwijnen. Op het moment dat een meisje voor het eerst ongesteld wordt, blijven er gemiddeld nog 300.000 tot 500.000 eitjes over. Bij het begin van elke menstruatiecyclus ligt er telkens een groepje eicellen klaar. Een van die cellen rijpt verder uit en komt los van de eierstok (de eisprong). Die overige cellen worden door je lichaam vernietigd.”

Hoe ouder je wordt, hoe kleiner de voorraad. Rond je 50ste, het begin van de menopauze, zijn alle eitjes op en kun je niet meer op natuurlijke manier zwanger worden. Maar omdat de kwaliteit van de eicellen stelselmatig afneemt, is de vruchtbaarheid ook in de jaren voor de menopauze al stevig gedaald. “Je eicellen zijn net zo oud als jijzelf. Hoe langer ze in je lichaam zitten, hoe meer kans dat het DNA van die celletjes beschadigd raakt”, legt Dr. Jochems uit. “Die oudere eitjes zijn bovendien minder makkelijk te bevruchten en nestelen zich minder goed in in de baarmoeder. Hoe ouder het eitje, hoe meer kans op chromosomale afwijkingen bij de baby, zoals het syndroom van Down.”

Na 35 jaar spreken we dan ook van een risicozwangerschap. “Maar laat me even geruststellen: dat betekent niet dat het leven van jou of je kind in gevaar is. Je loopt alleen meer risico op complicaties, zoals zwangerschapsdiabetes, een hoge bloeddruk of zwangerschapsvergiftiging. Als je ouder dan 45 bent, heb je bovendien 75 procent kans op een miskraam. Ook vroeggeboorte is een aanzienlijk risico.”

Je eicellen zijn net zo oud als jijzelf. Hoe langer ze in je lichaam zitten, hoe meer kans dat het DNA van die celletjes beschadigd raakt.

- Dr. Lisbeth Jochems, Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA)

Ook sperma veroudert

En dan zijn er nog de zwangerschappen die door de wetenschap een duwtje in de rug krijgen. Denk aan in-vitrofertilisatie of eiceldonatie. “In-vitrofertilisatie mogen we toepassen bij vrouwen tot 43 jaar, maar ook hier heeft leeftijd een duidelijke impact”, zegt Dr. Anne Delbaere, departementshoofd gynaecologie bij het Academisch Ziekenhuis van Brussel (H.U.B). “Als je jonger dan 36 jaar bent, heb je 30 procent kans om een kindje te krijgen. Tussen de 36 en 40 jaar zakt dat percentage naar 15 procent. Tussen de 40 en 43 heb je nog 6 procent. Vrouwen onderschatten ook hier de impact van leeftijd op de vruchtbaarheid”, klinkt het. Ook mannen ontsnappen trouwens niet aan de tand des tijds. “Ook sperma van oudere mannen heeft meer kans op DNA-afwijkingen. Vaak is het een cumul van factoren: oudere vrouwen die een kind krijgen bij een oudere man. Dan stapel je de risico’s op.” 

Voordelen

Maar uiteraard zijn er ook voordelen verbonden aan een zwangerschap op latere leeftijd. Een koppel heeft vaak een duurzame relatie omdat ze samen al een en ander hebben meegemaakt. Aanstaande moeders hebben doorgaans een hogere opleiding genoten. Ze hebben een grotere financiële reserve en een stabiele job. Ze hebben bovendien al veel voorbeelden van gezinsvorming en opvoeding gezien bij vrienden en familie, waardoor ze een goed beeld hebben van hoe ze het ouderschap willen aanpakken.

“De socio-economische context heeft zeker een impact”, vindt Dr. Delbaere. “In de jaren 80 kregen vrouwen hun eerste kind op hun 25ste. Die leeftijd is opgeschoven omwille van positieve redenen: educatie van de vrouw, integratie in het werkveld en toegang tot anticonceptie. Dat is zeker een gunstige evolutie, maar toch zijn vrouwen nog altijd te weinig geïnformeerd over de manier waarop hun vruchtbaarheid evolueert. Als je zeker bent van je kinderwens, wacht je best niet té lang. Of laat je eicellen invriezen, en dan liefst nog voor je 30ste.” 

Kunnen we de tijd naar onze hand zetten of blijft dat slechts een illusie? Tenzij iemand het geheim voor het eeuwige leven ontdekt, blijft iedereen onderhevig aan een bepaalde tijdlijn waar geen enkele reproductieve technologie tegenop kan. Zo heeft een oudere moeder minder kans om haar kleinkinderen te zien opgroeien. Anderzijds is een late kinderwens een mooie metafoor: vrouwen kunnen eender wat doen, ook als ze de 40 gepasseerd zijn. Een zaak starten, een marathon lopen, een kind krijgen… Op latere leeftijd moeder worden confronteert je ongetwijfeld met je eigen sterfelijkheid, maar wijst je ook op al de mogelijkheden die het leven in petto heeft. 

Vorig artikel
Volgend artikel