Interview door Fokus Online

Jan Vander Stichele: “Als de uitkomst niet duurzaam is, begin ik er niet aan”

Voorzitter van Fevia, Jan Vander Stichele, verdedigt de belangen van 700 bedrijven. Daarmee is hij grotendeels verantwoordelijk voor hetgene op ons bord.

Als voorzitter van Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, verdedigt Jan Vander Stichele de belangen van 700 bedrijven uit 26 sectoren. Daarmee is hij voor een groot stuk verantwoordelijk voor wat we dagelijks op ons bord krijgen.

Vanuit zijn opleiding als Burgerlijk Ingenieur Elektromechanica – Werktuigkunde (KU Leuven) en Toegepaste Economische Wetenschappen (KU Leuven) bekleedde Jan Vander Stichele eerder een aantal topfuncties bij bedrijven als Lotus Bakeries en Verlipack. Met zijn aanstelling als voorzitter van Fevia kon hij zijn passie voor duurzaamheid nog concreter vormgeven. Daarnaast komt ook zijn zin voor innovatie volop aan bod, als voorzitter van Flanders’ FOOD.

“Met Fevia willen we voornamelijk onze voedingsbedrijven helpen om op een duurzame manier te groeien. Daarvoor werken we nauw samen met alle actoren: overheid, academische wereld, maatschappelijke organisaties, leveranciers, klanten en consumentenorganisaties. Commerciële doelstellingen gaan hierbij hand in hand met duurzaamheidsoverwegingen.” vertelt Jan Vander Stichele.

In de voedingssector raken heel wat vacatures moeilijk, of zelfs niet, ingevuld. Hoe komt dat?

“Met ruim 90.000 werknemers en een indirecte tewerkstelling van 140.000 jobs (cijfers 2017) vormen onze leden de grootste werkgever van het land. Onze sector telt dagelijks gemiddeld 1.500 openstaande vacatures en daar komen er elke dag nog 36 bij, vooral als gevolg van nieuwe competenties die we zoeken: minder repetitief werk en meer technische skills in een hoogtechnologische omgeving. Daarom moeten we volop inzetten op jongeren en het beroep sexyer maken.”

Hoe maak je de sector aantrekkelijker?

“Via onze employer brand ‘Food At Work’ nemen we tal van initiatieven om de nieuwe technische profielen in te vullen. Samen met opleidingsfonds Alimento hebben we ‘Students Meet CEO’ in het leven geroepen, waarbij studenten rondleidingen krijgen in voedingsbedrijven en in dialoog gaan met de CEO. Met de ‘Food At Work Student Awards’ bekronen we dan weer sterke ideeën voor de ontwikkeling van nieuwe voedingsproducten.” legt Jan Vander Stichele uit.

“We geven jongeren tevens de kans om technische oplossingen te bedenken voor bestaande problemen in voedingsbedrijven. De beste oplossingen worden geïmplementeerd en bekroond met de ‘Food At Work Techno Awards’. STEM-opleidingen en duaal leren moeten dan weer de instroom vanuit het onderwijs verhogen. Via Alimento investeren we in opleidingen voor knelpuntberoepen. Samen met VDAB, Forem en Actiris gaan we later dit jaar op de nieuwe website van ‘Food At Work’ alle vacatures uit onze sectoren samenbrengen en in de kijker zetten voor werkzoekenden.”

Om vacatures in te vullen, moeten we volop inzetten op jongeren en het beroep sexyer maken.

De sector kende ook een daling binnen de binnenlandse verkoop van Belgische streekproducten. Hoe verklaar je dat? 

“Vorig jaar kende de verkoop van streekproducten in eigen land inderdaad een lichte daling, die echter wel gecompenseerd werd door de stijgende export. De oorzaken van die daling zijn bekend: wegens de hoge taxaties en de loonhandicap kijken steeds meer Belgische consumenten naar het buitenland voor de aankoop van goedkopere voedingswaren. We moeten duidelijk onze binnenlandse consumenten overtuigen dat aan kwaliteit, innovatie en duurzame productie een prijskaartje hangt. Ook een minimum aan chauvinisme is hier op zijn plaats.” zegt Jan Vander Stichele.

“Er beweegt alvast een en ander in het segment van de streekproducten. Producten met een verhaal, zeg maar. In de biersector zorgt de shift van pils naar zwaardere speciaalbieren alvast voor positieve impulsen. De consument kiest hier duidelijk voor kwaliteit en diversiteit. Ook de erkenning van recente producten zoals de Breydelham als streekproduct is een mooie opsteker. Onze chocoladesector blijft innoveren met nieuwe smaken en kleuren zonder kleurstoffen, en ook nog met suiker- en lactosevrije chocolades.”

Welke trends op vlak van innovatie zitten verder nog in de lift?

“Momenteel onderscheiden we vier duidelijke trends. Een eerste betreft het circulair ondernemen. Bedrijven proberen verspilling tegen te gaan en zetten maximaal reststromen in. Ook duurzame mobiliteit speelt hierin een belangrijke rol via minder belastende transportmethodes en het beperken van de food miles. Eiwittransitie is een tweede trend. Consumenten gaan hierbij op zoek naar plantaardige alternatieven. Let wel, dit is geen anti-vleesverhaal, maar een best of both worlds-verhaal, waarbij we keuze en diversiteit vooropstellen. De derde trend omhelst het ontwikkelen van producten voor specifieke noden bij bepaalde bevolkingsgroepen, van anti-allergene voeding tot concepten op maat voor ouderen. Een vierde trend betreft de voortschrijdende digitalisering van de landbouw- en voedingssector. Via big data en de principes van de Industrie 4.0 worden oogsten en grondstofproductie geoptimaliseerd.” legt Jan Vander Stichele uit.

Van oogsten gesproken: vorige zomer kreeg de landbouw te kampen met extreme droogte. Volstaat het Actieplan Droogte en Wateroverlast van de Vlaamse Milieumaatschappij?

“Wellicht mogen we ook deze zomer periodes van droogte verwachten, met een mogelijke inwerkingtreding van het afschakelplan. Met Fevia ondersteunen we elk initiatief voor een duurzamer watergebruik. We werken hiervoor samen met de andere actoren in het waterdomein via constructieve samenwerkingsverbanden. Zelfs met het actieplan, dat 91 punten telt, moeten we alert blijven en proactief denken.” vertelt Jan Vander Stichele.

“Op 10 jaar tijd slaagden onze voedingsbedrijven erin om hun waterverbruik per productie-eenheid met 40 procent te drukken. Waterhergebruik zit volop in de lift, waarbij tot bijna 70 procent van het afvalwater, na grondige zuivering, hergebruikt wordt als proceswater. Voedingsbedrijven gaan ook op zoek naar alternatieve waterbronnen, zoals de recuperatie van regenwater. Zelfs met de strenge eisen qua voedselveiligheid blijven extra waterbesparingen via hergebruik mogelijk. Circulair omgaan met water binnen en buiten het bedrijf moet echter kaderen in een integraal waterbeleid waarbij alle actoren betrokken zijn.”

SMART FACT

Wat als je niet bij Fevia was terechtgekomen?

“Voeding is mijn passie én mijn job. Logisch ook dat ik zelf ergens een beetje Bourgondiër ben. Ik hou dan ook van een lekkere maaltijd met een goed glas wijn. Misschien was ik in een ander leven wel wijnbouwer geweest in Italië. In ieder geval, wat ik ook doe of ambieer op persoonlijk of professioneel vlak: als de uitkomst niet duurzaam is, begin ik er niet aan.”

23.07.2019
door Fokus Online
Vorig artikel
Volgend artikel