Interview door Frederic Petitjean

Caroline Ven: ‘Farma is echt een Belgische aangelegenheid’

Dat we binnenkort allemaal een spuit krijgen die ons van dat vermaledijde COVID-19-virus zal bevrijden, is voor een goed deel aan Belgische innovatieve bedrijven te danken. Ons land is immers een bakermat van innovatieve farmabedrijven, een sector waar R&D niets minder dan cruciaal is, zegt Caroline Ven, CEO van Pharma.be. 

Als associatie van de farmaceutische industrie heeft pharma.be zo’n 125 leden, van giganten als Pfizer en UCB tot kleine, innovatieve start-ups en spin-offs. “Zeker 80 leden catalogeren we als kmo”, zegt Caroline Ven. “Het zijn dus zeker niet allemaal grote bedrijven. Wij willen voor onze leden zowel een luisterend oor als een stem zijn, als we in debat gaan met bijvoorbeeld de overheid of patiëntenverenigingen. Ook ondersteuning is een van onze pijlers. Achter het op de markt brengen van geneesmiddelen zit immers een zeer complexe administratie en regelgeving. En dat alles met één doel: zo snel mogelijk goede medicijnen tot bij patiënten te krijgen.”

Je bent vrij recent CEO van pharma.be geworden, hoe is dat gegaan? 

“Ja, sinds oktober vorig jaar. Ik heb nooit in de farmasector gewerkt, ik ben eigenlijk macro-econoom van vorming. Voordien heb ik onder meer bij werkgeversorganisaties als het VBO en Etion gewerkt, in de politiek, als kabinetschef van Herman Van Rompuy en Yves Leterme en bij De Blauwe Cluster, een innovatiecluster die samenwerkingen tussen de bedrijfswereld en onderzoeksinstellingen en universiteiten stimuleert. Waarom vertel ik dit zo uitgebreid? Omdat bij pharma.be veel van die ingrediënten terugkomen. We verenigen verschillende partijen, hebben een maatschappelijk doel – het creëren van welvaart én welzijn –, stimuleren innovatie en doen natuurlijk ook aan netwerking. Allemaal zaken waarin ik vroeger al ervaring opbouwde.”

Hoe belangrijk is de farma eigenlijk in ons land? 

“We boksen, internationaal gezien, zeker boven ons gewicht. België is in Europa goed voor 2 procent van de bevolking en 3 procent van alle toegevoegde waarde. Maar de Belgische farma alleen is goed voor 12,5 procent van alle Europese R&D-uitgaven in de sector. Nergens wordt door de farma meer in R&D geïnvesteerd per capita dan in België. We zijn dan ook de grootste private investeerder in R&D van ons land: goed voor 4 miljard euro per jaar, dat is 40 procent van het totaal. In het aantal klinische studies per capita staan we in Europa op de derde plaats, in het aantal octrooiaanvragen ook.”

Hoe komt dat? 

“Deel is dat historisch gegroeid, we hebben in België al sinds de Tweede Wereldoorlog een sterke aanwezigheid van farmabedrijven, denk maar bijvoorbeeld aan Janssen, UCB en GSK. Maar ik denk dat het echte succes te danken is aan het feit dat we in ecosystemen zijn beginnen denken en dat we bijvoorbeeld heel snel onze universiteiten bij het onderzoek hebben betrokken. In België hebben we twaalf universiteiten en onderzoeksinstellingen die met onderzoek in biofarma bezig zijn. Dat doen weinig Europese landen ons na. Ook onze logistiek is een troef, de luchthavens van Zaventem en Luik zijn speciaal gecertificeerd voor transport van geneesmiddelen. En last but not least: onze overheid steunt heel dat ecosysteem ook actief, met bijvoorbeeld lastenverlagingen voor onderzoekers, zodat de loonlasten voor de werkgevers behapbaar blijven. Wat ook mooi is: al die activiteiten zijn redelijk gelijkmatig over Vlaanderen, Brussel en Wallonië verspreid. Farma is echt een Belgische aangelegenheid.”

De farma-industrie geeft 4 miljard euro per jaar uit aan onderzoek, dat is 40 procent van het Belgische totaal.

Mag je stellen dat R&D de levenslijn is van de farma?

Onderzoek en ontwikkeling is de basis van alles. We kunnen enkel maar patiënten helpen als we die R&D doen. Neem aids: in de jaren tachtig was je ten dode opgeschreven als je de ziekte kreeg, nu is dat een chronische aandoening geworden die we meestal perfect onder controle kunnen houden. In kankeronderzoek zijn ook enorme doorbraken geweest en worden nog elke dag nieuwe oplossingen en therapieën ontwikkeld. Op twintig jaar tijd zijn de actieve leeftijdsjaren van de bevolking met 3,5 jaar gestegen. Zeker 70 procent daarvan is te danken aan nieuwe geneesmiddelen.” zegt Caroline Ven.

Dat onderzoek brengt ook enorme financiële risico’s met zich mee.

“Zeker, een nieuw geneesmiddel ontwikkelen kost miljarden en lang niet elk onderzoek is een succes. Zelfs in de allerlaatste fase kunnen onderzoeken in de vuilbak belanden. Het is ook een zeer concurrentiële omgeving. We beschikken nu over een vijftal covidvaccins. Weet jij hoeveel er in ontwikkeling zijn? Ongeveer 260, waarvan 76 al in klinische studiefase.”

Over covidvaccins gesproken: daarvan lijkt de productie niet echt vlot te lopen. Hoe komt dat? 

“Het onderzoek is razendsnel gegaan, vanwege de precaire situatie waarin we zaten en van bij de opstart is er, terecht, voor gekozen om de vaccins zo snel mogelijk naar de bevolking te brengen. Dat betekent dus dat er geen stocks zijn, wat weer meebrengt dat elk probleem in de productie meteen tot problemen in de distributie leidt. Vergeet ook niet: op industriële schaal vaccins produceren is een ongelooflijk complex en moeilijk proces. Bij het minste dat er wat misloopt, wordt heel die ketting onderbroken, moet alles weer gecontroleerd worden en begin je weer bijna van nul. Ook heel de logistieke operatie is onuitgegeven. De verdeling in woonzorgcentra kun je nog vrij makkelijk beheren, maar de verspreiding naar de algemene bevolking, daar bestaan geen draaiboeken voor.”

Caroline Ven
Caroline Ven ©Gregory Van Gansen

Maar je begrijpt de frustratie over de trage productie? 

“Natuurlijk, maar we mogen toch ook een klein beetje op het positieve focussen? Kijk, in het najaar van 2020 zeiden we nog dat het een klein mirakel zou zijn als er een vaccin was voor Pasen 2021 of voor de zomer. Uiteindelijk zijn we al in december met een eerste vaccin op de markt gekomen. Op acht maanden tijd zijn die vaccins ontwikkeld. Niemand had ooit gedacht dat we dat zouden klaarspelen. En al die vaccins zijn dan ook nog eens van topkwaliteit. Dat is uiteindelijk dus eigenlijk een enorme meevaller.”, legt Caroline Ven uit.

Smart
fact

Wat was je droomjob vroeger, toen je kind was?

“Ik wist vrij snel dat ik econome wou worden. Ik was al jong geboeid door de manieren waarop we welvaart proberen te creëren en hoe de mensheid probeert levensomstandigheden te verbeteren. Dat kan maar door de combinatie van ondernemerschap en innovatie met een ondersteunende rol van de overheid. Een intrigerend samenspel.”

29.03.2021
door Frederic Petitjean
Vorig artikel
Volgend artikel