preventie
Gezondheid

Beter nooit ziek dan altijd maar genezen

25.11.2019
door Frederic Petitjean

Preventie zou een veel belangrijkere rol moeten spelen in onze geneeskunde, daar is ongeveer iedereen het over eens. Waarom gebeurt dat dan niet? En wat zijn een paar voor de hand liggende maatregelen die genomen kunnen worden om mensen gezonder te houden? 

Voorkomen is beter dan genezen, zo luidt de oude volkswijsheid. Wel, dat klopt eigenlijk volledig, zegt professor dokter Marc Noppen, CEO van het UZ Brussel. “Alle studies en onderzoeken tonen aan dat elke euro die een maatschappij aan preventie uitgeeft, zichzelf meermaals terugverdient. De cijfers daarover lopen uiteen van een factor 1,5 tot zelfs een factor 27. Bovendien is het natuurlijk ook voor de patiënt oneindig veel interessanter om niet ziek te worden dan om, in het beste geval, de ziekte te overwinnen.” Niet alleen vanuit medisch oogpunt, maar ook door het vermijden van allerlei geestelijke en maatschappelijke gevolgen. “Het werkverlet dat met de ziekte gepaard gaat bijvoorbeeld, of de psychologische druk van te moeten omgaan met een ziekte.”

Weinig incentive voor preventie vanuit politiek

België geeft relatief weinig uit aan preventie, iets van 2 à 3 procent van ons totaal gezondheidsbudget. Het grote probleem van ons land is dat, sinds de zesde staatshervorming, de preventieve gezondheidszorg een bevoegdheid is van de gemeenschappen en de curatieve gezondheidszorg een federale bevoegdheid. Noppen: “Er zijn dus acht of negen ministers van zes partijen, die dan ook nog eens drie talen spreken, die moeten beslissen. Probeer zo maar eens een coherent beleid te voeren. Bovendien: elke euro die een Vlaams minister bespaart met preventie, ‘verdient’ hij dus eigenlijk voor een federale collega. Politiek gezien is er dus weinig incentive voor preventie.”

Probeer met acht of negen ministers van zes partijen maar eens een coherent preventiebeleid te voeren.
Marc Noppen, UZ Brussel

Versnippering door vele kleinschalige initiatieven

Ook Margot Cloet van Zorgnet Icuro legt de vinger op de wonde. “Het huidige preventiebeleid is sterk versnipperd over veelal kleinschalige initiatieven. De overheid moet preventiestrategieën beter op elkaar afstemmen en die expliciet laten vertrekken vanuit gezondheidsdoelstellingen, met heldere metingen van effecten. Preventie betekent dat gezondheid een prioritair thema moet zijn in alle beleidsdomeinen en levenssferen − gezin, onderwijs, werk, recreatie… Niet alleen in volksgezondheid en welzijnszorg. Er moet ook extra aandacht zijn voor de gezondheidskloof en het inzetten van middelen bij kansengroepen en kinderen.” Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er in Vlaanderen helemaal niks gebeurt, zegt Christine Van Daele, directeur van Partena Ziekenfonds.

“We hebben al een mooi parcours afgelegd rond screenings en vaccinaties. Die worden gratis door de overheid aangeboden en kennen een hoge penetratiegraad. Er is wel nog een hele weg te gaan voor preventie rond alcohol, roken, beweging, voeding en mentale gezondheid. We doen al veel moeite om te sensibiliseren en te activeren. Maar echte incentives ontbreken, namelijk in het belonen van goed gedrag. Preventie is vaak ook te vrijblijvend. Met advies iets doen, is niet altijd de gemakkelijkste weg. Het meest ongezonde eten is bijvoorbeeld vaak het goedkoopst. Zeker een aantal risicogroepen zijn moeilijker bereikbaar via de huidige communicatie en preventie is net daar cruciaal.”

Quick wins?

Wat zijn dan enkele quick wins die we kunnen implementeren? “Coherentie in het beleid − één agenda, één visie, één bevoegdheid − zou al veel helpen”, zegt Noppen. “Van voorbeelden uit het buitenland kunnen we ook veel leren. In China werd 2.000 jaar geleden de dorpsarts gestraft als er iemand ziek werd. Zo ver hoeft het voor mij niet te gaan (lacht), maar nu vergoeden we zorgverstrekkers om zieken te behandelen. Hoe meer zieken er zijn, hoe beter voor hen. Je kunt bijvoorbeeld overwegen om artsen beter te betalen aan de hand van meetbare ‘gezondheidsparameters’: het aantal rokers, het aantal diabetespatiënten en het aantal mensen met ‘slechte’ cholesterol. In het VK werd dat experiment reeds gevoerd en dat werkte, met een gezondere bevolking en minder zieken.”

Vorig artikel
Volgend artikel