vroeg geboren
Gezin

Premature geboorte: ook traumatisch voor de ouders

12.10.2020
door Hermien Vanoost

Een te vroege geboorte is niet alleen traumatisch voor de baby, ook op de ouders heeft het een niet te onderschatten impact. Hoe begeleiden ziekenhuizen die ouders voor, tijdens en na de bevalling? En hoe verschilt die aanpak met vroeger?

In het Brusselse Sint-Pietersziekenhuis komt neonatologe Dr. Inge Van Herreweghe elke dag in contact met te vroeg geboren baby’s én hun ouders. “Al onze zorg vertrekt vanuit het koppel”, vertelt ze. “Al voor de geboorte krijgen ze van ons uitleg en we staan ze bij door een team van psychologen. In ons ziekenhuis hanteren we de NIDCAP-filosofie, dat wil zeggen dat de familie centraal staat en dat de ouders te allen tijde de primaire zorggevers zijn. Zij worden bij alles zo veel mogelijk betrokken, van luiers aandoen over borstvoeding geven tot huid-op- huidcontact. Zij zijn de spil.”

Een stevige band ontwikkelen

Met die aanpak wil het ziekenhuis bijvoorbeeld de kans op borstvoeding zo groot mogelijk maken en er tegelijk voor zorgen dat ouders en baby een stevige band met elkaar ontwikkelen. “Het blijkt ook dat op die manier de kans op een postnatale depressie een stuk kleiner wordt”, zegt dokter Van Herreweghe. “We zien ook dat ouders echt nood hebben aan dit soort hulp. Omdat hun baby te vroeg geboren is, hebben wij ook meer frequent contact met hen, zodat de drempel om hulp te vragen wel een stuk kleiner is, dat helpt ook.”

Het enige jammere is dat er, buiten ambulante bezoeken aan bijvoorbeeld de psycholoog, het programma stopt als de ouders naar huis gaan, zegt de dokter. “Er is natuurlijk wel een follow-up, maar dat is een stuk minder intensief. De reden daarvoor is simpel: een centenkwestie. Zo’n thuisprogramma is niet gefinancierd.”

We zien ook ouders echt nood hebben aan dit soort hulp. Omdat hun baby te vroeg geboren is, hebben wij ook meer frequent contact met hen, zodat de drempel om hulp te vragen wel een stuk kleiner is, dat helpt ook.

Extra mogelijkheden, meer ondersteuning

In het Sint-Pietersziekenhuis is ook een zogenaamd peer-to-peerprogramma opgezet, waarbij mama’s van voormalige prematuurtjes de ouders bijstaan. Claire Chevalier is een van hen. Haar eigen zoon werd tien jaar geleden op 27 weken geboren. “In al die jaren is er natuurlijk veel veranderd”, zegt ze. “Kangaroocare of huid-op-huidsessies bestonden toen wel, maar werden maar een keer per dag georganiseerd. Nu mogen ouders daar zelf om vragen, wanneer ze willen. Ouders kunnen nu bijvoorbeeld ook veel gemakkelijker blijven slapen, als ze dat wensen. Oké, dat is niet in grote luxe, maar de mogelijkheid bestaat wel.”

Niet alle ouders hebben evenveel behoefte aan ondersteuning. Maar wie er gebruik van maakt, is er meestal erg tevreden over, zegt Claire. “De resultaten van deze aanpak zijn erg positief. We staan dicht bij de ouders, omdat we hetzelfde hebben meegemaakt. Ik heb er geen harde cijfers over, maar ik ben er ook vrij zeker van dat deze manier van werken leidt tot veel minder problemen achteraf.”

Vorig artikel
Volgend artikel