Interview door Frederic Petitjean

Annemie Turtelboom: “Energie is een zeer boeiend gegeven”

Haar vorige bevoegdheid, Justitie, was regelmatig goed voor een mediarel. Maar of nieuwbakken Vlaams minister van Energie, Annemie Turtelboom, het nu gemakkelijker gaat krijgen op haar nieuwe departement, is allerminst zeker. Zelf gaat ze er alvast met volle moed tegenaan.

Energie is te duur, wordt te veel gesubsidieerd, raakt stilaan op… Meningen over energie zijn er genoeg, maar af en toe moeten er ook knopen over doorgehakt worden. In de Vlaamse regering is die taak weggelegd voor Annemie Turtelboom (Open VLD). Nadat ze bekend (sommigen zullen zeggen: berucht) werd als minister van Binnenlandse Zaken en daarna Justitie, mag ze nu de bakens gaan uitzetten over onze energievoorziening. “Wat we niet willen, is duidelijk. We moeten nu stilaan kijken naar wat we dan wel willen.”

Hoe bevalt uw nieuwe departement u?

“Super, echt waar (lacht). Na 6,5 jaar veiligheidsdepartementen was ik wel toe aan iets anders, een mens moet zichzelf een beetje scherp houden. Maar energie is sowieso een zeer boeiend gegeven. Het is een complex departement, een huis met veel kamers, met heel veel verschillende belangen en inzetten, maar het is ook een sector die volop in transitie is en dat maakt het spannend.”

Energie is een sector die volop in beweging is en dat maakt het spannend

Wat zijn die transities dan?

“We komen van een centrale productie waarin nucleaire en fossiele brandstoffen een hoofdrol speelden, en nog spelen natuurlijk, en dat evolueert naar een meer decentrale productie met hernieuwbare bronnen. Op dit ogenblik weet je in grote mate je energie-installaties staan. Daar staan zoveel kerncentrales, daar staan zoveel gascentrales en die leveren zoveel vermogen. Binnenkort gaan we naar een wereld waar iedereen voor een stukje producent zal worden. Energie was tot nog toe iets van de grote boys. Over enkele jaren speelt ook de kleine man mee, al was het maar omdat hij bijvoorbeeld via crowdfunding een windmolen hielp financieren.”

Hoe zal zich dat uiten in uw beleid de komende jaren?

“Wel, we zijn nu al een hele tijd aan het praten over wat we niet willen. We willen geen nieuwe kerncentrales meer, we willen liefst ook geen windmolen in onze achtertuin en we willen geen steenkoolcentrales meer, want die stoten te veel CO2 uit. Wat we niet willen, is dus duidelijk. Ik denk dat we nu stilaan gaan moeten kijken naar wat we dan wel willen. En vooral ook: hoeveel zal ons dat kosten? En dat zal ongetwijfeld met turbulenties gepaard gaan (lacht).”

We zullen nieuwe technologieën moeten gaan aanwenden.

“Absoluut, en daar beweegt heel veel. We weten nog niet precies wat gaat werken, maar er zit van alles aan te komen. Ik geef twee voorbeelden: diepe geothermie, waarbij je warmte uit diepe aardlagen haalt. Dat is iets wat ik met heel veel aandacht volg. Dat was lange tijd niets meer dan een droom, maar je ziet nu stilaan dat het werkelijkheid aan het worden is. In Duitsland zijn ze er mee aan het experimenteren, bij ons is het VITO (Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek, red.) het aan het bekijken. Dat is dus echt dichterbij aan het komen. Of neem de opslagcapaciteit van batterijen. Als we daar de komende jaren vooruitgang kunnen boeken… Dat gaat de hele visie op energie en mobiliteit op z’n kop zetten.”

Energie was tot nu iets van de grote boys, binnenkort speelt ook de kleine man mee

We zullen in eerste instantie toch vooral op zonne- en windenergie moeten inzetten, niet?

“Zeker, en we zullen daar ook nog een tandje moeten bijsteken. Met zonne-energie hebben we wel een zekere mate van oversubsidiëring gehad en als je dat, geheel terecht, dan afbouwt, schreeuwt de markt dat het niet meer rendabel is. Wat natuurlijk niet klopt. Als ik moet kiezen tussen het installeren van zonnepanelen of mijn geld op een spaarboekje zetten met een rente van 1 procent, dan weet ik het wel. Vanaf dit voorjaar wil ik dus zonne-energie opnieuw sterk gaan stimuleren, zonder het te oversubsidiëren. Door bijvoorbeeld organisaties of bewegingen te sensibiliseren rond groepsaankopen, want zoiets werkt wel degelijk, bewijzen genoeg voorbeelden uit het verleden.”

De nieuwe technologieën zijn ook heel erg welkom, want we hebben dit jaar blijkbaar nogal dicht bij een black-out gestaan.

“Tja, dat is natuurlijk een gevolg van vroegere politieke beslissingen. Als je zeven kerncentrales hebt en die staan in voor 55 procent van je stroomproductie en op een bepaald moment liggen er vier stil, dan heb je een probleem uiteraard.”

Als ik moet kiezen tussen het installeren van zonnepanelen of mijn geld op een spaarboekje zetten met een rente van 1 procent, dan weet ik het wel

Het subsidiëren van bijvoorbeeld dak- en wandisolatie is sinds kort ook een gewestelijke bevoegdheid. Welke veranderingen zijn daar doorgevoerd?

“Ja, dat is de energielening die door de zesde staatshervorming nu bij ons zit. De vorige, federale energieleningen waren zwaar onderbenut en amper gekend en het was ook een hele administratieve klus om ze te krijgen. We hebben die nu dus een stuk eenvoudiger gemaakt en sinds 1 januari hebben er 308 mensen een lening afgesloten voor net geen 7.000 euro. Als we aan dat tempo doorgaan, zal er van onderbenutting geen sprake meer zijn.”

Hoe moet de staat zelf het goede voorbeeld geven? Aan het overheidspatrimonium valt ook wel een en ander te verbeteren, kan ik me voorstellen.

“We hebben op dit moment een jaarlijkse energiefactuur van rond de 700 miljoen euro. Dat is eigenlijk te veel, zeker bij de huidige budgettaire situatie. Er zijn al verschillende projecten om dat naar beneden te krijgen, maar dat gaat nog te traag. Een van de manieren om daar snelheid in te krijgen, is de derdepartijfinanciering, een formule die we trouwens ook voor bedrijven en KMO’s op gang willen trekken. Dat wil zeggen dat een derde partij de investering in energiebesparende middelen op zich neemt en die investering terugwint met het budget dat wordt uitgespaard door de toegenomen energie-efficiëntie. Door dat hele model te standaardiseren en het format vast te leggen, moet het vertrouwen groeien. Want we zien dat nogal wat banken in Vlaanderen wantrouwig staan tegen het financieren van die derde partijen zelf.”

Als Annemie Turtelboom niet in de politiek was terechtgekomen, dan was ze?

“Misschien toch iets in het bedrijfsleven gaan doen dan. Gewoon omdat ik dat nog nooit gedaan heb.”

03.03.2015
door Frederic Petitjean
Vorig artikel
Volgend artikel