kunststofsector
Chemie

Nieuw én eigen talent voor job in de kunststofsector

21.03.2022
door Fokus Online

Onze Vlaamse bedrijven zijn koplopers in de hoogwaardige kunststofproductie. Willen we dat zo houden, dan moeten we ervoor zorgen dat de sector over voldoende geschoolde mensen blijft beschikken. “Dat is de grote bottleneck die we als sectororganisatie willen helpen oplossen.” 

Nergens ter wereld worden per inwoner zoveel kunststoffen vervaardigd als hier in Vlaanderen. Van de 130.000 medewerkers die in de chemische industrie zijn tewerkgesteld, oefent 30 procent een job uit in de kunststofverwerking. Toch bestaat er in onze regio geen enkele klassieke opleiding die rechtstreeks leidt naar de kunststofsector. “Daar vindt een sectororganisatie als de onze haar bestaansrecht,” zegt Vincent Mispelaere, algemeen directeur van PlastIQ, de paritaire opleidings- en tewerkstellingsorganisatie van en voor de kunststofverwerkende industrie. 

De twee eigen opleidingscentra van deze sectorale aanbieder zijn gevestigd in de gloednieuwe hightech T2-campus in Genk, en in Kortrijk in het Circular Materials Center. Wat meteen de innovatieve biotoop schetst waarin de kunststofindustrie zich vandaag graag begeeft. “Op jaarbasis maken 120 bedrijven gebruik van de diensten van PlastIQ”, geeft Vincent Mispelaere aan. “In onze eigen centra of bij bedrijven zelf op de werkvloer. En de interesse in het aanbod blijft toenemen.” 

In een jonge sector die zodanig snel evolueert, is de nood aan goed geschoold personeel bijzonder hoog. De kunststofsector is in volle transitie naar een duurzamer en circulair model, maar ook naar een industrie 4.0. “Enerzijds zet de sector sterk in op de ontwikkeling van hernieuwbare producten en innovatieve processen, anderzijds doen geavanceerde technologieën en geconnecteerde apparatuur hun intrede op de werkvloer,” aldus Mispelaere. Het maakt dat organisaties de competenties van hun werknemers voortdurend moeten screenen en bijschaven. “Onze missie als sectororganisatie is om bedrijven daarin te ondersteunen. We bieden zowel basisopleidingen aan, onder meer in kunststoftechnologie en industrie, als opleidingsprogramma’s op maat rond bepaalde nichetechnieken.” 

De skills van werknemers verstevigen is een belangrijke bekommernis. Maar de arbeidskrapte blijft uiteraard grotendeels een probleem van instroom, duidt Mispelaere. “In een aantal van onze projecten richten we ons specifiek naar doelgroepen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Dan gaat het bijvoorbeeld om anderstalige nieuwkomers, maar ook om vrouwen of jongeren, die als groep voorlopig nog minder hun weg vinden naar de kunststofsector. Daarnaast bieden we speciale trajecten aan voor werkzoekenden met een studieachtergrond die weinig kansen genereert in de huidige arbeidsmarkt.”

De kunststofsector is in volle transitie naar een duurzamer en circulair model, maar ook naar een industrie 4.0.

- Vincent Mispelaere, PlastIQ

Toekomstige medewerkers krijgen een marktgerichte, brede opleiding die hun kansen op een job in de sector zoveel mogelijk optimaliseert. Vaak reiken de talenten van kandidaten verder dan ze zelf wel vermoeden, weet PlastIQ. De sectororganisatie zag de voorbije coronaperiode een paar sprekende voorbeelden van horecamedewerkers die zich verrassend snel wisten om te scholen naar een job in de kunststoffen. “Want al lijken de profielen van een machine-operator en iemand met een koksopleiding op het eerste zicht ver uiteen te liggen,” haalt Vincent Mispelaere aan, “ze moeten beiden in staat zijn om heel secuur te werken volgens de juiste parameters.”

Niet alleen technische opleidingen maar ook voortrajecten rond bepaalde basisvaardigheden kunnen van grote meerwaarde zijn voor sommige doelgroepen. “We hebben een aantal jobcoaches in dienst die intensief met mensen aan de slag gaan in voorbereiding op een job. Dan gaat het vaak over het aanleren van arbeidsmarktattitudes. Wat is een bedrijfscultuur, wat wordt er verwacht als je op de werkvloer staat, welke paperassen breng je in orde? Wij helpen mensen om alle randvoorwaarden te vervullen, zodat ze gemakkelijker de stap naar de arbeidsmarkt kunnen zetten.”   

De kunststofsector biedt hoe dan ook een boeiende en vooruitstrevende werkomgeving, die misschien nog te onbekend en daardoor ook te weinig bemind is, weet Mispelaere. Daarom brengt de sector graag nuance in de nog vaak pejoratieve berichtgeving over haar activiteiten. “Plastic soep is een reële problematiek. Maar er zijn ook zeer mooie illustraties hoe kunststoffen nu al voor een groot deel bijdragen aan een duurzamere samenleving. Op onze campagnewebsite plasticmoov.be zetten we enkele good practices van onze bedrijven graag in de kijker.”

Op een positieve manier zichtbaarheid geven aan de sector gebeurt eveneens door de brug te maken tussen het onderwijs en de bedrijfswereld. In de opleidingscentra van PlastiQ kunnen klassen dankzij een samenwerking met de Regionale Technologie Centra (RTC) terecht voor een specialistisch vormingsaanbod rond kunststofverwerking. “Studenten die echt de ambitie hebben om verder te gaan in de sector, brengen we in contact met onze bedrijven via stages of eventuele rechtstreekse tewerkstelling.”

Partnerschappen zijn sowieso een belangrijke tool om doelgroepen aan te spreken. “We werken nauw samen met het sectorfonds Covalent, VDAB, met verschillende tussenorganisaties die actief zijn op de arbeidsmarkt en met provincies, gemeenten en OCMW’s”, bevestigt Mispelaere. “Die open blik zal nodig zijn om goed te detecteren wie we nog kunnen activeren. Voor alle industrieën geldt immers: we zullen alle zeilen moeten bijzetten om het volledige potentieel aan arbeidskrachten te benutten.”

Vorig artikel
Volgend artikel