skiën
Lifestyle

Op de latten en gaan

09.10.2016
door Frederic Petitjean

De winter staat voor veel Belgen nog altijd synoniem met vakanties naar skigebieden. Waar trekken onze landgenoten naartoe? Wat doen ze daar? Wat kosten de wintersporten? En hoe pakt een extreme skiër zijn geliefkoosde sport aan? “Is het gevaarlijk? Ja, maar dat is motorrijden voor een leek ook.”

Waar wintersport tot voor enkele jaren bijna volledig rond skiën draaide, zijn er nu honderd-en-een redenen te bedenken waarom mensen naar de Franse, Oostenrijkse of Italiaanse sneeuwgebieden trekken. “Het aanbod met vroeger verschilt dag en nacht”, zegt Adriaan De Keuster van het gespecialiseerde reisbureau Landscapeski. “Mensen gaan natuurlijk om te skiën, maar evengoed om te wellnessen, om te shoppen, voor de gastronomie of gewoon om te relaxen. Een zwembad voor de kinderen, dat staat bijvoorbeeld heel hoog op het verlanglijstje van de gezinnen.”

Omdat er zoveel verkoopkanalen zijn bijgekomen – touroperators, onafhankelijke reisbureaus, internet… –  is het lastig te becijferen hoeveel Belgen er op de latten staan in de winter. Ook het boekingsgedrag van de reizigers is wispelturig geworden. “Er zijn klanten die bij hun thuiskomst onmiddellijk opnieuw boeken voor volgend jaar”, zegt De Keuster. “Maar we krijgen ook mensen die zeggen: waar kan ik volgende week naartoe?”

Hoe dichter je bij de piste zit, hoe duurder je skireis zal worden

– Adriaan De Keuster

Wat de prijzen van die winterreizen betreft, gelden wel enkele ijzeren wetten. “Hoe dichter je bij de piste zit, hoe duurder het wordt”, aldus De Keuster. “Ook het tijdstip waarop je gaat, speelt een rol. Tijdens de paasvakantie zal dezelfde reis een stuk goedkoper zijn dan in het kerstverlof.” Daarnaast bepaalt de ligging van je favoriete skioord hoe diep je in de buidel zal moeten tasten. “Voor de glamour zit je in Ischgl, Sankt-Moritz of Crans-Montana zeker goed, maar voor de allerbeste ski-ervaring hoef je niet per se naar dit soort luxueuze oorden te trekken”, meent De Keuster. “Het hangt er van af wat je wilt: off-piste gaan? Dagtochten doen? Wil je mooie panorama’s? Wil je snowboarden of skiën? Mijn persoonlijke top-drie is Ischl, ja toch wel, Sella Ronda in Italië, maar evengoed Livigno, het Blankenberge van de skigebieden (lacht).” Wie al die gebieden op zijn duimpje kent, is Rembert Notten. Hij heeft zich helemaal toegelegd op free riding en is zowat de enige Belg die (semi-)professioneel bezig is met deze skivariant. Bij free riding worden de traditionele pistes achtergelaten en zoekt de skiër zijn eigen weg naar beneden, liefst met de nodige jumps en acrobatische toeren. “Ik ben op mijn dertiende begonnen met gewoon skiën, dan overgeschakeld op freestyle en nog later dan de combinatie gemaakt: free riden dus.”

Twee, drie uur klauteren zijn een wezenlijk onderdeel van het free riden

– Rembert Notten

Volgens Notten zijn het vooral de uitdaging en de adrenalinekick die deze sport zo aantrekkelijk maken. Daar is ook wel enig risico aan verbonden. “Is het een gevaarlijke sport? Ja, eigenlijk wel. Maar, je kunt dat gevaar in zekere mate beheersen. Voor mij is motorrijden ook gevaarlijk omdat ik er niks van ken. Voor een ervaren motorrijder ligt dat helemaal anders. Ik zou een leek dus niet aanraden om te gaan free riden.”

Een gemiddelde free ride-afdaling duurt meestal niet veel meer dan vijf minuten. Maar daar gaan soms wel dagen voorbereiding aan vooraf. Notten: “Ik bestudeer de zomerkaarten, de winterkaarten, ik zoek uit waar de gevaarlijke rotsen zitten. Het is meer dan zomaar de berg afdonderen. We gebruiken ook nooit een helikopter om boven te geraken. Die twee, drie uur klauteren zijn een wezenlijk onderdeel van de sport.” Notten klautert dankzij zijn wedstrijdschema doorheen heel Europa. Verder dan dat gaat hij zelden of nooit. “Ik ken al die exotische skioorden in Chili en Nieuw-Zeeland wel, maar daar heb ik de tijd, noch het geld voor (lacht).

Ook bij Landscapeski komt er wel eens een klant langs om te gaan skiën in Argentinië of in Colorado bijvoorbeeld. De Keuster: “Dat zijn natuurlijk once in a lifetime-reizen.” Bij zulke reizen word je met de helikopter boven op de berg afgezet en zoef je naar beneden. “Nu pas op, de sneeuw is daar heel anders dan bij ons, veel lichter en droger en met veel minder weerstand. Het is een heel andere ervaring, maar of het ook een betere ervaring is? Ik steek er mijn hand niet voor in het vuur.”

De steilste

Ervaren ski-liefhebbers die op zoek zijn naar een mooie uitdaging, moeten zeker eens de wereldberoemde Streif – of ook wel De Muizenval – in het Oostenrijkse Kitzbühel checken. De steilste helling van deze ruim drie kilometer lange afdaling bedraagt liefst 85 graden, ofwel: quasi steil naar beneden. Het hoogteverschil tussen de top en de meet is zowat 860 meter. Geoefende skiërs kunnen er topsnelheden halen tot 145 kilometer per uur.

De snelste

Het huidige snelheidsrecord op ski’s bedraagt iets meer dan 250 kilometer per uur en staat op naam van de Italiaan Simone Oregone. Als het van de 50-jarige Graham Bell afhangt, zal dat echter niet lang meer duren. Begin volgend jaar wil de Brit het record verpulveren tijdens een recordpoging in het Zweedse Arjeplog. Daartoe zal hij twee kleine straalmotortjes aan zijn skipak bevestigen. De hele constructie werd ontwikkeld in samenwerking met het automerk Jaguar.

De duurste

Wat accommodatie betreft, is Ischgl het duurste skigebied. Dat blijkt uit een onderzoek van Travelmag. De goedkoopste tweepersoonskamer op een goede, centrale locatie, kost hier minstens 346 euro. Daarna volgen Val d’Isère in Frankrijk (326 euro) en Sankt Anton (323 euro). In het Italiaanse San Cassiano ben je al voor 160 euro gesteld. Mayrhofen in Oostenrijk (158 euro) en Flims in Zwitserland (153 euro) zijn zelfs nog goedkoper. Het onderzoek uit 2014 hield wel geen rekening met de prijs van eten, drinken en skipassen.

Vorig artikel
Volgend artikel