landbouw
Agri & Food

De landbouw: extreem belangrijk voor onze toekomst

23.07.2019
door Fokus Online

Al is de landbouw een economische sector van enorm historisch belang, toch zijn wereldwijd steeds minder mensen actief in deze sector. Alsmaar minder jongeren ambiëren een carrière in de landbouw.

In België is amper 4 procent van de landbouwers jonger dan 35 jaar. Dat is omdat er minder behoefte is aan arbeidskrachten, als gevolg van de hoge machinale productiviteit, en door de sterke verstedelijking. De hele sector staat dus voor een grote uitdaging. Dat zegt ook Pierre Bascou, Directeur Duurzaamheid en Inkomenssteun van de Europese Commissie. “Om te komen tot een concurrerende, duurzame en innovatieve landbouw moeten we meer jongeren bewustmaken en aantrekken. Zij hebben oog voor innovaties en milieuoverwegingen, met een beter opleidingsniveau.”

Betere samenhang stimuleren

Met 38 procent van de EU-begroting vertegenwoordigt het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) een aanzienlijk deel van de financiën van ons continent. Op dit moment rekenen de autoriteiten op een betere samenhang tussen de verschillende landen om beginnende landbouwers te stimuleren. “Naast onze financiële bijstand in contanten, willen wij de lidstaten ook aanmoedigen om de algehele situatie te veranderen. De toegang tot kapitaal en grond moet worden vergemakkelijkt. Dat is belangrijk voor deze boeiende maar moeilijke sector, waar het inkomensniveau 40 procent lager ligt dan elders.”

We moeten ervoor zorgen dat jonge landbouwers zich met zo weinig mogelijk beperkingen kunnen vestigen

Toegang vergemakkelijken

Hierbij dient wel opgemerkt dat in de periode 2014-2020 bijna 400.000 jonge Europese landbouwers voor bijna 15 miljard euro aan steun hebben ontvangen – hetzij als rechtstreekse inkomenssteun, hetzij als vestigingssteun. Al zouden meer stedelijke jongeren kiezen voor het platteland, het kost wel steeds meer om als landbouwer te starten. “Veel van die jongeren bezitten zelf geen grond en moeten dus huren”, zegt Bascou. “Als we bekwame landbouwers willen aantrekken, moeten we hun toegang tot de sector vergemakkelijken zodat ze zich met zo weinig mogelijk beperkingen kunnen vestigen.”

Sector in revolutie

Het beroep van landbouwer geniet erkenning en is ook echt zinvol. Het komt tegemoet aan de voedselbehoeften van de bevolking, met een directe impact op het leven van iedereen. De landbouw blijft dus erg in trek. Starters kiezen doorgaans voor de meest veelbelovende delen van de sector, zoals groenten en fruit, biologische teelt, melk of duurzame landbouw. De mentaliteit is aan het veranderen – dat bevestigt ook Pierre Bascou. “De sector maakt een revolutie door. Het is een ondernemende en vooruitstrevende stiel die gebruikmaakt van de nieuwste technologieën. De landbouw maakt zowel economisch als ecologisch vooruitgang, dankzij robotica en kunstmatige intelligentie, zaken waar jongeren affiniteit mee hebben. Tegelijkertijd verandert ook het consumentengedrag, met name wat de productiemethoden en de voedingswaarde betreft.”

Jonge mensen hebben oog voor innovaties en milieuoverwegingen

Collectief vestigen

Daarnaast tekent zich in de sector ook een andere maatschappelijke trend af: starters die zich collectief vestigen. In sommige landen is dat zelfs de enige manier van werken. “De behoefte aan werktuigen en land is zo groot dat starten binnen een collectieve structuur duidelijk economische voordelen biedt. Bovendien worden zo ervaringen en expertise uitgewisseld,” aldus Bascou. Is er dan ook sprake van grondgebrek? “Dat blijft vrij beperkt.

Wereldwijd schommelen

Al 40 jaar schommelt de daling van het landbouwareaal tussen de 0,2 en 0,5 procent. Er gaat voornamelijk landbouwgrond verloren rond industriële en stedelijke gebieden. Verontrustend is dat de beste percelen verdwijnen en dat er wereldwijd weinig mobiliteit zit in bestaande percelen. Gezien het lage pensioen is grond immers financieel belangrijk voor veel boerenfamilies. In Europa wordt dan ook bijna één hectare op twee gehuurd, wat een beperking kan zijn voor starters. “Maar ook daar werken wij aan”, besluit Bascou.

Vorig artikel
Volgend artikel