Interview door Fokus-online.be

Ger Baron: ‘Innovatie noodzakelijk voor veerkrachtig en leefbaar Amsterdam’

Ontwikkelingen rondom verstedelijking, milieu en mobiliteit geven uitdagingen voor steden. Ger Baron (Chief Technology Officer), verantwoordelijk voor technologische en sociale innovatie binnen de gemeente Amsterdam, ziet manieren voor een slimmere aanpak.

Ontwikkelingen rondom verstedelijking, milieu en mobiliteit geven uitdagingen voor steden. Ger Baron (Chief Technology Officer), verantwoordelijk voor technologische en sociale innovatie binnen de gemeente Amsterdam, ziet manieren voor een slimmere aanpak.

“Toen ik ruim vier jaar geleden bij de gemeente begon, was mijn opdracht tweeledig. Inmiddels is er een derde pijler bijgekomen. Als eerste was het duidelijk dat we beter gebruik moeten maken van innovatie om doelstellingen op bijvoorbeeld het gebied van gezondheid, veiligheid en duurzaamheid te behalen binnen de gemeente. Ten tweede zien we dat digitalisering en technologie een enorme impact heeft op hoe de stad functioneert. Hier zullen we proactiever mee om moeten gaan en daarmee komen we op het derde punt: misschien is hier wel een ander type organisatie voor nodig, want de eigen organisatie van de gemeente Amsterdam zal ook een digitale transformatie moeten ondergaan.”

Vanaf welke werkplek ziet Ger Baron de stad?

Ger zit nooit op één vaste plek, maar wilt zoveel mogelijk van de stad zien. Soms zit hij bij Economische Zaken, dan weer op de afdeling Zorg maar vaak ook buiten de gemeentelijke gebouwen. En dat allemaal lekker op z’n Amsterdams; gewoon op de fiets. “De kunst is om vooral niet te veel op het stadhuis te zijn en de kracht van Amsterdam is dat alles te fietsen is. Iets wat ik bijvoorbeeld ook centraal wil stellen in het ontwerp van de stad. Op de fiets zie je zoveel méér… Je ervaart letterlijk dat de stad groeit: meer mensen, meer toeristen, meer afval, meer handhaving. En dan kom je als stad voor uitdagingen en vernieuwingen te staan.”

Vernieuwen dus, maar hoe dan?

“Als je het mij vraagt, kun je op twee manieren naar vernieuwing kijken. Je kunt incrementeel zaken verbeteren, maar je kunt jezelf ook afvragen ‘doen we nog wel de juiste dingen?’ Als je écht dingen beter wilt doen, moet je processen gaan ontwerpen, gebruik gaan maken van moderne mogelijkheden én mensen zoveel mogelijk helpen om hun werk te doen. Data speelt een belangrijke rol daarin: enerzijds worden er veel gegevens verzameld over zaken als mobiliteit, gezondheid, veiligheid en circulaire economie. Natuurlijk dé manier om inzicht te krijgen.”

“Maar die data moet je vervolgens ook betekenis geven, waarna je gaat kijken naar welke oplossingen passend zijn bij de uitdaging. Anderzijds is het in mijn optiek van groot belang om die verzamelde data te delen én oplossingen te bieden aan het bedrijfsleven. Op die manier willen we Amsterdammers inzicht geven én handelsperspectief bieden.”

Je ziet dat we op een punt zijn dat alles wat er in een stad gebeurt door technologische vooruitgang aan het veranderen is.

Waarom net Amsterdam de Smart City Award won.

Wereldwijd behoort Amsterdam tot de koplopers op het gebied van circulaire economie en de stad won in 2017 de Smart City Award. Waarom juist zij? ”We willen alles open en transparant maken en zo bedrijven faciliteren om samen te gaan werken. We dagen ze uit om niet alleen met data te komen maar met oplossingen die de juiste impact hebben. Bedrijven mee laten nadenken over hoe we de markt anders kunnen laten opereren. Die gedeelde ambitie, dáár draait het om. En toegeven dat wij het ook niet allemaal weten, maar wel graag willen leren.”

Amsterdam heeft als eerste stad ter wereld een instrument ontwikkeld waarmee circulair bouwen en innoveren kan worden gestimuleerd, gemeten en beloond: de Roadmap Circulaire Gronduitgifte. De gemeente wil hiermee een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van een nationale standaard voor circulair bouwen.

Ook investeert ze in het AMS Institute, waarmee samen met de Technische Universiteiten van Wageningen, Delft en MIT, onderzoek wordt gedaan naar thema’s als energiestromen, bouwmaterialen, woningrenovatie, afvalreductie en recyclebaar 3D-printen in de bouw. ROBOAT is daar een voorbeeld van: zelfvarende bootjes die niet alleen gebruikt worden voor het vervoeren van mensen of goederen, maar ook ingezet kunnen worden voor metingen van water- of kadekwaliteit, door middel van camera’s of sensoren. Maar ze kunnen ook de bodem analyseren zodat duizenden fietsen efficiënter uit het water gehaald kunnen worden.

“Amsterdam fungeert echt als ‘living lab’ voor de rest van de wereld”, zegt Ger enthousiast en vult aan: “Verder werken we veel samen met Amsterdam Economic Board om innovatie en samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstelling en overheid te stimuleren. Bijvoorbeeld in het Amsterdam Smart City-programma. We hebben fysieke plekken gecreëerd die slimme componenten bevatten om partijen te verbinden. Kijk naar het Science Park, de grootste innovatiehub in Europa op het gebied van wetenschapsonderwijs, onderzoek en ondernemerschap voor ICT.”

Welke mooie resultaten heeft Amsterdam nu al bereikt?

”Twee voorbeelden waar ik persoonlijk erg enthousiast over ben, zijn: Startup in Residence, dé innovatieve samenwerking tussen de gemeente en start-ups. Het programma nodigt start-ups uit om innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken te bedenken. Het biedt start-ups een intensief trainingsprogramma, evenals de ondersteuning door professionele coaches. Ze krijgen ook werkruimte en hebben toegang tot het gemeentelijke netwerk. Als oplossingen succesvol blijken te zijn, investeert de stad in hen als een investeerder.”

“We proberen op een transparante manier met (startende) bedrijven te werken om goede ideeën te vertalen naar oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Met Open Stad hebben we een toolkit ontwikkeld voor laagdrempelige participatie, zodat Amsterdammers een prominentere rol krijgen en vóóraf kunnen meedenken en beslissen over wat er in hún stad gebeurt. Dat kunnen online en offline initiatieven zijn, over kleinschalige projecten als een speeltuin in de straat, maar ook de grote projecten zoals een brug over het IJ. Het belangrijkste is dat mensen actief meedoen. En dat werkt echt heel goed.”

Smart Cities: moeten we dat wel willen?

Een vraag waar Ger een duidelijke mening over heeft: “Smart Cities? Ja natuurlijk! Maar we moeten wél kritisch blijven. Technologie is niet zo neutraal als het lijkt, het is tenslotte gemaakt door mensen. Daarom vind ik het belangrijk dat we ook blijven nadenken over regels in de digitale wereld. We moeten altijd onze waarden, die we als stad belangrijk vinden, blijven toetsen.”

“Veel toepassingen zijn voor de gebruiker positief. Maar als overheid moet je naar het totaalplaatje van de samenleving blijven kijken. Positieve dingen gebruiken, negatieve dingen zien te voorkomen, dat is het devies. Als technologie goed ingezet wordt, bieden Smart Cities veel voordelen voor bewoners en bezoekers. Individueel prima te doen, collectief wat lastiger, maar een uitdaging die ik graag aanga.”

Waar hij het meest trots op is? 

“Dat we er als gemeente in geslaagd zijn dat niemand twijfelt aan het belang van de automatisering en technologische vernieuwing. De stad verandert, we móeten ons wel aanpassen. Gelukkig zitten we vol initiatieven en gaan we aan de slag. Organisatorisch zijn we er nog niet, maar iedereen voelt wel dat we de goede kant opgaan en dat er veel te doen is de komende jaren. Die beweging vind ik leuk om te zien en inspireert me enorm.”

Hoe ziet het Amsterdam van de toekomst eruit? 

“Het zal allemaal een stuk adaptiever zijn. We gaan veel meer in tijdelijkheid denken. Veel dynamischer en flexibeler, gebaseerd op real time informatie en dat wat we vandaag verwachten. Ik denk dat dat het grootste verschil met nu zal zijn. Het Amsterdam van de toekomst is een stad waarin Amsterdammers veel meer eigenaarschap hebben in wat er in de stad gebeurt.”

Als Ger Baron het even helemaal voor het zeggen had, dan…

“…zou ik naast het stadhuis een tweede stadhuis willen bouwen, waarbij je alles wat je doet opnieuw zou doen. Gewoon even alles ter discussie stellen en from scratch opbouwen. Volledig nieuw en helemaal toegespitst op het grote geheel met de kennis van nu. Ik denk dat de gemeente dan de interface is, met bewoners en loketten, en je de overheid (met haar Belastingdienst, sociale verzekeringsbanken en ministeries) moet zien als de cloud van diensten.”
23.08.2018
door Fokus-online.be
Vorig artikel
Volgend artikel