horeca
Agri & Food

‘De horeca is de living van de samenleving’

07.07.2020
door Heleen Driesen

Als het afhangt van Matthias De Caluwe, CEO van Horeca Vlaanderen, laten we deze zomer die Corona met limoentje voor wat het is en genieten we van een lokale tripel op het terras – in afwachting van een artisanale steak tartaar. Een win-win op elke schakel van de (korte) keten.

De twee cappuccino’s die voor hem op het tafeltje staan, zijn verkeerd besteld. “Dat is teveel van het goede in één keer”, zegt Matthias De Caluwe met de telefoon aan het oor. Hij rent deze weken van de ene afspraak naar de andere. “Ongelooflijk blij dat ik daarvoor weer op plaatsen als deze terechtkan”, glundert de CEO van Horeca Vlaanderen. 

Alcohol drinkt deze kleinzoon van caféuitbaters niet, maar aan koffie is hij redelijk verslaafd. “Op 8 juni, toen de horeca weer open mocht, ben ik ’s ochtends heel vroeg naar Aalst gereden om samen met vicepremier Alexander De Croo te klinken op de eerste koffie aan 6% btw. Ik moet zeggen: die heeft me ontzettend gesmaakt.”

Voelt het voor jou al vertrouwd om weer op restaurant of op café te zitten?

“Absoluut, en ik denk dat samen met mij al heel wat mensen hun weg naar de horeca hebben teruggevonden. We hebben dit allemaal gemist de afgelopen maanden. Onze sector is zowat de living van de samenleving. Als je een huis vol kamers zou hebben, zonder een plek om even samen te zitten en een babbel te doen, dan zou dat heel raar aanvoelen. Wat is een stad zonder uitgaansleven, toerisme, cultuurhuizen of sportevenementen waar je elkaar tegenkomt? Het is de mix van die dingen die volgens mij de sexiness van een plaats bepaalt.”

“Wat je kunt doen om ervoor te zorgen dat cafés openblijven? Simpel, meer op café gaan.”

Welke kwetsbare plekken in de horeca heeft deze crisis blootgelegd?

“Traditioneel heeft onze sector het niet makkelijk, dat is geen geheim. Eén op vijf van de Belgische bedrijven die voor de crisis over de kop ging, kwam al uit de horeca. Veelzeggend als je weet dat maar 6 procent van de Belgische bedrijven horecazaken zijn. De rendabiliteit, of het vermogen om winst te maken, ligt in de horeca viermaal lager dan in andere sectoren. Dat maakt onze sector een pak minder stressbestendig om een klap als deze te kunnen opvangen.

Misschien hebben we in het verleden niet altijd sterk genoeg benadrukt wat een belangrijke economische speler we zijn. De horecasector in België telt vandaag ongeveer 60.000 ondernemingen en levert 140.000 arbeidsplaatsen. In toegevoegde waarde doen we het even goed als de farma- en informatica-industrie. Maar misschien zijn we nog meer specialist in het creëren van toegevoegd geluk. Dat beseffen mensen in goede tijden misschien wat te weinig.”

Hoe zwaar is de klap geweest?

“Tijdens de lockdown hebben we 3,9 miljard verloren, dat is bijna een kwart van onze jaaromzet. Ik wil er zeker geen wedren van maken welke sector het zwaarst getroffen is. De realiteit is wel: het doet ook andere sectoren bloeden. Met de 16 miljard euro omzet die we jaarlijks draaien, kopen we voor 10,7 miljard euro aan in de Belgische economie. Daarvan gaat meer dan de helft naar onze leveranciers in de groothandel, voeding en landbouw. Iedereen verwijst vandaag naar de oplossing van de ‘korte keten’, wel: korter kan de keten bijna niet zijn.

De keerzijde is dat ook die leveranciers een enorme klap te verduren hebben gekregen. Ik hoor langs beide kanten pijnlijke verhalen. Als we het er allemaal over eens zijn dat volksgezondheid een collectieve verantwoordelijkheid is, dan denk ik dat we ook eensgezind een eerlijke kans moeten geven aan al wie onderneemt en jobs creëert in dit land om deze crisis door te komen. En de horeca ondersteunen, betekent ook de hele keten erachter zuurstof geven.”

“In toegevoegde waarde doen we het even goed als de farma- en informatica-industrie. Maar misschien zijn we nog meer specialist in het creëren van toegevoegd geluk.”

De campagne Winkelhier van UNIZO legde uitdrukkelijk een verantwoordelijkheid bij de consument. Sommigen vonden dat betutteling.

“(enthousiast) Ik vond dat een fantastische campagne. Soms heb je een tegenslag nodig om het te beseffen, maar: je kunt niet het beste van twee werelden hebben. Een winkelstraat in je gemeente kan niet blijven floreren als je enkel online alles in het buitenland bestelt. En je hoeft ook niet verbaasd te zijn dat winkels geen geld meer hebben om je lokale voetbalploeg of vereniging te sponsoren als je nauwelijks bij hen over de vloer komt.

Voor de hotels zou ik tot ‘hotelieren’ kunnen oproepen. Ik weet dat Airbnb romantisch is, maar het zijn wel de hotels en erkende logies die voor officiële jobs en tewerkstelling zorgen. Wat je kunt doen om te zorgen dat cafés open blijven? Simpel, meer op café gaan. In plaats van alle afterworkdrinks op bureau te organiseren, waarom ga je niet een keertje op café met de collega’s? Haal ter vervanging van die thuisbarbecue eens iets af bij een traiteur, huur iemand in of ga lekker op restaurant. Wist je dat wij Belgen gemiddeld minder spenderen in een horecazaak dan Nederlanders? Dat is toch niet oké? In een Bourgondische cultuur als de onze moeten we daar toch eens werk van maken.”

Lokaal genieten tijdens een vakantie in eigen land biedt mogelijk maar tijdelijk soelaas. Welke structurele veranderingen zijn er nodig?

“De horeca is een sector voor en door mensen. Wij beginnen te ondernemen wanneer anderen de voeten onder tafel schuiven. Dat is onze droom en passie. Maar het maakt van de horeca ook een bijzonder arbeidsintensieve sector. De loonkost ligt nog altijd erg hoog in ons land. Ik denk dat we met de volgende federale regering toch eens moeten durven kijken wat daaraan valt te doen.

Hetzelfde geldt voor de btw-verlaging naar 6 procent, die we als tijdelijke ondersteuning uit de brand hebben kunnen slepen. Die maatregel lag al op tafel bij de invoering van de witte kassa. Maar de beslissing hierover was, door de politieke situatie de afgelopen jaren en het gebrek aan evaluatie van de witte kassa, er nog niet van gekomen. Jammer, want zoals een goed ondernemer doet, moet je eigenlijk constant zien hoe je businessplan evolueert en bijsturen. Dat moeten we misschien ook doen met de instroom in de horeca. Twee jaar geleden is de vestigingswet afgeschaft. Iedereen kan vandaag een restaurant beginnen, of je nu kunt koken of niet. Ik vind absoluut dat mensen vrijheid van ondernemen moeten hebben. Ik denk wel dat je ze gewapend aan de aftrap moet laten komen, zodat hun droom geen nachtmerrie wordt.”

SMART FACT.

Wat zou je doen als het niet deze job was?
“Ik geloof niet zo in ‘wat als’en’. Eigenlijk doe ik precies de dingen waarvan ik op mijn zeventiende in een spreekbeurt zei dat ik ze wou doen. Mijn vrienden herinneren me daar soms nog aan (lacht). Bij Germinal Beerschot heb ik als marketingverantwoordelijke fantastische jaren mogen meemaken. Daarna ben ik in de evenementen- en festivalsector beland. Soms mis ik dat nog. Het zinderen van de massa die klaarstaat om binnen te gaan. Onvervangbaar.”

Vorig artikel
Volgend artikel